39e Regiment Infanterie

Voorwoord

In dit beknopte overzicht wordt een beeld gegeven van de onderdeelgeschiedenis van het 39e Regiment Infanterie en de (bekende) bezetting der hoogste kaderfuncties. Tevens wordt een zeer gecomprimeerde samenvatting gegeven van de inzet van het regiment en haar onderdelen.

Stam, traditie en oorsprong

Het Nederlandse leger kende een basisorganisatie voor haar infanterieregimenten bestaande uit het 1e tot en met het 8e Regiment Infanterie, alsmede de benoemde regimenten Jagers en Grenadiers. Uit deze eerste tien regimenten kwamen de eerste veertien reserve regimenten voort. Zij zouden met jonge reservisten en enig beroepskader worden gevuld in geval van mobilisatie. Omdat deze eerste 24 regimenten daarmee het parate en jongste reservistencontingent in hun gelederen kregen zouden zij het Veldleger vorm geven. Uit hun organisatie zouden bovendien nog eens vierentwintig oorlogsregimenten ontspruiten die de nummers 25 tot en met 46 kregen. Dat was het vestingleger, vrijwel volledig met reservekader en oudere reservisten gevuld.

4.RI was het stamregiment waaruit onder andere 15.RI ontstaan was. 4.RI ontstond in 1839-1842 uit de 4e Afdeling Infanterie. Uit het 4e Regiment ontstond als eerste afgeleide eenheid in 1913 het 15e Regiment Infanterie. In 1939 kwam uit 15.RI het oorlogsregiment 39e Regiment Infanterie voort. 39.RI had vooral dienstplichtigen en reservisten uit de omgeving Rotterdam.

39.RI behoorde vanaf de mobilisatie tot de vaste bezetting van het Zuidfront, waarbij overigens II-39.RI wegens de indeling bij Positie Hoek van Holland tot het Westfront behoorde. Het regiment was opgedeeld over de locaties Hoek van Holland, het kantonnement Rotterdam en Groep Spui.

Onderdelen behorende tot het regiment

Bij en gedurende de mobilisatie bestond het regiment uit de volgende onderdelen (locatie en namen commandanten op 9 mei 1940, getal tussen haken geeft het aantal wapens per eenheid weer):

Onderdeel Commandant Locatie op 9 mei 1940
Regimentscommandant Jhr W.E.E. Snoeck, res lt-kol Hoek van Holland
Regimentsstaf (adj.) J.A. Bauman, res kapt Hoek van Holland
C.I-39.RI A.J.M. Thijssen, res maj Vak Rockanje
1-I-39.RI J.W.N. Meijjes, res kapt Bruggenhoofd Willemstad
2-I-39.RI T.C. Botter, res kapt Vak Rockanje
3-I-39.RI F. vd Meer, res kapt Vak Rockanje
MC-I-39.RI (8) J.C.A. Isa cs, res kapt Vak Rock. / Brug. W'stad
C.II-39.RI G. Witkamp, res maj Hoek van Holland
1-II-39.RI W. Kok, res kapt Hoek van Holland
2-II-39.RI J.C. Vermeulen, res kapt Hoek van Holland
3-II-39.RI B.J.A. Smeele, res kapt Rozenburg
MC-II-39.RI (8) J. Vel, res 1e lt Hoek van Holland
C.III-39.RI C.J.B. Boekwijt, maj Rotterdam Noord
1-III-39.RI D.L. van Rooijen, res kapt Pernis
2-III-39.RI J.M. Petit, res kapt Rotterdam Zuid
3-III-39.RI A.G. Trommel, res kapt Rotterdam Noord
4-III-39.RI L. Maltha, res kapt Rotterdam Noord
MC-III-39.RI (8) J. van Rhijn, kapt Rotterdam Noord
39 Bt 6-veld (4) C. Bogerd, res 1e lt Hoek van Holland
39 Cie Mr (6) J.J.L. Huber, res kapt Hoek van Holland
39.Res.GC O. Verdoorn, res kapt Vak Rockanje / Goeree


Bijzonderheden
:

Zoals bij alle hoge regimenten ontbrak een organieke compagnie PAG.

