Heiden versus Schwarzmann

Inleiding

Heiden vs Schwarzmann: een affiche dat een mooi sportfestijn niet zou misstaan en om meer dan n reden van toepassing op een (vermeende) confrontatie tussen twee sportmensen op de Nederlandse slagvelden in mei 1940.

Hugo van Dijk attendeerde auteur op het verhaal. Of de ontmoeting tussen de Nederlandse Olympische schaatser Simon [Siem] Heiden en de Duitse Olympische kampioen turnen Karl Alfred Markus Schwarzmann bekend was. Auteur moest dat ontkennend beantwoorden en zo ontstond een volgend onderzoek waarbij we gezamenlijk deze kwestie tot klaarheid trachten te brengen.

Het verhaal

Het verhaal gaat dat Siem Heiden ?? gestationeerd op het Eiland van Dordrecht ?? de Oberleutnant en Fallschirmj ger Alfred Schwarzmann het genadeschot moest geven omdat de laatste dodelijk gewond zou zijn. Hij had een schot in de rechter borst en bovenarm gekregen en zou op sterven liggen. Siem Heiden kwam aan bij de Duitser, maar herkende deze als Olympische held. Hij wist hem naar verluid uit de vuurlinie [ ??door de linies heen ??] te trekken en zo zijn leven te redden (1)

(1) Letterlijke tekst op www.sportgeschiedenis.nl/2007/08/31/vergeten-sporthelden-siem-heiden.aspx was: 'Vlak na de Duitse inval van 1940 raakte Alfred Schwarzmann zwaar gewond bij Dordrecht. Vier jaar eerder was hij drievoudig winnaar van Olympisch goud in zijn eigen Berlijn, maar nu lag hij hopeloos te wachten op het genadeschot. Heiden kreeg hiervoor de opdracht, maar herkende wie voor hem lag. 'Sportman?' vroeg Heiden daarom. 'Ich bin Eislaufer. Weltrekord 5,000 meter.' Daarna sleept hij de turnkampioen door de gevechten heen naar een veilig gebied.' [NB: inmiddels is de tekst van de betreffende sportgeschiedenis pagina aangepast. De quote stamt echter uit een gesprek dat (wijlen) Jan Blokker met Siem Heiden voerde].

Dat is het verhaal, dat onder andere opgetekend was op de vermelde website over sportgeschiedenis van de bekende sporthistoricus Yurryt van de Vooren en door Siem Heiden zelf in de wereld gebracht.

Alfred Schwarzmann

Een fantastisch verhaal natuurlijk. Siem Heiden werd in mei 1989 voor de serie ??Het Spoor Terug ?? [4e aflevering: de Duitse inval in Vesting Holland] in de gelegenheid gesteld een uur lang zijn verhaal van Dordrecht te doen. Daarin wordt de Duitser Schwarzmann overigens in het geheel niet genoemd. Het toch al alles behalve bescheiden (en beschaafde) verhaal van Heiden voor de radio in 1989 werd nog eens aangedikt in een documentaire [ ??De Schending ??, VPRO 1990] onder redactie van (wijlen) Jan Blokker waarin werd gesuggereerd dat de twee sporthelden elkaar ontmoet hebben op het slagveld, met de lading van de aanhef ('schending').

Het was een grote toevalligheid natuurlijk. Twee grote sportmannen, beiden Olympisch deelnemer, die elkaar treffen op het slagveld en waarbij de n de ander redt. Haast te mooi om waar te zijn ?

Siem Heiden is het prototype veteraan dat de media voor de microfoon of camera wil hebben. Een prachtig verteller die geen schunnig of pikant detail onbesproken laat, zonder gene de helft erbij verzint en ook nog eens het leven redt van een vermaard sportman, die toevallig de tegenstander is in de strijd om Dordrecht. Mediagenieker kan haast niet! En wie neemt de media tegenwoordig nog kwalijk dat zij zo ??n sappig verhaal niet even vooraf op waarheidsgehalte toetsen?

Siem Heiden

Simon Heiden werd in maart 1905 in het dorpje IJsselmonde ?? onder de rook van Rotterdam ?? geboren. Hij werd metselaar, maar Heiden was ook een getalenteerd schaatsrijder, wat voor die tijd vrij bijzonder was voor iemand die niet in het noorden des lands woonde. Hij werd opgenomen in de Olymipsche ploeg die namens Nederland in 1928 [met twee schaatsers en vier bobslee rs] voor het eerst aan de Winterspelen [sinds 1924] zou meedoen. In die tijd liepen die Spelen nog synchroon [qua jaartal] met de Zomerspelen. Heiden had een bescheiden rol in Sankt Moritz [Zwitserland], althans als het op de sport aankwam. Op de lange afstanden [de 10,000 meter werd nog niet verreden] deed hij het beter dan de korte afstand. Hij werd 18e op de 1,500 meter en 11e op de 5 km.

