PANTSERWAGENS

Ook elders in de stad weet men niet van welke nationaliteit de vechtwagens zijn. De Duitse herkenningstekenen zijn aan het oog onttrokken door de opgepakte bagage. Tevens zijn de wagens bespannen met een okerkleurige of rood-wit-zwarte vlag ter onderscheiding voor hun vliegtuigen.
De Duitsers is inmiddels bekend dat wij van Franse zijde versterkingen verwachten en dit is in het geheel niet vreemd wanneer we bedenken dat op bevel van generaal Gamelin de Franse troepen al in Brabant zijn gearriveerd. En inderdaad heeft een Franse gemotoriseerde eenheid, waaronder pantserwagens, onder bevel van majoor Michon een poging gedaan de Moerdijkbruggen te bereiken. Echter ter hoogte van Zevenbergsehoek wordt ze door Junkers 87 (Stuka's) ontdekt en grotendeels vernietigd. De overgeblevenen trekken zich in zuidelijke richting terug en een hernieuwde aanval blijft uit.

Dit voorval wordt niet ter kennis gebracht van ons Hoofdkwartier te Den Haag en vooralsnog blijven wij hopen op een ontzet. Het gevolg hiervan is dat de bruggen onder geen enkele voorwaarde mogen worden vernield hoewel dit nu nog mogelijk is door artilleriebeschieting vanuit het Westkilfront. De Commandant Vesting Holland, de kolonel J. van Andel te Puttershoek, geeft herhaaldelijk telefonisch onze Kantonnementscommandant Mussert te verstaan dat ieder moment de Fransen verwacht kunnen worden. Aangezien deze berichten Mussert gunstig schijnen worden de ondercommandanten die belast zijn met de rechtstreekse verdediging van Dordrecht gerust gesteld en geïnstrueerd. Toen op de Eerste Pinksterdag door de uitkijkpost op de watertoren in 's-Gravendeel een colonne vechtwagens op ons eiland werd waargenomen dacht men nog steeds niet dat deze wel eens Duits konden zijn. Een groepscommandant van de 25e afdeling van 23 R.A. beslist tegen de orders van het Algemeen Hoofdkwartier in toch vuur af te geven zolang niet gebleken is welke nationaliteit de wagens voeren. Onze beschieting sorteert nagenoeg geen effect aangezien de onderlinge afstand en de zeer grote snelheid van de wagens een werkzaam vuur uitsluiten. Met betrekking tot de aankomst van deze verkenningsafdeling van de 9e Duitse pantserdivisie ontstaat er nog een misverstand en een groot gebrek aan vertrouwen aan de mededeling van een onzer officieren. Dit moge blijken uit het navolgende voorval: zoals uit de gevechtshandelingen van de voorgaande dagen is gebleken, is een dappere en moedige vaandrig, Marijs genaamd, in de vroege morgen van deze dag gevangen genomen op het zuid-oostelijke deel van ons eiland. Hij wordt geleid voor de commandant van het 1 ste Reg. Fallschirm Jager, Oberstlt. Brauer, aan de Tweede Tol. Deze deelt hem mee, dat een Duitse pantserdivisie in aantocht is en biedt hem de vrijheid dit ter kennis te gaan brengen van de commandant der Nederlandse troepen op het eiland van Dordrecht met de raad verdere weerstand te beëindigen aangezien dit toch geen zin meer heeft. De vaandrig geeft aan het verzoek gevolg nadat hij om ongeveer 17.00 uur de eerste wagens ziet aankomen aan de Tweede Tol.

