Nieuwsberichten 2014

Inleiding

In deze sectie worden nieuwsberichten weergegeven, die betrekking hebben op het onderzochte theater alsmede opzienbarende berichten, die betrekking hebben op de meidagen van 1940 in algemene zin.

Hieronder de berichten vanaf januari 2014.

April

Er zijn op dit moment een aantal trajecten uitgezet ter onderzoeking, waar 'Zuidfront' van zal profiteren.

Bruggen op de route van de 9e Panzer Division

De eerste heeft betrekking op de gebeurtenissen rond de bruggen ten westen van Oosterhout en over het Markkanaal tussen Terheijden en Oosterhout. Het heeft er alle schijn van dat de voorste Duitse verkenners op 12 mei vooral gebruik maakten van n onverhoopt onvernield gebleven brug direct west van de sluis tegenover Vrachelen. Deze brug is in 1944 vernield en niet meer herbouwd. Echter ook het ophaalbruggetje over de sluis, dat wel was vernield, is door de Duitsers spoedig hersteld door er een schip onder te varen en er een provisorisch wegdek over te leggen. Een beproefde methode, die in Nederland veel werd gebruikt als tussen landhoofden en waterniveau niet veel verschil bestond. Deze gebeurtenissen worden momenteel uitgebreid onderzocht in samenwerking met anderen.

Oberleutnant Karl Moll

Daarnaast is er een WASt aanvraag gedaan naar de mysterieuze parachutistenluitenant Karl Moll. Deze was parachutist van het eerste uur en hoorde al bij de oorsprong van de Fallschirmj ger tot de kaderleden die als eerste werden gebrevetteerd en de navolgende para's zouden opleiden. Moll was aan de vooravond van de aanval op Nederland aangesteld om n van de twee provisorische reservecompagnie n (merendeels bestaande uit recruten van de sprongopleiding m t sprongen op hun naam) te leiden. De eerste was bedoeld voor het Scandinavische theater, de ander voor het Nederlandse. Oberleutnant Karl Moll landde zodoende op 11 mei 1940 nabij de Tongplaat, met de hoofdmacht van zijn compagnie. Een ander deel zou bij Dordrecht terecht komen. Moll zou tegenover zich de vaandrig Marijs vinden en beide heren zouden in de avond van 11 mei een wapenstilstand afkondigen en gezamelijk gewonden laten verzorgen, doden laten begraven. De volgende dag moest Marijs zich aan Moll overgeven. De Duitser zorgde ervoor dat Marijs zeer hoffelijk behandeld werd. Na mei 1940 verdwijnt deze Moll echter uit de parachutisten annalen. De zoektocht naar hem is echter ingezet. Vast staat dat hij nog lang in Stendal (Fallschirmschule 1) para's opleidde en in april 1943 tot Hauptmann werd bevorderd. Nadien raken we hem echter kwijt. Daar is de zoektocht naar ingezet. Het is slechts een nuance in een groot geheel, maar voor detaillisten desalniettemin boeiend.

Documentatiegroep 40-45

In 'Terugblik', het orgaan van de Documentatiegroep 40-45, zal in mei 2014 een artikel van de hand van de auteur van deze website verschijnen over de Fransen in West-Brabant in mei 1940 en de frictie die dat te weeg bracht t.o.v. de Nederlandse strategie rond Moerdijk. Daarbij is er tevens aandacht voor de curieuze strategie die Winkelman samen met de Minister van Defensie ontwierp. Een strategie welke qua hoofdlijnen geen enkele zinnige component bevatte. De keuze om terug te trekken op de burcht, de brug op te halen en vervolgens een beleg af te slaan strookte in het geheel niet met alle ontbrekende voorwaarden voor die strategie, terwijl de enige strategie met een fractie kans van succes een volledige samenwerking met de bondgenoten was geweest. Die samenwerking werd door Winkelman echter opmerkelijk genoeg juist afgewezen. Dezelfde Winkelman handelde echter wel heel ambivalent om die bondgenoten niet alleen om veel troepen te vragen, maar ook om Moerdijk te hernemen. Dat aspect wordt besproken en er wordt aangetoond dat Winkelman zijn vertrouwen in Franse hulp - gekoppeld met totale passiviteit van zijn eigen middelen ten aanzien van Moerdijk - een kapitale blunder was, die aantoont hoe weinig strategisch inzicht Winkelman had.