Minder bescheiden was de rol van Heiden in Sankt Moritz in het redden van levens. Hij wist ?? volgens eigen zeggen ?? het leven te redden van niemand minder dan Prins Hendrik [van Mecklenburg-Schwerin, 1876-1934], gemaal van Koningin Wilhelmina. De Prins had de race van Heiden (tegen de Fin Backman] aanschouwd en nodigde nadien beide Nederlandse schaatsers (en nog enige anderen) voor een borrel uit. Het werden er ??een paar meer ??. De Prins, een gekend levensgenieter, was in kennelijke staat in de sneeuw terecht gekomen, en lag daar volgens Heiden in staat van onderkoeling te sterven. Hij redde zijn leven samen met de enige andere Nederlandse schaatser op de Winterspelen, Willem Kos (*). Ze regelden een slee en de Prins werd naar huis gebracht.

(*) Willem Kos [1904-1930] overleed op zeer jonge leeftijd aan TBC.

Het verhaal van de ??redding van het leven van de Prins ?? was vermoedelijk een enigszins in de euforie van de Spelen en de nawerking van de borrels aangedikte vertelling. Over het toeval dat de namen Kos en Heiden in latere jaren toebehoorden aan zeer succesvolle schaatsers van Noorse en Amerikaanse nationaliteit zullen we het maar niet hebben.

De schaatscarri re van Heiden verliep later nog wel met enige successen, hoewel die niet meer op de Spelen of grote kampioenschappen plaatsvonden. In 1933 reed hij een wereldrecord op de 5,000 meter, een afstand die toen nog bepaald geen gemeengoed was. Ook op de nieuwe lange afstand, de 10 km, kon hij goed uit de voeten.

Tot mei 1940 zijn er weinig bijzonderheden meer op te merken. Tijdens de oorlog [1942] zou Heiden echter naar verluid het NK schaatsen persoonlijk hebben geboycot, zodanig dat het geen doorging kon vinden. Er lag te veel sneeuw op de baan, stelde hij, en zodoende kon er niet gereden worden. Volgens sommigen was dit echter niet de werkelijke reden. Men had lucht gekregen van een mogelijke Duitse razzia tijdens de wedstrijd, een kwestie die inderdaad tijdens sportfestijnen nogal eens voor kwam. Daarop zou Heiden in samenspraak met enkele anderen besloten hebben niet te rijden. Daarmee zouden levens zijn gered, zo stellen kroniekschrijvers vast.

In augustus 1993 overleed Simon Heiden op de leeftijd van 88 jaar.

Karl Alfred Markus Schwarzmann

In maart 1912 werd in F rth Karl Alfred Markus Schwarzmann geboren. In 1935 kwam hij op bij de Reichswehr, waar in datzelfde jaar de dienstplicht weer in ere was hersteld. Hij kwam bij IR.13 en werd spoedig Unteroffizier wegens zijn atletenstatuur. De meeste tijd stak hij in sport, want Schwarzmann was een zeer getalenteerd turner. In Hitler-Duitsland was de topsporter de verpersoonlijking van de Arische suprematie en daarmee werd een uitstekend klimaat in het leger geschapen voor dergelijke exponenten van de Nazi ideologie.

Tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn werd Schwarzmann de superheld van de Duitsers. Hij veroverde maar liefst drie gouden [turn landenteam, turn parcours, paard] en twee bronzen plakken [brug en evenwichtsbalk]. Daarmee werd Schwarzmann naast de Duitser Konrad Frey [3 x goud, 1 x zilver, 2 x brons] en de beroemde Amerikaan Jesse Owens [4 x goud] de meest gedecoreerde Olympische deelnemer in 1936. Duidelijk dat Schwarzmann een absolute held was in Duitsland.

Schwarzmann anno 1936

Als beloning voor zijn sportieve prestaties, die op Duitsland afstraalden, werd de nauwelijks militair geschoolde Schwarzmann zelfs tot Leutnant bevorderd. Na de Olympische hoogtepunten zwaaide Schwarzmann echter spoedig af, werd reservist en werd aangesteld aan de legersportschool in W nsdorf als sportinstructeur. In W nsdorf zat toevallig ook de compagnie van de landmacht parachutisten die op dat moment nog niet naar Stendal waren overgeplaatst. Het was Fritz Prager [in mei 1940 commandant van II./FJR1] die in 1939 Schwarzmann benaderde om de Fallschirmj ger te komen trainen. Dat had een goede reden. Het aantal blessures onder de springers was enorm groot en wie beter dan een turnkampioen zou de manschappen kunnen leren om goed neer te komen, door te rollen en zo de enkels en knie n te sparen?!