Hij vertrekt en bereikt op het Sportpark de commandant van de Lichte Divisie, kolonel H. C. van der Bijl. Overste Mussert is zojuist door het A.H.K. van zijn functie als Kantonnementscommandant ontheven en dient zich te schikken onder het bevel van Van der Bijl. Marijs vertelt zijn waarneming en het relaas van Brauer maar wordt niet gelooid!! Op herhaald aandringen belt tenslotte Van der Bijl toch de commandant Vesting Holland. Deze hecht evenmin enige waarde aan het verhaal van de vaandrig en verwerpt de aankomst van de pantserdivisie. Dit is onmogelijk in zo'n korte lijd! Kol. Van Andel stelt zelfs in tegendeel in het vooruitzicht dat morgenochtend de Fransen zullen arriveren!! Het is geheel misplaatst dat een commandant met een dergelijke grote verantwoording de mededeling van één van zijn officieren en ooggetuige verwerpt alsof het een sprookje is. Eerst op 13 mei, 's nachts om tien voor één, belt generaal-majoor H. F. M. baron Van Voorst tot Voorst vanuit het A.H.K. te Den Haag de commandant Groep Kil met het bevel onmiddellijk met alle beschikbare artillerie vuur te leggen op de Moerdijkbruggen. Dit bevel is gegrond op een binnengekomen bericht bij het A.H.K., dat een Duitse pantserdivisie door de Langstraat naar de Moerdijkbruggen in opmars is. De noordelijke colonne van de 9e Pantserdivisie rukt over Loon op Zand op terwijl door de Langstraat de S.S. Leibstandarte Adolf Hitler nadert die op 10 mei tegen Deventer en Zwolle is ingezet doch over Kleef en `s Hertogenbosch naar de Moerdijk is verplaatst.
De door Marijs waargenomen pantserwagens behoren tot de verkenningsafdeling van de 9e Pantserdivisie die is ingedeeld bij het 26ste Duitse Legerkorps. De tanks, o.a. van het type Pz ll en Pz III zullen echter eerst de volgende dag op het eiland van Dordrecht verschijnen. De 9e Pantserdivisie staat onder bevel van Dr. Generalleutnant Alfred Hubicki.
Eerst op tweede Pinksterdag, 's middags om vijf over twaalf, zullen een twaalftal tanks zich bij de Tweede Tol van de hoofdmacht losmaken om de Nederlandse weerstand op Dubbeldam te breken. Na de gevechten daar zijn ze, nu ter sterkte van een 1/2 Schwadron, doorgedrongen tot de Dubbeldamseweg en hebben zich wederom gesplitst ter hoogte van de Scheidingsweg. Van hieruit is de eigenlijke aanval op de stad begonnen en niet zoals dikwijls wordt beweerd vanaf de
's-Gravendeelsedijk. Alle vechtwagens zijn, zoals gebruikelijk is bij de Duitsers, bedekt met een rood-wit-zwarte of een gele vlag ter herkenning van de Luftwaffe. Op de tanks worden tevens kleine infanterie-eenheden vervoerd ter ondersteuning van de aanvalsbewegingen.

De commandant van de I-I-2 R.W. is de reserve kapitein Hiemstra en deze is met de 1e en 3e sectie van de toegevoegde afdeling zware mitrailleurs belast de Johan de Wittbrug te verdedigen. Het Oranjehotel en de tegenoverliggende huizen, waar onder meer Hiensch is gevestigd, worden door onze mensen beveiligd. Er worden in deze huizen zware mitrailleurs opgesteld met front naar de Johan de Wittstraat. Aan de stadskant is de brug gebarricadeerd met zandzakken. Een stuk P.A.G. van 4,7 cm van 3-II-K.R.A., onder luitenant Van der Wijck, wordt in een automatiek opgesteld met de vuurmond gericht naar de brug. Er is inmiddels een tweede P.A.G.-stuk in stelling gebracht achter de barricade ter hoogte van "Bochara Oosters Tapijthuis". Dit stuk staat onder commando van de vaandrig W. C. H. Dekker van II-1-R.W. Dit laatste stuk wordt eerst in stelling gebracht voor de Lenghenstraat en gericht door het "Korte Bagijnhof" naar de Vest. De toegang tot de stad is dus hiermede aan alle zijden afgesloten. Er is door de barricades echter een rijopening vrij gelaten. Deze kan in nood snel worden gesloten door aangevoerde K. rollen (haspels met staaldraad omwonden tegen pantservoertuigen) en ander materiaal. De rollen zijn zig-zag-gewijs op de straat geplaatst. De over de Johan de Wittbrug uitgezonden patrouilles van 3-II-1 R.W. worden al spoedig in de onmiddellijke omgeving van het huis van de burgemeester door automatische vuurwapens beschoten. Dit vuur komt uit de richting van "Williams Place" en vanuit de Oudehovenstraat. Tevens wordt er door de Duitsers gevuurd vanuit de tuinen van "Benvenuta" en "Huize St. Anna". Even hierna maken de Duitsers gebruik van mortieren en pantserafweergeschut. Na herhaaldelijk treffen wordt het de Duitsers toch te gortig en zij zien ervan af om van deze zijde een doorbraak te forceren. Ze trekken zich voorlopig terug naar het station.

