The German Fallschirmtruppe

The German Fallschirmtruppe 1936-1941

The German Fallschirmtruppe 1936-1941 (Golla)

De Duitse krijgshistoricus en gepensioneerd kolonel der Generale Staf Karl-Heinz Golla publiceerde enkele jaren geleden het tot dan toe onovertroffen beste werk van Duitse origine over de Duitse parachutistenoperaties in de periode 1939-1941. Zijn ??Die deutsche Fallschirmtruppe 1936-1941 ? uit 2006 werd onder de vooral in deze gevechtseenheden ge nteresseerde lezers bijzonder gewaardeerd. Als gevolg van het verschijnen van dat werk kwamen Golla en ondergetekende met elkaar in contact en ontstond niet alleen een buitengewoon professionele en fijne samenwerking, maar evenzo een hechte band. De uitwisseling van (bron)gegevens en analyses was intensief en leidde bij beide heren tot nieuwe inzichten. Golla besloot mede op basis van die nieuwe gegevens zijn uitgever van een script voor een grondig herziene uitgave te voorzien. De economische crisis gooide echter bij Mittler Verlag roet in het eten. Zo niet over de Atlantische Oceaan en in het Verenigd Koninkrijk, waar de interesse voor een Engelstalige versie was ontstaan en in co-productie door uitgever Helion & Company Ltd en Association of the United States Army werd uitgegeven.

Deze nieuwe uitgave zorgt er tevens voor dat veel van de bevindingen van de tandem Golla / Goossens betreffende het Nederlandse theater nu een traceerbaarheid in druk hebben gevonden. Golla paarde zich volledig aan de analyse van Goossens dat de para's in Dordrecht zich door de spoorwegtroepen lieten binden en daar de zwaarste verliezen tegen leden, alvorens de Dordtse pontonniers in beeld kwamen. Tevens constateerden beide heren allerlei nieuwe inzichten over de samenstelling van de parachutisten eenheden. Die waren klein, maar uitstekend bewapend. In veel gevallen waren mortieren thuis gelaten. Net als de gehele 1e Kompanie, die nog in Dombas verkeerde en niet kon worden vervangen. Vastgesteld werd voorts dat op 11 mei nog twee luchtlandingen onder Dordrecht plaatsvonden. E n nabij Tongplaat, die al bekend was, maar een tweede kleinere vlak onder Krispijn, met als gevolg Duitse para's die in het zuidoosten van Dordt ineens voor paniek zorgden. Paniek die in Nederlandse annalen weer werd toegeschreven aan Mussert en zijn vermeend zwakke beleid. Goossens en Golla tonen aan dat Mussert helemaal niet zulk zwak beleid toonde, maar dat veel zaken verklaarbaar waren uit de gebeurtenissen.

Thans ligt voor mij de 555 pg dikke, geheel herziene versie van het boek in Engelstalige uitvoering, in oktober 2012 op de Britse (GBP 45,00) en binnenkort op de Amerikaanse markt te verkrijgen. Mocht iemand twijfelen of hij de Duitse of de Engelstalige versie moet kopen, dan kan ik slechts adviseren de laatste aan te schaffen, omdat daarin, ondanks de reeds hoge kwaliteit van de oorspronkelijke Duitse versie, nog grote stappen zijn gemaakt.

Bereik

Het boek beschrijft het ontstaan van de Duitse parachutisteenheid vanaf 1936 tot aan de eerste inzet (als grondtroep) in 1939. Ook dit deel van de historische beschrijving is accuraat, maar de meeste lezers zijn toch vooral geboeid door de drie inzetten der para ??s waarbij ook daadwerkelijk als luchtmobiele eenheid werd geopereerd. Dat begint uiteraard met de nog kleinschalige tactische inzet in Noorwegen en Denemarken in april/mei 1940. Kort nadien de overval op de positie Eben-Emael in noordoost Belgi en de eerste grote operationele luchtlandingsoperatie van de geschiedenis in Vesting Holland in Nederland. Een jaar na die historische gebeurtenis volgde de grootste Duitse luchtlandingsoperatie, de operatie Merkus, de aanval op het Griekse eiland Kreta. Deze operatie betekende tevens de zwanenzang voor de Duitse para ??s. Vanaf dat moment zouden op enkele zeer kleine tactische inzetten na, parachutisten nog slechts als reguliere grondtroepen opereren.

Zonder opsmuk

In een inmiddels traditionele Duitse trant van nuchtere beschrijving zonder opsmuk biedt Golla de lezer de details van de operaties. Daarbij is gekozen voor een dusdanige stijl dat toch makkelijk kan worden gelezen en de gebeurtenissen niet als gortdroge stof op de lezer neerdalen. De mate waarin de schrijver in detail gaat is meer dan voldoende om de zaken duidelijk over het voetlicht te brengen, maar niet zodanig gedetailleerd dat een globaal ge nteresseerde lezer afhaakt.

Belangrijk is dat de huidige generatie Duitse historici naam maakt door de nuchtere kijk op de gebeurtenissen in de periode 1939-1945. De overdreven schuldbewuste stijl wordt losgelaten en men durft weer enig respect te uiten voor de eigen prestaties. Anderzijds blijkt men ook zeer kritisch te kunnen en durven zijn als het zuiver militair-operationele zaken betreft. Er wordt zowel kritisch naar de Duitse prestaties gekeken als naar de handelingen van de tegenpartij. Ik word niet overdreven gerelativeerd, maar verstandig analytisch geconcludeerd en beschreven.