Schwarzmann haalde zelf ook zijn brevet en na enige tijd werd hij aangesteld bij de 8e Kompanie als pelotonscommandant. Op 1 april 1940 werd hij zelfs tot Oberleutnant gepromoveerd en plaatsvervangend compagniescommandant. Als zodanig zou Oberleutnant Schwarzmann boven Moerdijk afspringen en kort aan de gevechten deelnemen. Schwarzmann sprong overigens af in Heer uniform. Net als enkele andere uit de reguliere landmacht overgekomen (onder)officieren was hij nog niet in Luftwaffe blauw gekleed.

Naar aanleiding van zijn inzet in Nederland in mei 1940, dat al na korte tijd eindigde met zijn zware verwondingen in borst en bovenarm, kreeg Schwarzmann het EK-I en EK-II uitgereikt. Enkele dagen later zelfs het Ridderkruis. Die laatste onderscheiding kreeg hij mogelijk omdat zijn gezondheidstoestand zodanig was, dat men zijn spoedig overlijden verwachtte. Desalniettemin wist de atleet zijn zware verwondingen te overleven en had zo drie onderscheidingen gekregen ?? waaronder het toen nog zeer unieke Ridderkruis ?? voor in feite onopvallende prestaties. Althans, naast het feit dat hij in de strijd zwaar gewond was geraakt, was hij niet opgevallen tussen onderofficieren en manschappen die w l voor hun krijgsinzet waren gezien onder collegae, maar niet in de eer van Schwarzmann deelden. Het werd de Oberleutnant niet gegund dat hij zo overdadig was gedecoreerd en vrijwel een ieder zag hem vooral als een propaganda decorandus.

In juni 1940 werd Schwarzmann uit het ziekenhuis ontslagen. Schwarzmann nam daarna deel aan de strijd rond Heraklion [Kreta] en later in de Sovjet Unie. In juni 1942 werd hij tot Hauptmann bevorderd en kreeg hij het bevel over 8./FJR1 dat hij tot 1943 aanvoerde. Nadien kreeg hij twee staffuncties, vermoedelijk wegens het feit dat zijn prestaties in het veld niet overdreven goed waren.

In maart 1944 moest Schwarzmann in het ziekenhuis worden opgenomen omdat zijn oude longwond uit de meidagen hem wederom parten speelde. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis werd hij tot Major bevorderd, maar raakte spoedig daarna in Brits krijgsgevangenschap. Eind 1945 kwam hij vrij.

In 1952 presteerde Schwarzmann het om voor Duitsland in Finland op de brug wederom een medaille in de wacht te slepen. Hij kreeg zilver, maar de Zwitserse winnaar [Jack G nthard] zou later verklaren dat het goud naar Schwarzmann was gegaan als deze niet een Duitse atleet was geweest en zodoende het juryoordeel niet mee had gekregen. Het is een mogelijkheid binnen een jurysport, maar zou Schwarzmann zijn Ridderkruis hebben gehad in 1940 als hij geen topatleet was geweest? Mag met enige ongepaste valsheid worden vastgesteld dat er dus enige vorm van gerechtigheid in deze zilveren medaille lag ...?

Naoorlogs was Schwarzmann snel uit beeld bij de Fallschirmj ger. Hij kwam na enige ?? vermoedelijk minder prettig verlopen ?? reunies niet meer opdagen en onderhield geen contacten met de Fallschirmj ger met uitzondering van gewezen Feldwebel K hl. In 1992 bezochten K hl en Fallschirmj ger fanaat Eric Queen [Amerikaans auteur] Schwarzmann en bij die gelegenheid probeerde K hl hem nogmaals over te halen mee te gaan naar een reunie. Schwarzmann had ??de gebruikelijke smoezen ?? om niet mee te gaan.

De aanleiding daarvoor ligt voor de hand. Uit vele persoonlijke verslagen van Fallschirmj ger veteranen bleek dat men Schwarzmann weliswaar niet (meer) kwalijk nam dat hij wegens propaganda doeleinden het Ridderkruis had gekregen, maar men nam hem zeer kwalijk dat hij er desondanks gedurende de oorlog zwaar prat op was gegaan het te hebben verkregen. Hij zou te pas en te onpas het uit zijn kraag hebben gehaald en het mensen onder de neus hebben gewreven. Dat terwijl hij alles behalve om zijn militaire prestaties werd herinnerd. Zoals men wel zei ??er war kein herausragender K mpfer oder ein sogenanntes Frontschwein ? er hat gerne lang geschlafen, Sport getrieben und fr h Dienstschluss gemacht. Schwarzmann war mehr Sportler als Soldat ??.