Om ongeveer 14.00 uur doen de Duitsers voor de tweede keer een infanterieaanval. Zij trekken op door de tuinen in de Johan de Wittstraat tot vlakbij de brug. Na enig tumult onder onze soldaten wordt deze aanval toch nog afgeslagen. Tijdens dit gevecht gedraagt de overste Mijsberg zich buitengewoon onverschrokken door meteen de Duitsers tijdens een kleine opleving onder onze gelederen te achtervolgen tot aan de Singel. De Johan de Wittbrug wordt daarna bezet door de 3e compagnie Torpedisten onder bevel van de luitenant B. Verschoor. Om half drie komt de order aan II-1-R.W. om vanachter de brug op te rukken naar het kruispunt Stationsweg-Nic. Maessingel om vanuit dit punt het station aan te vallen. 2-II-1-R.W. en de derde sectie van 3-II-1-R.W, krijgen eveneens bevel naar hetzelfde punt op te rukken. Wanneer deze eenheden in de Johan de Wittstraat voorwaarts gaan ontvangen zij vuur uit "Williams Place" en het plantsoen ten noorden hiervan. Het gevolg is dat de Hollanders uit elkaar worden geslagen en onder achterlating van een dode zich naar de brug terugtrekken. 2-II-1-R.W. boekt echter meer succes en verovert een door vuur beschadigd Duits P.A.G.-kanon. Dit stuk hadden de Duitsers opgesteld ter hoogte van het drinkwaterpompje van het plantsoen. Voordat het onklaar werd geschoten heeft dit stuk nog vuur afgegeven op het huis van dr. Verbeten en de oprit van de brug. Onze soldaten steken vervolgens de kruising en de Singel nabij het huis van dr. Branbergen over en verschansen zich in het groen van de tuinen. Enkelen gelukt het de stalhouderij van Van Twist te bereiken.

Tijdens een oversteek wordt de commandant van 2-II-1-R.W. de reserve 1e luitenant A. H. M. Dieperink aangeschoten en dodelijk getroffen. Een soldaat, die zich over hem ontfermt wordt even later ook getroffen, doch zijn verwonding laat zich niet zo ernstig aanzien. Spoedig wordt het onze mensen duidelijk, dat de Duitsers in het station burgers als vuurdekking gebruiken waardoor geen tegenvuur kan worden gegeven. Onze soldaten zien zich dan genoodzaakt tot de Singel terug te trekken. Het Duitse vuur wordt met de minuut heviger en het schijnt dat zij spoedig een tegenaanval zullen doen. Enkele ogenblikken hierna verlaten zij hun dekkingen in de locomotievenloods de spoorwagons en het station en steken hard rennende de Burg. de Raedtsingel over. Twee Duitse mitrailleurschutters, die zich in "Simpang" hebben genesteld geven de nodige vuurdekking. Twee soldaten van de sectie Dieperïnk worden buiten gevecht gesteld en onze aanval komt hiermee spoedig tot staan.
Het is onmiddellijk weer terugtrekken, want enige kans op succes in nu wel verkeken. Overste Mijsberg, die de voorwaartse beweging heeft gevolgd, zendt vlug een ordonnans naar onze troepen bij de Spuibrug met het bevel de Duitsers vanaf de sigarettenfabriek in de flank aan te vallen en te trachten de mitrailleurschutters in "Simpang" onschadelijk te maken. Korte tijd later krijgt de overste het bericht zich te vervoegen bij Mussert en verlaat dan dit deel van het gevechtsterrein.

Om ongeveer kwart over drie is de verkenningsafdeling van de 9e Pantserdivisie in onze stad aangekomen en beweegt zich met enkele gepantserde commandowagens en een twaalftal lichte tanks over de Singels in de richting van de binnenstad. Ondertussen vegen zij de straten en de huizen waarin zij onze soldaten vermoeden schoon met hun mitrailleur- en kanonvuur. Onze mannen zijn behoudens de enkele P.A.G.-stukken achter de barricades weerloos tegen deze vechtwagens en kunnen niets anders doen dan zich in huizen en tuinen verbergen totdat ze zijn verdwenen. Enkele wagens proberen aan deze zijde de Johan de Wittbrug over te komen doch slagen hierin niet tengevolge van de vele versperringen en het hevige tegenweer van onze kant.
Ondanks het zware vuur van de tanks denken toch vele Hollandse soldaten dat het de Fransen zijn. Ze zijn immers voorzien van een grote oranjekleurige doek op het achterdek. De Kantonnementscommandant overste Mussert heeft kort tevoren nog het bericht laten verspreiden dat Franse pantsereenheden ons te hulp zouden snellen. Er blijft twijfel en geen enkele van onze manschappen weet iets af van tankherkenning. De Fransen kunnen ons wel voor Duitsers aanzien en dat wordt onze mannen noodlottig.

OP DE VLUCHT
INHOUDSOPGAVE
DE VERDEDIGING VAN DE SPUIBRUG