Dit is een leerstuk dat bijzonder weinig aandacht heeft gekregen in de nationale geschiedenis, maar van significante krijgshistorische waarde is. Het toont eens te meer aan dat de strategie Winkelman een faliekante mislukking was - zowel in zijn oorsprong als in zijn operationele vorm. Winkelman mag dan in algemene zin als schlemiel in de boeken zijn opgenomen, maar zijn werkelijke falen is alleszins gemodereerd en bescheiden besproken. De werkelijkheid was echter dat Winkelman eigenlijk op alle fronten faalde, behoudens de hoffelijke, serviele omgang met de Regering. Een tragisch gegeven.

Mei

85 Pel LuMi (Dordrecht)

Bij de beschrijving van de gebeurtenissen rond de Oude Maas bruggen tussen Dordrecht en Zwijndrecht beschreven we de locatie van het 85e Peloton Luchtdoelmitrailleurs afwijkend van het stafwerk en de studie Luchtverdediging van Molenaar. Naar onze mening kon het peloton niet direct naast de brug hebben opgesteld gestaan maar aan de andere zijde van de ingang van de Dok- of Spoorhaven. Wij hadden daarvoor echter geen sluitend bewijs.

Dat bewijs is er inmiddels wel, zodat we kunnen vaststellen dat het peloton inderdaad niet tussen de hefbrug en de verkeersbrug stond opgesteld, maar ten zuiden van de hefbrug aan de Oude Maas. Foto's van de gesneuvelde soldaar Bour - met wiens familie wij in contact kwamen - tonen aan de dat de schuttersputten met de vier mitrailleurs zuid van de Hef waren uitgegraven. Een keet voor de ploegen was aan de Dokweg neergezet.

Wij hebben ook eerder vastgesteld dat 19 Bt LuA bij Moerdijk niet op de locatie stond waar stafwerk en studie Luchtverdediging de batterij plaatsten, direct noordoost van het dorp. Wij weten zo goed als zeker dat de batterij aan de zuidoost zijde van het dorp was opgesteld met enige kleine barakken voor de dienstdoende ploeg. Daarvan zoeken wij echter nog fotobewijs.

Sld R. Rietveld herbegraven

De soldaat Rubertus Rietveld (1909-1940), die op 10 mei 1940 omkwam bij het gevecht rond de vier schuilkazematten in de tuin van de villa Amstelwijk (thans gemeente Dordrecht), werd op 22 mei 2014 herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg. Tot die datum was hij begraven in een OGS geadopteerd graf te Zwammerdam-Bodegraven (RKBP).

Rietveld behoorde tot de mitrailleurcompagnie van I-28.RI en werd gedood tijdens de overval van 2./FJR.1 op de Nederlandse concentratie bij de villa. Bij die bloedige overval werden nog zo'n 20 militairen gedood.

September / oktober

Soldaat of burger Gijs de Lang?

Bij de OGS en op het verzamelmonument voor gevallenen zonder bekend graf op de Grebbeberg staat de naam van Gijsbertus Cornelis de Lang (1902-1940) vermeld als soldaat. Hij zou volgens OGS bij 85 Peloton Luchtdoel Mitrailleurs te Dordrecht hebben gediend en daar, tijdens de meidagen, zijn gesneuveld. Het register van De Leeuw stelt (merkwaardig genoeg) dat De Lang gewond raakte op 10 mei 40 bij de brug en op erelijst van de KL van 1940 voor zou komen, maar dat is onjuist. Hij is pas in 1992 als gesneuvelde opgenomen en vrijwel zeker niet bij de verkeersbrug gewond geraakt. De reden voor zijn opname als militair slachtoffer in 1992 is ons onbekend. Brongers nam De Lang pas in 1996 op in zijn register.

Onze Stichting heeft echter vraagtekens bij die gegevens gesteld. Gijs de Lang kwam niet voor op de eerste bekende inventarisatie van gesneuvelden, die door de Geschiedkundige Afdeling van de Landmacht in december 1942 werd opgemaakt door W. Rozenberg. Daarnaast is De Lang als gewoon soldaat met geboortejaar 1902 toebedeeld aan de lichting 1922, welke niet was opgeroepen in 1939 en dus niet verplicht diende in 1940. Hoewel er wel militairen waren die vrijwillig dienden van oudere lichtingen, werden die doorgaans, net als vrijwilligers uit landstormkorpsen, als 'vrijwllig soldaat' geduid, als onderscheid met dienstplichtig soldaten. Deze toevoeging was officieel en werd op de stampapieren geduid. Bij De Lang was dit niet aan de orde, wat direct de vraag oproept hoe een in 1922 opgekomen militair alsnog in 1940 diende, zonder dat hij daartoe vrijwillig opkwam.