In maart 2000 overleed Schwarzmann, vlak voor zijn 88ste verjaardag (!). Zijn dochter [Helma] werd een van de meest succesvolle bondscoaches paardgymnastiek met 30 wereldtitels voor haar pupillen.

Moerdijk, mei 1940

[458] Oberleutnant Schwarzmann was tijdens de strijd, waarbij zijn peloton eerst door zich goed verzettende pontonniers nabij de Moerdijkse haven was onderdrukt, aangesloten bij de Kampfgruppe die door Leutnant Dietrich Lemm werd aangevoerd met als doel het dorpje Moerdijk in te nemen en van Nederlandse troepen te zuiveren. Nadat Lemm op de Steenweg bij de KMAR kazerne was gesneuveld, was Schwarzmann de opvolger geworden van Lemm. Dat op zich mag al een markante kwestie heten. Als Oberleutnant was Schwarzmann immers bij voorbaat de hogere rang ten opzichte van Lemm, en toch had de laatste het commando gehad. Overigens was het niet geheel ongebruikelijk dat de commandanten van de Schwere Kompanie functioneel ondergeschikt werden aan die van J ger Kompanies, zo leert navraag bij de BDF.

Het waren echter de kogels van de pontonniers aan de kop van de Moerdijkse haven die minuten later Schwarzmann uitschakelden. Feldwebel K hl, die vlak naast hem lag, sleepte de officier tegen de gevel van een huis aan.

Zoals vermoedelijk bekend was enige tijd daarna het pleit voor de Nederlandse pontonniers beslecht. De mannen werden omsingeld doordat van de west en oostkant ook Duitse groepen hen begonnen in te sluiten. Toen de munitie spoedig daarna op was, gaven de resterende mannen zich over aan de Duitsers. De strijd ter plaatse was voorbij. Het klooster werd gevorderd en de gewonden werden verzorgd, onder wie Schwarzmann. Hij zou daarna via Tweede Tol tenslotte in het ziekenhuis in Dordrecht terecht komen.

Dordrecht, mei 1940

[170] Korporaal sport-instructeur Siem Heiden was ingedeeld bij de 1e Depot Compagnie Pontonniers, die in een school vlakbij de Bosboom Toussaintstraat in Dordrecht was gelegerd. Die locatie was vlakbij het landingsterrein De Polder van 3./FJR1. Siem Heiden wordt in meerdere verslagen genoemd als een van de militairen die binnen de diverse ad hoc gevormde teams de ochtend van 10 mei in gevecht zouden raken met de circa 110 Duitsers die in de Polder geland waren om 0500 uur.

Siem Heiden wordt al spoedig opgenomen in een verband onder de 1e luitenant van der Houwen [MWO.4], een officier die zich onderscheidde door zijn leiderschap en moed in die eerste uren van de strijd. Heiden is een van de tientallen pontonniers van zijn compagnie die samen met de mannen van de 2e Compagnie en de Spoorwegtroepen de Duitsers effectief weten te bestrijden en de 3./FJR1 zo goed als uit weten te schakelen voor het middaguur van die tiende mei.

Heiden blijft de eerste twee dagen in strijd met de Duitsers ten zuiden van het spoor en geraakt later verzeild in de binnenstad om vervolgens de evacuatie naar Sliedrecht en Schoonhoven mee te maken alwaar de capitulatie wordt meegemaakt.

Het genadeschot ...

Schwarzmann was dus gewond geraakt te Moerdijk en door een eigen onderofficier tegen een pui aangetrokken. Vlak daarop eindigde de strijd ter plaatse en hadden de Duitsers in Moerdijk het pleit gewonnen.

In de gegeven krijgssituatie te Moerdijk, waarbij de Duitsers wonnen en de Nederlanders dus verloren, zal niemand aan Nederlandse kant een opdracht tot een ??genadeschot ?? hebben gekregen. Zo ??n opdracht behoorde sowieso niet tot de portfolio van opdrachten die in mei 1940 werden gegeven door en aan militairen, zeker niet door medici. Er is werkelijk geen enkel geval bekend dat een dergelijke opdracht werd gegeven, laat staan uitgevoerd.

De bewering dat er wel sprake was van zo ??n opdracht door Heiden is zelfs kwalijk. Hij stelt Nederlandse militairen ermee in een onterecht kwaad daglicht, als zouden zij opdrachten gekregen hebben die uitdrukkelijk in strijd waren met het oorlogsrecht. En de bewering werd daarbij vrijwel zeker alleen maar door Heiden gedaan om zichzelf een groter mens in de gegeven situatie te doen zijn. Verwerpelijk en uiterst kwalijk!

