DE AANVAL

"Wij zien vanuit ons huis, even naast de Markettenweg, de parachutisten langzaam naar de grond zweven. De vliegtuigen, die ze hebben afgeworpen, zijn al verder boven de binnenstad en verdwijnen uit het gezicht. Langzaam en dicht op elkaar schommelen de valschermjagers achter de huizen van de Mauritsstraat en soms lijkt het of ze er zodadelijk bovenop zullen vallen. In de weide en in de bomen van Het Bos en even achter het voetbalveld landen ze en wanneer de grond wordt geraakt klapperen de witte chutes in de koele ochtendbries, zoals de ballonfoks doen van een zeilboot tijdens een snelle boeikeer. Even nog staan de plues boven de daken en zwaaiend zoeken ze de wind maar als deze verstek laat gaan vouwen ze zich gewonnen ter aarde. Toch zijn er, die het lang niet opgeven en de witte zijde bolt zich schuinsweg voor het groen, achter het slachthuis. Verscheidene boomtakken zijn inmiddels onze soldaten voor geweest en hebben enkele parachutes in de val gegrepen en nu hangen deze als lorren langs de stammen.

We begrijpen niet wat er nu eigenlijk gaande is. Vele buurtbewoners zijn op straat en als bij een oploopje groepen ze zich samen en bepraten, zoals elders, de gebeurtenissen. Maar op slechts enkele tientallen meters groeperen zich de valschermjagers en buiten de tijd uit, die wij staan te verspillen. Geen schot wordt gelost. Na verloop van ruim een kwartier krijgen wij Hollandse soldaten in huis die, half gekleed, Weizigt zijn uitgelopen. Ze zijn bijzonder nerveus en moeder stelt hen wat gerust. Wij herkennen enkele gezichten van de jongens, die andermaal op de Veelading werken en die graag uit onze hand een vers bakje leut aangereikt krijgen. Moeder heeft inmiddels de veters uit onze schoenen getrokken en doet deze in de kistjes van één van de mannen. De tobbert kon zich in die onttakelde kistjes, bij de teruggang uit Weizigt, nauwelijks verplaatsen en glippend over de spoorkiezels gaande is hij toch nog, zonder brokken, hier terecht gekomen. Slechts enkele soldaten hebben een geweer meegenomen doch het merendeel is ongewapend en hebben zelfs geen gelegenheid gehad een helm op te zetten. Ze staan er nu wat zielig bij te kijken en weten zich, tegen het gevaar achter de schutting van D.F.C. (Dordtsche Football Club), weerloos.

De gewapende mannen daarentegen gaan polshoogte nemen in de Mauritsstraat en even later zie ik ze hun geweer door de spleten van de omheining steken. De eerste schoten worden dan gelost en vlug hierna gaan de mannen in dekking, langs de huizen. Precies op dit moment ziet een onderwijzer van de straat bij hem achter en om heel duidelijk te zijn om de gashouder een sluipende parachutist. Deze wordt echter niet door onze soldaten opgemerkt en kort hierna verdwijnt hij in het Bos. Langzamerhand komt onze weerstand wat op gang en van alle kanten verschijnen nu onze soldaten. Uit de richting van het spoor wordt geschoten en veel bewoners nemen de wijk in de beschutting van hun woningen." (Mej. J.C.W. de Koff)

"De overval voor de bezetting van de Zwijndrechtse bruggen komt van de westelijke Oudemaasoever en niet onverwachts. Al geruime tijd beschieten de beide pelotons luchtdoelmitrailleurs de overvliegende vliegtuigen zonder echter gunstige resultaten te kunnen waarnemen.
Om kwart voor vier scheren op geringe hoogte enkele gevechtsvliegtuigen over de bruggen om de situatie te kunnen opnemen en deze te melden aan de al aanvliegende commando-Junker 52. Om 3 minuten voor vier springt één sectie van de 3e Compagnie van het 1e Regiment Valschermjagers op Zwijndrechtse bodem en rukt op naar de verkeersbrug.

De commandant van de luchtverdediging, de 1e luitenant Goldstein van het 86e Peloton Luchtdoelmitrailleurs, zendt direct een patrouille van vier man naar de benedenafrit om de Duitsers daar te kunnen opvangen. De patrouille raakt in moeilijkheden en verzoekt direct de nodige steun, waarop de luit met nog enkele van zijn mannen te hulp schiet. Het mag echter niet veel baten en Goldstein wordt na enkele minuten strijd gewond met nog een tweetal van zijn soldaten. De valschermjagers dringen op en overweldigen het troepje waarbij de Duitsers zich niet ontzien Goldstein te pressen zijn overige mannen bij het wachthuisje toe te roepen zich over te geven. Slechts één man, te weten de sergeant Hagedoorn, ontkomt en bereikt later op de dag de Staf van de Luchtverdedigingkring te Rotterdam. Na dit échec rukken de parachutisten verder de burg op, terwijl van de Zwijndrechtse kant tevens de spoorbrug wordt overmeesterd. Aan de Dordtse kant rest nu nog het 85e Peloton, waarvan de mannen, slechts met de karabijn gewapend, zich heftig weren tegen de zich makkelijk tegen het geweer- en mitrailleurvuur achter de stalen opbouw en betonnen rand dekkende parachutisten. Bovendien hebben de Duitsers het voordeel het onderkomen van onze jongens van bovenaf te kunnen beschieten.
Een stormgroep verlaat de trappen, omsingeling volgt en de laatste tegenstand wordt met handgranaten en vuistwapens gebroken. De pelotonscommandant besluit, nadat al drie van zijn mannen zijn gesneuveld, tot overgave. Het is vijf voor zes en de bruggen zijn definitief in handen van de Duitsers."

LICHTE DIVISIE
INHOUDSOPGAVE
10 MEI OP KRISPIJN