Nader onderzoek gaf als resultaat dat betrokkene vermoedelijk helemaal geen militair was, maar burger, die toevallig in Dordrecht woonde op het terrein nabij het 85e Peloton Luchtdoelmitrailleurs. In Geldermalsen, waar De Lang zijn wieg stond, vertelt men dat de man net als zijn oudere broer Gerrit in Dordrecht kwam te wonen na er in 1928 te zijn getrouwd. Aldaar kreeg het gezin vier kinderen, waarvan de jongste getuige zou zijn van vader's dodelijke verwonding. Zij woonden nabij de Dokhaven, onder de verkeersbrug. Onbekend is de exacte locatie, maar vermoedelijk ging het om het stuk tussen Dokhaven en Achterhakkers. Volgens de Geldermalsense versie van het verhaal werd op 11 mei op zeker moment op de deur gebonst en deed De Lang open. Daar stonden kennelijk enige opgewonde (naar verluidt Nederlandse) militairen, waarvan De Lang zo geschrokken zou zijn, dat hij de deur dichtsmeet. Direct daarop werd door de deur heen geschoten en De Lang dodelijk getroffen. Zijn vrouw en zoontje zouden het hebben zien gebeuren.

In het Diaconessenhuis overleed Gijs de Lang de volgende dag, de 12e mei. Hij werd op de ABP te Dordrecht begraven. In 1951 werd zijn graf reeds geruimd. Op dezelfde begraafplaats lagen toen talloze eregraven van gesneuvelde militairen in Dordrecht. Ook daarin ziet men reeds een opmerkelijke afwijking van het geijkte, hoewel sommige families ervoor kozen hun gesneuvelde bewust een burgergraf te geven.

In de verslagen van het 85e Peloton Luchtdoelmitrailleurs wordt geen soldaat De Lang vermeld, ook niet als de luitenant Goldsteen en de pelotonscommandant het over slachtoffers hebben, die zij allen met name noemen. Daar dus geen spoor van De Lang.

De beide pelotons, 85 en 86, aan weerszijde van de bruggen werden ook wel als Luchtverdedigingspunt Zwijndrecht aangeduid. Commandant ervan was de 1e luitenant Goldsteen. Deze vermeldde in zijn rapport de slachtoffers, maar was zelf niet bij de vaststelling daarvan tijdens de meidagen zelf, omdat hij werd afgevoerd naar het zuiden van het Duitse bruggenhoofd, waar alle officieren werden geconcentreerd.

Opmerkelijk is dat de OGS er ook hier weer een eigen werkelijkheid op na houdt als het onderdeelsaanduiding betreft. Ook de gesneuvelden Kraak en Vaissier worden door OGS verkeerd gealloceerd. Beide heeft men op het 87e Peloton Luchtdoel mitrailleurs genoteerd, dat bij Gorinchem stond opgesteld, hoewel beide in Zwijndrecht/Dordrecht woonden en bij het luchtverdedigingspunt Zwijndrecht dienden - en sneuvelden. Onderdeelsverslagen waarin de luitenant Goldsteen de dood van beide vermeldt deren OGS niet. In geval van Kraak vond men 'steunbewijs' elders, dat deze inderdaad tot het 86e had behoord, maar bij Vaissier niet. Dus houdt men eraan vast dat de laatste tot het 87e behoorde ...

Eigen waarheden zijn OGS niet vreemd, zeker niet bij de Dordtse slachtoffers. Wij begroten dat ongeveer 20% van de sneuveldatums en onderdeelsvermeldingen op de grafstenen niet overeen komen met de werkelijke gang van zaken, maar men is voor argumentatie en onderbouwing met krijgsverslagen en andere aannemelijke bronnen weinig receptief. In het geval van Gijs de Lang heeft OGS zelfs vooralsnog geen inspanning willen leveren om de zaak te onderzoeken, terwijl alles erop wijst dat de man geen militair maar burger was en dus - hoe wrang ook - onterecht een OGS vermelding heeft in de lijst van militaire slachtoffers en op het monument voor de gevallenen zonder bekend graf.