Los van de wel heel onwerkelijke vertelling van Heiden, valt op dat hier niet alleen twee topsporters elkaar troffen, maar ook twee mensen die het met de werkelijkheid niet al te nauw namen. Bescheidenheid was geen hunner een bekende eigenschap. De n ging prat op een niet verdiende hoge onderscheiding, terwijl de ander zich profileerde als een halve Rambo en levensredder zonder dat enig bewijs voor die gevallen werd geleverd. In tegendeel, veel van wat Heiden beweert is zeer zwaar aangedikt of geheel verzonnen. Dat zal duidelijk worden als enkele quotes uit diens radio interview in een volgend hoofdstuk worden aangehaald.

Het radio interview

[263] In 1989 kreeg Siem Heiden een uur lang het zeepkistje op de VPRO radio, waarbij hij werd ??geinterviewd ?? door iemand, die van de besproken materie geen fractie kaas had gegeten. Het programma (*) werd bovendien gelardeerd met een voice-over, die de ene na de andere onjuistheid meldde over de strijd in en om Dordrecht. Onze focus is echter op Siem Heiden gericht, die vrijwel de gehele uitzending aan het woord was.

(*) Sinds mei 2012 staat dit radio interview als podcast op de VPRO website.

Als krijgshistorisch onderzoeker ga je er eens voor zitten. Je neemt je voor zonder vooroordeel te gaan luisteren. Maar dat mislukt al na twee minuten. Telkens begin je opnieuw om terug te komen in die neutrale stemming zodat je de spreker niet bevooroordeeld. Om dat te bereiken moet je het een aantal keer geheel afluisteren. De reden waarom het zoveel moeite kost is simpel. Siem Heiden werd niet dwars gezeten door enige vorm van bescheidenheid. Nee, de man vertoont geen enkele gene de verdediging van Dordrecht vrijwel geheel aan zichzelf op te hangen en zeer belangrijke onderscheiden militairen zuivere bijrollen in zijn eigen heldenverhaal te geven.

De uitzending is in zijn geheel te bestellen bij de organisatie Beeld en Geluid in Hilversum, die alle media bronnen bewaakt en distribueert. Voor ge nteresseerden: het betreft document ID 62046, Het Spoor Terug, de Duitse inval aflevering 4: Vesting Holland.

Op de uitzending zijn auteursrechten van toepassing die hier volledig worden gerespecteerd. Enkele korte quotes van Siem Heiden [SH] worden ter illustratie echter uitgelicht.

SH: [ontmoet de luitenant van der Houwen in de vroege morgen van 10 mei bij de school aan de Bosboom Toussaint] ??God Siem, ben jij het? Blijf je bij ons? Ik zeg ?? bij jou altijd. Ik had vertrouwen in die man, omdat het een plaatsgenoot was. ( ? ) Hij [de luitenant] zegt ??wat is er aan de hand? ?? Waar zitten die moffen? Ik zeg, je moet eerst toch kijken wat er loos is? ?? Hij zegt, ??we willen wel gaan maar we hebben geen patronen ??. Ik zeg ??nou jongens, ... en ik heb de patronen uitgedeeld. Ik zeg nou luit geef maar iemand mee, dan gaat ik kijken. Ik weet hier de situatie heel goed. ??

Een typerend begin, zeker nadat Siem Heiden al aan het begin had beweerd dat hij de massale luchtlandingen had voorspeld. Luitenant Van der Houwen, die zogenaamd onbekend was met de omgeving en de situatie, was in werkelijkheid van beide zeer goed op de hoogte. Daar had hij Heiden niet voor nodig. Van der Houwen was al vanuit zijn nachtkwartier naar de school rijdende getuige geweest van de luchtlanding in de Polder en zelfs al beschoten. Hij was bovendien vaste instructeur aan de school, en dus prima met de omgeving op de hoogte. Bovendien was de luitenant al voordat Heiden in het geweer kwam met een aantal man weg geweest, maar weer teruggekeerd. Hij was daarop zelf munitie gaan regelen en had dit helemaal niet aan Siem Heiden opgedragen, laat staan dat hij Heiden nodig had om hem munitie te geven.