De tirailleurscompagnie n waren uitgerust met slechts negen lichte mitrailleurs en de MC ??n met acht zware mitrailleurs, zoals gebruikelijk bij de hooggenummerde regimenten. Een andere bijzonderheid was dat III-39.RI bestond uit vier (i.p.v. drie) tirailleurcompagnie n en een MC. De sterkte van de 4e Compagnie en MC - welke gezamenlijk waren gelegerd - was echter gezamenlijk slechts 210 man.

In tegenstelling tot veel andere hooggenummerde regimenten had 39.RI wel een grenseenheid die was ontstaan vanuit haar kern. Dat was 39.Res.GC dat tot de sterkte van Groep Spui behoorde en kustverdedigingstaken had op Voorne en Goeree-Overflakkee .

Korte geschiedenis tijdens de meidagen

39.RI was opgedeeld over twee fronten en in drie sectoren. II-39.RI inclusief regimentstaf en staftroepen, w.o. de compagnie mortieren en de batterij 6-veld, lagen in de Positie Hoek van Holland. III-39.RI was het kantonnementsbataljon van Rotterdam, waar het bovendien was verdeeld over posities in Rotterdam Noord, Zuid en Pernis. I-39.RI behoorde toe aan de Groep Spui. Het was eveneens sterk verdeeld. Een compagnie en een deel van de MC lagen in het Bruggenhoofd Willemstad. De rest van het bataljon was in het Vak Rockanje, west van het Voornsche Kanaal geplaatst. 39.Res.GC tenslotte was verdeeld over het voornoemde vak en Goeree Overflakkee, waar het met een sectie de enige militaire bezetting van het Zuid-Hollandse eiland moest vormen (naast de PTr bezetting van Fort Ooltgensplaat).

De staf van 39.RI was samen met de batterij 6-veld en de mortier compagnie in de Positie Hoek van Holland gelegen. Ze had daar geen operationele functie, hoewel zij die wel zijdelings zou krijgen tijdens de meidagen van 1940 toen de Positie enige luchtlandingstroepen in haar sector had te bestrijden. Desondanks zouden op enkele staftroepen na, de RC en zijn stafofficieren geen rol van betekenis spelen.

I-39.RI bleef op een tweetal secties infanterie en het detachement te Willemstad na de gehele meidagen passief in haar verdedigende stellingen aan de kust en het Haringvliet. Een sectie werd spoedig naar de brug te Spijkenisse gezonden, een andere naar de veerdienst te Hekelingen. Bij Spijkenisse kwam het tot enige actie, waarbij ten koste van enige slachtoffers een Duitse poging de brug in handen te krijgen, werd afgewezen. 1-I-39.RI met de halve MC bezette het Bruggenhoofd Willemstad, dat als voorverdediging op de Brabantse kust gold voor het Vak Numansdorp. Op 14 mei kwam het daar tot een korte strijd met de gepantserde verkenners van de 9e Panzerdivision, waarbij enige slachtoffers vielen, maar de Compagnie zich spoedig overgaf. Slechts een fractie ontsnapte aan dit lot, deels wegens een geslaagde evacuatie over het Hollands Diep en deels door een Franse opdracht in eerdere fase om met een sectie MC in de omgeving van Bergen op Zoom een kruispunt te bezetten. In totaal sneuvelden zeven man van het bataljon.

II-39.RI was geheel gelegerd in de Positie Hoek van Holland, waar ze overigens vlak voor de Duitse inval een kleine honderd manschappen kwijtraakte aan de ingevoerde richtlijn dat dienstplichtigen welke oorspronkelijk in Duitsland in loondienst waren (geweest) ten tijde van de mobilisatie, wegens mogelijke onbetrouwbaarheid met groot verlof werden gestuurd. Het zodoende gedecimeerde bataljon werd niet meer op sterkte gebracht voor de 10e mei 1940. Haar compagnie n raakten betrokken bij de strijd tegen een peloton parachutisten dat abusievelijk ten oosten van de Positie was afgezet alsmede met een honderdtal luchtlandingstroepen dat eveneens onbedoeld nabij het Staalduinse Bos was terecht gekomen. Bovendien was de 3e Compagnie, geheel in kustverdedigingsposities op Rozenburg, geconfronteerd met enkele vliegtuigladingen luchtlandingstroepen die ten oosten van de kustverdediging neer waren gekomen. Zij wisten die samen met een vendel Burgerwacht op te ruimen op 10 mei, maar ten koste van enige eigen slachtoffers. De overige eenheden van het bataljon zouden op 10 en 11 mei - gesteund door eigen 6-veld, mortieren en het ingeschakelde fortgeschut - enige offensieve acties ondernemen tegen de gelande Duitsers bij het Staalduinse Bos, maar daarbij slechts verliezen lijden en niets bereiken. Tevens was er op 11 mei sprake van een relatief groot eigen-vuur incident in het Duitsers-vrije Hoek van Holland, toen troepen van de Jagers, 15.Res.GC en II-39.RI op elkaar begonnen te schieten. Voor het overige bleef het bataljon gedurende de meidagen in de Positie defensief ingericht, waarbij zij enige luchtaanvallen te verwerken kreeg, mede vanwege de Britse aanwezigheid. Slachtoffers had het bataljon slechts op de 10e mei, toen zes man sneuvelden.