Het boek is geschreven vanuit een Duits perspectief, maar zonder dat chauvinisme overheerst. Zoals het bekende boek van Karl-Heinz Frieser over de Westfeldzug een werk vanuit Duits perspectief produceerde, dat desondanks wereldwijd door krijgshistorici werd omarmd.

Nederland mei 1940

De Nederlandse historici hebben over de strijd in mei 1940 de pennen allang gestrekt. Na de militaire werken als het stafwerk en de in cathedra publicaties in de Spectator en aanverwante militaire literatuur, heeft men het boek over mei 1940 gesloten. Populaire literatuur behoudens het bekende deel 3 van De Jong en de zeer populaire werken van E.H. Brongers waren lange tijd het enige dat zich over mei 1940 boog. Vanuit defensie kwam weliswaar nog het tussen 1990 en 2011 in vier herziene drukken (waarvan n in het Engels) ??Mei 1940 ?? de strijd op Nederlands grondgebied ? , maar dat was in veel opzichten oude wijn in nieuwe zakken. Het vernieuwende element was vooral een scala aan (al dan niet geslaagde) theses aan de hand van niet of nauwelijks opnieuw onderzochte bekende gebeurtenissen. Daarmee werden grote kansen gemist. Daar waar in talloze landen om ons heen de historici oude gebaande paden verlaten en zich opnieuw op brononderzoeken stortten, is Nederland de meidagen snel aan het vergeten. Talloze misverstanden blijven zo in stand.

Golla had in zijn eerste druk in 2006 gebruik gemaakt van de oude Nederlandse bronnen alsmede werk van Beekman en Brongers. Hoewel hij van Nederlandse bronnen en boeken intensief gebruik had gemaakt ?? in tegenstelling tot veel van zijn voorgangers ?? en daardoor zijn Duitse versie van het boek al prima van kwaliteit was, bleken nog grote stappen te maken. Ondergetekende en Golla kwamen in 2006 met elkaar in contact door het boek. Gezamenlijk werden diverse nieuwe bronnen ontsloten, zoals een aanzienlijk aantal gevechtsverslagen van de Duitse parachutisten. Ook kon Golla worden voorzien van veel meer werkelijk Nederlands bronnenwerk, zodat hij zich niet langer op sterk eigenzinnige auteurs als Brongers of Beekman hoefde te verlaten.

De groei aan Nederlandse bronnen deed ook een vuur aanwakkeren van interesse. Golla raakte verder ge nteresseerd en kreeg ook meer begrip voor bepaalde gebeurtenissen en hun ware context. Op die wijze konden misverstanden worden opgeruimd over bepaalde zaken en vraagstukken worden opgelost. Het leidde ertoe dat de thans voorliggende Engelse uitgave de Duitse luchtlandingsoperatie in Nederland in mei 1940 beter beschrijft dan welk Nederlands boek over deze materie tot nu toe deed.

Andere theaters

De andere gevechten ?? zoals in Noorwegen, Belgi en Griekenland ?? worden door Golla evengoed op zeer hoog niveau beschreven. Ook vanuit Noorwegen heeft de auteur nadere informatie gekregen wegens de eerste druk en een studiereis naar Kreta heeft nog enige aanvullingen voor dat deel opgeleverd. Over het geheel genomen ken ik geen auteursrechtelijke werken die hoogwaardiger van aard zijn en beter gebruik maken van de meest recent ontsloten bronnen en onderzoeken.

Tenslotte ?

Uiteraard zal menigeen verwachten dat de samenwerking tussen ondergetekende en Karl-Heinz Golla verleid heeft om zijn boek aan te prijzen. Dat is echter niet het geval. Er is veel vaker met auteurs en onderzoekers samen gewerkt en dat heeft tot op heden nooit geleid tot juichende recensies van mijn hand. Dit boek is echter van een andere orde, en zeer aan te bevelen.

Overigens houdt de aanbeveling niet in dat auteur Golla en ondergetekende op alle punten gelijkluidend denken. Er is op bepaalde elementen beslist een verschil van inzicht. Dat is echter beperkt tot zaken waarbij een verschil van inzicht niet tot verwrongen reproductie van gebeurtenissen leidt. Dat in een uitstekende samenwerking de individuele personen divers tegen een zaak aan kunnen kijken, zal voor de meeste mensen geen verrassing zijn.

Er is tenslotte wel een zeer kritische kanttekening te maken. Dat betreft niet de auteur Golla, maar wel de uitgever. Die heeft er een potje van gemaakt. Het aantal 'editorial faults' is niet te tellen. Voetnoten die versprongen zijn, foute vertalingen bij foto onderschriften, fouten van de vertaler, etc.etc. Dat is op een zeker moment storend. Het is helaas alom in uitgeversland zo, dat de kwaliteit van de uitgegeven werken qua opmaak steeds slechter wordt. Uitgevers concentreren zich teveel op de handel, te weinig op de door hen te leveren kwaliteit. In Nederland kennen we ook een aantal van dat soort uitgevers.

Het boek (ISBN 978 1 908 916 525) is van uitgever Helion & Company. Het is bij reguliere digitale boekwinkels verkrijgbaar voor de adviesprijs van Euro 57,99. Bij enkele aanbieders is het boek goedkoper.

A. Goossens
Stichting Kennispunt Mei 1940