SH: We zien vier moffen (...) ik kijk door zo ??n hele grote deur. Dus die mof kan mij ook zien. Ik zeg [tegen luitenant van der Houwen] ??ik heb een reuze idee. We zijn met twintig man, dat ken net. Hij [de luitenant] zegt ??en dan? ??Dat zal ik je vertellen, we zetten hier een trapje bij en we zoeken er nog n op, he. Hij zegt ??gaan we even boven kijken? ??Ik zeg, ja wat daggie dan? ??( ? ) Hij [de luitenant] zegt ??hoeveel zitten er? ?? Ik zeg 25, ja, die zag ik ook wel die 25, maar ik zag die andere 100, die zag ik niet, die klem tegen de kant aangekropen waren, want ze waren zo benauwd. In ieder geval hebben we die zaak bekeken. Hij [de luitenant] zegt ??en wat doen we nou? ?? Nou, ik zeg, we gaan allebei terug. Hij zegt zullen we hier blijven. Nou zeg ik we gaan niet meer weg. Hij zeg ??en dan? ??. Ik zeg ??we nemen goed positie in. Er staan zeven mitrailleurs opgesteld en als we nou met zeven man hier zitten moeten we met zeven man tegelijk schieten. Hij zegt ??maar waar zijn die moffen dan? ?? Ik zeg, daar zorg ik voor. Ik zeg, want uit de gang vandaan daar zetten we drie jongens neer en die laat ik drie schoten geven, maar 1, 2, 3. Tik, tik, tik. Dat is net het tempo van een Hollandse mitrailleur. ??

Het is een verslag van Heiden van de gebeurtenissen west van de Krispijnse weg, waarbij een groep van 18 Duitsers gevangen werd genomen. In Heiden zijn verslag is hij de grote animator van het geheel en wordt de door alle militairen in hun verslagen zo geroemde en verstandige luitenant Van der Houwen bijkans het kleutertje van de klas, die zich gelukkig mocht prijzen door Heiden bij de hand te zijn genomen. Zeer tot de verbeelding spreekt het ??krijgsplan ?? van Heiden. De quote spreekt voor zich, om de dikke duim van Heiden te typeren. In het echt waren er maximaal 20-25 Duitsers op die bewuste locatie en waren er maximaal tien of twaalf Nederlanders. Lees daarover in de bespreking Dordrecht 2e fase op 10 mei.

Siem Heiden was een grote fantast (geworden?) die zichzelf een veel grotere rol toedichtte dan hij werkelijk droeg.

Het is vanuit auteursrechterlijke overweging niet geoorloofd meer te quoten uit het interview, maar de lezer mag geloven dat het een aaneenschakeling is van vergelijkbare persoonlijke heldendaden van de korporaal Siem Heiden.

Opmerkelijk is dat de maker van het radioprogramma (Marnix Koolhaas) op de website van de VPRO een weinig verheffende reactie op de kritiek geeft. De typisch journalistieke reactie is op zichzelf al veelzeggend. Nodeloos daar al te veel regels aan te besteden. Het komt erop neer dat wat hem betreft 'de show' belangrijker is dan de boodschap, dat Siem Heiden Schwarzmann alsnog een beetje heeft gered of woorden van die strekking en dat de historicus zich niet zo door zijn overdadige bronwerk moet laten leiden en de 'oral history' van Siem Heiden niet mag negeren. Het wordt verder aan de lezer zelf overgelaten om de degelijkheid van het n tegen het ander af te wegen.

Krijgsverslagen Siem Heiden

In juni en september 1946 heeft Heiden twee persoonlijke krijgsverslagen gemaakt. Beide zijn voor het krijgshistorisch onderzoek van de commissie Nierstrasz gebruikt en te vinden bij het NIMH bij het dossier van het Depot Pontonniers en Torpedisten, Collectie 'Gevechtsverslagen en rapporten mei 1940'.

In het verslag [korporaal sportinstructeur Siem Heiden, 1e compagnie Depot pontonniers en torpedisten] van september 1946 werd Heiden ook al niet dwarsgezeten door enige bescheidenheid. Hij poneert daar allerlei handelingen, die inderdaad door de (wisselende) groepen onder de reserve 1e luitenant J. vd Houwen plaatsvonden als bijkans zijn eigen handelen. Zo nam 'hij' 32 Duitsers gevangen, terwijl die handeling door een grotere groep militairen geschiedde [circa 20 man totaal]. Het betreft een overigens op hoofdlijnen accuraat [althans, door derden gestaafd] verslag van allerlei gevechtshandelingen rond De Polder en Krispijn waarbij Siem Heiden inderdaad ook betrokken was en waarvoor hem (net als enige anderen) overigens lof wordt toegezwaaid door derden.

Geen woord over het leven redden van een Duitse Olympische sporter, zelfs geen woord over enige herkenning van een Duitser. De enige keer dat gewonden in beeld komen in het verslag, werd naar hen gezocht, maar werden ze niet gevonden.

Cafe Sebes

Het wordt echter nog curieuzer. Siem Heiden besmuikt tijdens zijn beschrijving nogal wat Nederlandse collegae, hoewel opnieuw niet dwars gezeten door enig inzicht in situaties ter plaatse. Tussendoor verklapt hij nog wel dat er door hem en zijn makkers vier Duitsers 'biljartend in een cafe' werden gevangen genomen.

