Peel-Raamstelling

In deze subsectie van het Zuidfront Elders, wordt de focus op de Peel-Raamstelling gelegd. Op papier de sterkste verdedigingsstelling van het Nederlandse leger in 1940, maar ontdaan van haar kracht door het besluit in april 1940 om de hoofdmacht van de verdediging in Noord-Brabant op de eerste oorlogsdag te laten verplaatsen naar Vesting Holland.

Uiteindelijk zou de Peel-Raamstelling nog steeds symbool staan voor felle strijd. En dan denkt men in het bijzonder aan de slag bij Mill. Deze slag, die daadwerkelijk zonder schroom als 'slag' mag worden aangeduid, was de meest bloedige in de meidagen van 1940 binnen het tijdsbestek van (minder dan) 24 uur en binnen zo'n klein gebied. Slechts de strijd om de stoplijn op de Grebbeberg op 13 mei kan wat dat betreft de 'competitie' waardig aan.

De Duitsers hadden drie van dergelijke zwaartepunten voor de Peel-Raamstelling in het hoofd gehad. Drie parallelle penetraties met behulp van een (al dan niet gepantserde) trein, die een bataljon troepen in de rug van de hoofdweerstand dienden te brengen: Gennep-Mill [PZ No.1], Venlo-Deurne [Sonderzug] en Roermond-Weert [Pz No. 5]. Als dat allemaal geslaagd zou zijn, zou Mill vermoedelijk niet zo prominent als voorname slag tijdens de meidagen bekend zijn geworden. In de praktijk slaagde echter alleen de acties bij Gennep en Mill wonderwel, en ontstond een bikkelharde strijd rond het verkeersknooppunt Mill, vlakbij de oevers van de Maas. Omdat die slag ook voor 26.AK van groot belang was, en 26.AK [naast de manschappen onder Generalleutnant Student] de hoofdrol speelde aan de Duitse kant van de strijd om het zuidfront, wordt de slag bij Mill vrij uitgebreid verslagen. Daarbij is veel aandacht voor beeldmateriaal dat vaak zo kan bijdragen bij de beeldvorming en perceptie.

De strijd elders aan de Peel-Raamstelling komt er bekaaider vanaf. Logisch, want die viel niet alleen 'in het niet' bij de gebeurtenissen in de noordelijke sectie, maar elders was er ook beduidend minder aanraking met de tegenstander. Dat kwam simpelweg door de successen van de Maas verdedigers, en als de spoorbrug bij Gennep niet in Duitse handen was gevallen, had vrijwel zeker de strijd aan de Peel-Raamstelling haar werkelijk ontwikkeling pas op 11 mei gezien. Zo was het niet. En juist doordat de zaken zich omgekeerd verhielden, werd de hoofdweerstand in het zuiden van ons land alleen werkelijk getest in het noorden. Het betekent dat de beschrijving van de sectoren tussen Mill en Weert aanmerkelijk korter is uitgevallen.

Voor bijzonderheden omtrent 26.AK en 9.AK wordt verwezen naar met name de introductie van de Maaslinie. Het wordt niet herhaald in deze subsectie.

Tenslotte zij opgemerkt dat bij de verslagen en beelden rond de strijd bij Mill bijzonder collegiale assistentie is ontvangen van de werkgroep die zich met deze Slag bezig houdt. In het bijzonder Ludwig van Dijk en Eric Verdellen hebben hun bijdragen geleverd.

Mill »