LICHTE DIVISIE

Het mitrailleureskadron was 1 mei 1940 als zodanig gevormd uit het mitrailleureskadron van het voormalige II R.H. en bestond uit een kleine commandogroep en 2 sectiën a 4 cav. Mitrs. M 08/15 vervoerd op vrachtauto's.
De gehele gemotoriseerde Divisietrein bestond uit:
Staf met 10 auto's,
Infanteriemunitietrein met 21 munitieauto's,
Artilleriemunitietrein met 16 munitieauto's,
Verbandplaatsafdeling met 22 auto's,
Compagnie pioniers met 30 auto's,
Compagnie pontonniers met 31 auto's, w.o. 12 auto's elk beladen met 1 ponton No 4, die 26 volledige uitgeruste manschappen of 10 wielrijders met de rijwielen kon bevatten.

Ten slotte waren nog aanwezig:
5e Compagnie aan- en afvoertroepen met 8 auto's, en een autocompagnie met 83 auto's en administratief daarbij ingedeeld de herstellingsploeg die, in verband met het aanmerkelijk toegenomen aantal te verzorgen motorvoertuigen, werd uitgebreid tot een herstellingscompagnie en op 10 mei 22 auto's telde.
Als geheel genomen vertoonde de Lichte Divisie een beeld in overeenstemming met dat van het gehele Nederlandse leger, namelijk dat van een sinds jaren door verkeerde zuinigheid in haar ontwikkeling achtergebleven organisatie, waarvan het herstel sinds kort was ter hand genomen en daarom nog niet was voltooid.
De aanvankelijke bestemming der Lichte Divisie tot reserve en vleugelbeveiliging van de Peel-Raamstelling was, na de wisseling van het Opperbevel op 30 maart 1940, gewijzigd in die van algemene reserve in de hand van de Opperbevelhebber. In verband daarmede had de Commandant Lichte Divisie opdracht om, beginnend in de nacht volgende op de dag waarop eventueel een inval uit het oosten zou plaats hebben (dag D), zijn eenheid binnen de Vesting Holland te doen teruggaan. Deze verplaatsing zou beginnen op een nader te bevelen uur (uur U) en worden uitgevoerd in twee nachtmarsen. De bevelen hiertoe waren uitgewerkt en voor wat betreft de eerste fase op 1 mei 1940 in verzegelde enveloppen aan de ondercommandanten verstrekt. Van de inhoud was deze niets bekend. Behoudens enkele ingewijden uit de divisiestaf was het gehele personeel, van hoog tot laag, ervan overtuigd bij een inval in ons land in de vertrouwde Brabantse terreinen te zullen strijden.
De dag D en het uur U ware 8.30 uur op 10 mei in plaats van de volgende dag (bericht van Kol. Van der Bijl om 6 uur 15 aan alle onderdelen).
Omstreeks het genoemde tijdstip deelde C III L.K. (te 's Hertogenbosch) de Divisiecommandant (v.d.B.) mede, dat 2 R.H.M. uit het divisieverband werd gelicht. Men moest van Keizersveer en Heusden naar Gorinchem trekken om daar onder de bevelen van de Commandant Vesting Holland te geraken. Een bataljon kwam meteen ter beschikking van de Kantonnementscommandant te Dordrecht.

INLEIDING
INHOUDSOPGAVE
DE AANVAL