Neemt u van auteur aan dat dit uit dezelfde dikke duim komt als veel van Heiden zijn overige opmerkelijke verhalen. De parachutisten van 3./FJR1 waren alles behalve in de stemming om rustig te gaan staan biljarten (in cafe Sebes, aan de Krispijnseweg)! Zij waren aan alle kanten door Nederlandse troepen ingesloten en bedreigd en overal in een hard gevecht verwikkeld. Het gros van de compagnie werd gevangen genomen, raakte gewond of sneuvelde. Slechts een klein groepje wist door te dringen tot de brug. En dan zouden vier van deze hardvochtige strijders - midden tijdens een felle strijd - staan biljarten in een caf ?!

In het zakelijker verslag van juni 1946 is de toon een stuk gematigder en vallen zaken meer op hun plaats. Opnieuw overigens geen enkele verwijzing naar een Duitse 'Olympiker' of het redden van levens.

Het is inmiddels volkomen duidelijk dat Heiden in zijn optreden voor radio en tv nog steeds over een dikke duim beschikte. Schwarzmann raakte zwaar gewond in Moerdijk, Heiden vocht in Dordrecht. De beide mannen kwamen elkaar nooit op het slagveld tegen, laat staan dat Heiden het leven van de Duitser redde. Als er al een fractie waarheid aan het verhaal zou zitten, zou er wel een spoor van terug te vinden zijn in het aangezette verhaal dat Heiden in september 1946 voor de Commissie liet opmaken of zijn radioverslag. Geen spoor!

Moed, beleid en trouw

Ter nadere illustratie en wellicht ter verklaring van de grootspraak van Siem Heiden het volgende.

De door Siem Heiden vrij stelselmatig als een onzelfstandige en hulpbehoevende officier afgeschilderde reserve 1e luitenant Jacobus van der Houwen werd voor zijn moed, beleid en trouw onderscheiden met de Militaire Willemsorde der 4e klasse. De hoogste militaire onderscheiding, waarvan er slechts 34 in de meidagen werden uitgedeeld, waarbij 30 voor de gehele landmacht. Dat laatste biedt een maatstaf voor de exceptionele prestatie die ten grondslag moest liggen aan een dergelijke onderscheiding.

De mutatie voor die onderscheiding luidde als volgt:

'Heeft zich in den strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw onderscheiden door met slechts met karabijn bewapende pontonniers en matrozen, tesamen ter sterkte van ongeveer twintig man, nabij Krispijn (te Dordrecht) Duitsche valschermtroepen, die met verscheidene mitrailleurs in stelling waren gekomen, in de flank aan te vallen. Hij heeft daarbij den Duitschers zware verliezen toegebracht en hun mitrailleurs veroverd. Later heeft hij de andere vijandelijke mitrailleuropstellingen eveneens op moedige en beleidvolle wijze aangevallen en opgeruimd en ook hierbij Duitsche mitrailleurs buitgemaakt. Eindelijk heeft hij nog met zeven man een Duitsche afdeeling van zestig man overvallen en krijgsgevangen gemaakt.'

De beschrijving in de mutatie, hoewel hier en daar niet geheel accuraat met de inmiddels bekende feiten, geeft een beeld van de buitengewone prestaties van de luitenant Van der Houwen, die ook door vele andere militairen zonder uitzondering geroemd wordt om zijn houding en optreden. Siem Heiden wordt dat niet, althans zeker niet in die mate en daar waar hij positief wordt genoemd, door een enkeling. Van vrijwel al de manschappen onder de luitenant zijn verslagen, maar geen der verslagen benoemt heldendaden of opvallend optreden van de korporaal in kwestie. Wel wordt Heiden een aantal maal genoemd als een der militairen van het depot, die zijn mannetje stond. De luitenant zelf noemde Heiden wel als n der weinigen die naar zijn mening voor onderscheiding in aanmerking diende te komen.

Heiden zelf was overtuigd dat hij naoorlogs de MWO zou krijgen, maar die kreeg hij niet, omdat het kapittel anders besliste (NB: er werd voor het depot een lange lijst MWO's aangevraagd). Hij kreeg 'slechts' de Bronzen Leeuw. De frustratie hierover zat hem hoog. Wellicht dat dit aanleiding vormde voor zijn fantasie in 1946, 1989 en 1990 of zijn merkwaardige afschildering van de luitenant van der Houwen. Er dient te worden aangetekend dat de MWO naast de tamelijk onbetekenende Eervolle Vermelding op 10 mei 1940 de enige dapperheidsonderscheiding was. Bronzen Kruis en Bronzen Leeuw (alsmede voor doorgaans non-combattante verdiensten, het Kruis van Verdienste) werden pas tijdens de oorlog ingesteld en met terugwerkende kracht vanaf 10 mei 1940 als te verwerven dapperheidsonderscheidingen vergeven, terwijl de Eervolle Vermelding verviel. Iedere militair die moedig was geweest - en in alle ijdelheid een onderscheiding verwachtte - keek dus na de meidagen uit naar of de Eervolle Vermelding of het MWO. Zij die op het continent bleven tijdens de oorlog wisten niets van de nieuw ingestelde onderscheidingen.

