VERRAAD

Burgemeester Bleeker zegt in zijn boek "De Buffer": "Hoe gemakkelijk men voor een verrader kan worden aangezien blijkt onder meer uit het volgende:
Op een gewonde parachutist wordt een zakboekje gevonden waarin het adres staat vermeld van een familie op Krispijn. De man van het gezin wordt aangehouden waarna blijkt, dat op deze eerste oorlogsdag parachutisten zijn huis zijn binnengedrongen. Deze sluiten zijn gezin op in een nevenvertrek. Even later wordt dit vertrek ontsloten en de parachutisten verlangen eten van de vrouw des huizes. Eén van de Duitsers neemt daarop een foto van één van de kinderen en verklaarde later een afdruk aan de familie te zullen zenden. Met dat doel vraagt hij het adres en noteert dit in het bewuste boekje. Hoe sterk de overtuiging leeft, dat overal verraad wordt gepleegd blijkt uit het tweede meer ernstige en droevige voorval:
Iemand beweert, dat uit één van de huizen op eigen militairen wordt geschoten. Het huis bevindt zich echter in de binnenstad waar op dat moment niet wordt gevochten. Onmiddellijk dringen onze soldaten het huis binnen en halen daaruit twee jonge mannen. Hoewel geen wapens worden gevonden worden deze mensen meegenomen en gebracht op het terrein van de gasfabriek. Zonder enige vorm van proces worden de mannen, te weten de gebroeders Van Dijk, van welk één lid is van de NSB ter plaatse doodgeschoten op bevel van één van de hoofdofficieren. De lijken heeft men enige tijd daar onder een zeil laten liggen. Later blijken ze te zijn verdwenen en nog later worden ze uit de rivier opgevist.
De oorzaak van al de geruchten over het verraad ligt echter in hoofdzaak in de aard van deze droevige strijd en wel in de overrompeling in het feit, dat men althans hier ten enen male verrast en niet klaar is; de uitgezette posten nauwelijks van voldoende munitie zijn voorzien, gevraagde versterking en aanvulling van nieuwe munitie niet komen en daardoor vanaf het eerste moment strategisch belangrijke punten verloren gaan."

Aan de andere kant is mij het volgende bekend van het optreden van verraderlijke elementen.
Ik ben in het bezit van een verklaring van twee dames die van zeer nabij gezien hebben, dat een burger achter een mestvaalt in het park Merwestein op 10 mei om circa 06.00 uur zich heeft omgekleed in een waarschijnlijk Duits uniform. De woorden "waarschijnlijk" en "Duits" zijn hier van minder belang en wel om de volgende redenen: Het is de volgende oorlogsdagen veelvuldig voorgekomen, dat Hollandse militairen zich staken in burgerkledij maar hier is sprake van het omgekeerde en wel zeer vroeg met betrekking tot het krijgsgebeuren. Volgens de dames (ze hebben beiden één en ander onafhankelijk van elkaar verklaard) gedroeg de man zich uitermate behoedzaam. Hij was bovendien nogal nerveus terwijl er opdat moment geen aanleiding toe was. Er werd namelijk in de omgeving van het park nog niet gevochten. Aangezien het park hermetisch was gesloten moet de man zich hebben laten insluiten of zich via de omliggende woningen toegang hebben weten te verschaffen. Wij kunnen veilig aannemen, dat het hier een zogenaamde "V-man" (behoort tot het bataljon "zur besondern Verwendung Nr. 100" van de Abwehr onder Adm. Canaris) betrof. Overigens waren deze "V-mannen" al meerdere malen in onze stad geweest en wel in oktober 1939 en in april 1940. Het is hoogst merkwaardig dat van onze zijde niet of nauwelijks tegen hen werd opgetreden.

Mij is eveneens bekend, dat deze agenten contact zochten met "betrouwbare" Rijks-Duitsers, die hier veelvuldig voorkwamen en die op hun beurt weer in de gratie kwamen van fanatieke NSB-ers. Onder het mom van toetreding bij de organisatie "Sport und Spiel" werden de prominenten uitgenodigd om zo nu en dan naar Duitsland te komen. Van "Sport und Spiel" kwam dan niet veel terecht, van onze defensie des te meer. In maart 1940 wordt het spelletje steeds brutaler en enkele agenten komen zich persoonlijk overtuigen van hun landingskansen in de omgeving van de Patersweg en ten oosten van Amstelwijck. Op de vooravond van de overval verschijnen ze zelfs op het terrein van de houthandel Berger. Wat was het geval? Na de lichtfakkel uit een onbekend- vliegtuig werd er leven waargenomen in een gebouwtje op de werf. Een bewoner van de Weeskinderendijk dacht aan inbraak en ging op onderzoek. Toen deze een deur openstiet rende er een geüniformeerde man naar voren en zwaait met heftige gebaren de bezoeker weg. Nog juist zag deze getuige een stapel militaire kleding in het gangetje, maar verzuimde hiervan aangifte te doen!

10 MEI OP KRISPIJN
INHOUDSOPGAVE
OM DE BRUGGEN