Het is niet anders. Wij hebben echter veel aanleiding om aan te nemen dat Gijs de Lang in Dordrecht n van de vele burgerslachtoffers werd van de strijd in mei 1940 en geen militair, noch behorende tot het 85e Peloton Luchtdoel mitrailleurs.

Ons onderzoek wordt voortgezet bij BRIOP en we krijgen steun 'uit het veld' van mensen die wel de onderzoeksdrift met ons delen die zaken verder helpt. BRIOP levert soms de resultaten op die we wensen, soms een lange stilte. We komen echter vroeg of laat met een duidelijke conclusie. Dat beloven we.

[Update oktober] We hebben op diverse adressen onze vragen uitgezet in het veld en kregen van het Vrijwilliger Museum 40-45 te Dordrecht de beschikking over de zogenaamde '3e Lijst' met burgerslachtoffers, opgemaakt op 15 mei 1940. Hierop prijkt de naam van G.C. de Lang. Opmerkelijk is diens woonadres, waar hij naar verluidt zou zijn getroffen door kogels door huiszoekende militairen. Het adres is Jacobahof (Dordrecht). Dat ligt in het noordoosten van Dordrecht, niet in de buurt van de Dokweg bij de spoorweghaven dus. Deze sector is overigens wel op 11 en 12 mei met enige regelmaat door panische Hollandse militairen doorzocht. In zoverre kan het waar zijn dat wat uit Gelderse overlevering wordt gemeld, namelijk dat opgewonden Hollandse soldaten De Lang achter zijn eigen voordeur neerschoten, in de veronderstelling dat hij subversief handelde. Er zijn talloze mensen slachtoffer van dit soort paniek geworden in Dordrecht. De plaatselijke leiding, met name van de Licht Divisie, deelde zelf in de paniek en zou zelfs standrechtelijke executies initi ren en uit laten voeren.

In elk geval worden de aanwijzingen dat G.C. de Lang als burger omkwam steeds sterker. Zijn woonadres is nu bekend net als zijn burgerstatus. Althans, zo werd hij in 1940 geregistreerd. Bekend is aan ons tevens dat OGS pas in 1992 overging tot opname van G.C. de Lang in het gesneuveldenregister (voor militairen). De reden is ons onbekend en bij OGS staakt de medewerking weer eens, omdat men niet gaarne heeft dat er kritisch bij hun werk wordt meegekeken. Dat terwijl onze stichting zo'n groot percentage administratieve onzuiverheden bij OGS tegenkomt dat men daar alle medewerking uit het veld juist zou moeten omarmen. Men houdt echter nadrukkelijk de boot af. Bizar, maar het is een werkelijkheid waar meer onderzoekers tegenaan lopen. We zullen het ermee moeten doen.

Ons onderzoek gaat door. We proberen nu nadrukkelijk met familieleden van De Lang in contact te komen, om de familiaire overlevering te kunnen toetsen. Tips en hulp zijn altijd welkom.

Gijsbert Spandonk (2.RHM)

Heden donderdag 30 oktober 2014 werd de in Dordrecht op 12 mei 1940 gesneuvelde huzaar Gijs Spandonk herbegraven op het militair ereveld op de Grebbeberg. Tot voor kort lag Spandonk in een privegraf op de ABP te Drimmelen (Lage Zwaluwe).

Spandonk behoorde tot de groep huzaren motorrijders van 2.RHM die op 12 mei 1940 opdracht hadden om naar Wieldrecht te gaan ter verkenning. Slecht ge nformeerd als zij waren en zichzelf hielden, reed een deel hunner dwars door de linies richting Wieldrecht en zodoende recht in de Duitse perimeter bij de bruggen. Deze onverstandige daad kostte vier huzaren het leven, waaronder de beroepskorporaal Spandonk. Bij het Shell pompstation op de Hugo de Grootlaan, op de kruising met de Weeskinderendijk, sneuvelden deze mannen in het Duitse vuur van het talud van de rijksweg. Zoals een dag eerder enige kameraden van een MC van 2.RW nog in dezelfde fuik was gereden.

Zoals gebruikelijk bij herbegravingen op de militaire erevelden is Spandonk, na verzoek van diens familie, herbegraven vanuit een privegraf en is daarbij gepast militair ceremonieel gebruikt. In zijn geval is hij door huzaren van boreel - de enige traditiehouders van het regimenten huzaren motorrijders - naar zijn vermoedelijk laatste rustplaats gedragen.

Hier vindt u de persoonlijke grafpagina van Spandonk met een foto van deze gesneuvelde.