Eveneens dient ter verdediging van Heiden opgemerkt te worden dat hij wel degelijk onderdeel was van een selecte groep manschappen, die zeer doortastend en moedig is opgetreden in de morgen van 10 mei. In dat opzicht mag zijn curieuze verslaggeving niet matigend werken op het respect dat hem in die zin dient toe te komen. Heiden is ontegenzeglijk, getuige ook de toekenning van de Bronzen Leeuw, een moedige en doortastende strijder geweest.

Bovendien heeft Heiden ten aanzien van het beleid van luitenant Van der Houwen best een zeker punt. Van der Houwen heeft dan wel de MWO4 gekregen, maar zijn krijgsbeleid was niet om over naar huis te schrijven (zie beschrijvingen Dordrecht 2e fase). Hij kreeg bovendien teveel eer. Niet zijn acties, maar die van de Spoorwegtroepen bonden de Duitse parachutisten oost van Krispijn, zodat vervolgens Van der Houwen en enige andere depotverbanden in de tweede fase de Duitsers konden opruimen. De Spoorwegtroepen stonden totaal niet op de kaart bij de beoordeling van de strijd aldaar en kregen geen enkele onderscheiding vanwege hun daden. De feiten zijn echter dat men de zaak in de periode 1946-1951 nog niet scherp in het vizier had en vermoedde dat Van der Houwen en zijn depot de tactische overwinning op de para's hadden behaald en dat vrijwel zonder assistentie.

Zodoende stond Van der Houwen (al dan niet terecht) symbool voor n van de uiterst schaarse tactische overwinningen, die op offensieve Duitse eenheden werden behaald tijdens de meidagen. Wat Heiden mogelijk (net als vele gewone militairen) parten speelde, was dat Heiden samen met een aantal anderen bij vrijwel alle acties betrokken was die Van der Houwen meemaakte (en waarvoor de laatste werd onderscheiden), maar kregen slechts enkele anderen tevens een (lagere) onderscheiding en vele van de gewone manschappen geen onderscheiding. Dergelijke gevoelde onrechtvaardigheid werd in den lande veel vaker gezien. Een treurige zaak, want niets had defensie in deze weerhouden allen die betrokken waren bij deze eerste handelingen tenminste een KvV toe te kennen. Het was echter gebruikelijk dat een er slechts n MWO voor een enkelvoudige actie werd uitgereikt, zoals dit in andere legers met de hoogste onderscheiding evenzo geschiedt of zelfs nog strengere eisen gelden. Het feit dat Heiden geen MWO kreeg zal hem wellicht mede hebben doen bewegen richting de overtrokken beleving van de gebeurtenissen, maar ook in andere opzichten bleek deze man een erg dikke duim te hebben, zoals het redden van de Prins-gemaal tijdens zijn schaatscarri re. Daarnaast werd Heiden bepaald niet afgescheept met de Bronzen Leeuw, welke weinig werd toegekend en beslist toen en nu als een hoge onderscheiding wordt gezien.

Conclusie

Met bovenstaand verslag is de fabel van de Nederlandse olympische sporter Siem Heiden, die het leven van de Duitse Olympische held Schwarzmann redt, doorgeprikt. Hoog tijd dat de sportgeschiedenis voor wat betreft de heldenrol van Siem Heiden wordt aangepast.

Bovendien heeft het er alle schijn van dat de eveneens goed gepreserveerde vertelling van gevangen genomen biljartende parachutisten ook met gerust hart kan worden verwezen naar het land der fabelen. Er zullen vast enkele Duitsers bij het caf gevangen zijn genomen, maar niet biljartend. Alhoewel dit soort 'folklore' in de geschiedenisboeken uiteraard geen schade doet.

Curieus is wel dat de aandacht die de topsporters Heiden en Schwarzmann beiden kennelijk erg plezant vonden als het op hun sportprestaties aankwam, moeiteloos leek te worden geadopteerd naar hun militaire prestaties.

De Nederlander die zich op zijn wijze veel groter voordeed dan hij was, en de Duitser die dat op zijn wijze deed door zich op een onverdiend Ridderkruis te laten voorstaan. In die zin hebben beide heren elkaar w l in zekerheid kunnen vinden ...