III-39.RI was het kantonnementsbataljon van Rotterdam en daarmee de enige landmacht gevechtseenheid in het gehele kantonnement Rotterdam (dat eveneens bestond uit Pernis en Rotterdam-Zuid). 1-III was bij de olie installaties in Pernis opgesteld, 2-III had haar legering in een school in Rotterdam-Zuid. De 3e en 4e Compagnie alsmede de MC waren in Rotterdam-Noord gelegerd. Het vrijwel geheel uit Rotterdammers bestaande bataljon was zodanig zeer verspreid over het kantonnement, en belangrijker, zou door de Duitse luchtlanding op Waalhaven twee van haar Compagnie n in de frontzone weten.

De 1e Compagnie bij Pernis werd in eerste instantie niet aangevallen, maar over land wel afgesneden van Rotterdam. Het zou zich na een kort gevecht op 13 mei terugtrekken over de Nieuwe Maas, nadat Britse genisten de olietanks hadden vernield. Drie man van de compagnie waren gesneuveld alsmede een sergeant van de staf die bij Pernis aanwezig was. De 2e Compagnie vocht een moedig gevecht met de Duitse luchtlandingstroepen, die op en rond het Afrikaanderplein sterk werden opgehouden door de compagnie van III-39.RI, die enige versterking van Jagers en Luchtverdedigingstroepen had gehad voordat de Duitsers aandrongen. In de avond van 10 mei moest de compagnie zich aan de Duitsers overgeven. Zij hadden geen gesneuvelden.

De 3e en 4e Compagnie alsmede de MC kwamen tot inzet in Rotterdam Noord. Met name de MC zou zich op 10 mei onderscheiden, toen het door de BC kort na de Duitse landing op de Nieuwe Maas naar de rivier werd gedirigeerd en ten noordwesten van het Noordereiland enkele strategische posities innam bij de Boompjes en Willemskade. Vier man zouden sneuvelen van de MC.

39.Res.GC had posities langs het Haringvliet ?? Groep Spui ?? en hield een sectie op Goeree Overflakkee. Uiteindelijk werden de eenheden enkele keren verplaatst binnen Vak Rockanje. Zij zagen geen actie en hadden geen slachtoffers te betreuren.

Slachtoffers

39.RI had 22 slachtoffers te betreuren als gevolg van de strijd in mei 1940. Onder hen n officier, een SMI en n sergeant.

Vijf gesneuvelden ontvingen postuum een dapperheidsonderscheiding. De reserve 2e luitenant Theunissen van 3-II ontving een Bronzen Kruis voor zijn dappere optreden tijdens de acties op Rozenburg tegen luchtlandingstroepen. Ook de soldaat De Winter kreeg een Bronzen Kruis voor die acties. De soldaat Barendregt onderscheidde zich in de ochtend van 10 mei bij de inzet van zijn sectie op de Willemskade en kreeg daarvoor het Bronzen Kruis. De soldaat Van Tol kreeg een Bronzen Kruis voor een agressieve patrouillegang op de 10e mei en zijn voorbeeldige en moedige inzet in de dagen erna, terwijl hij op 13 mei sneuvelden, vermoedelijk door eigen vuur, bij een actie tegen vermeende vijfde kolonisten. Tenslotte werd de soldaat Boontjes met de Bronzen Leeuw ge erd door tijdens het gevecht op 13 mei bij Pernis onder vuur van de aanvaller een mitrailleur te repareren en zeer moedig gedrag waarbij hij een voorbeeld voor anderen vormde.