Keizersveer - Maasfront

Inleiding

De Groep Merwede ?? die de sector Gorinchem-Leerdam verdedigde ?? viel onder het Oostfront Vesting-Holland. De groep bestond uit drie vakken: Leerdam, Arkel en Sleeuwijk. Het laatste vak is van enig belang voor de besprekingen van het zuidfront.

Het Zuidfront Vesting-Holland hield organisatorisch op bij de Nieuwe Merwede. Dat is een gegeven. Desondanks leunde de Groep Merwede direct aan tegen de troepen die tussen Sliedrecht en Alblasserdam in het noorden en het Eiland van Dordt in het zuiden de bezetting van het Zuidfront vormden. Daarnaast zou een Duitse penetratie bij Geertruidenberg/Keizersveer of Heusden het zuidfront direct aan de oostzijde bedreigen. Deze optie had aan Duitse kant overigens nauwelijks enige aandacht, maar uiteindelijk zou ze die wel in enige mate krijgen.

Daarnaast is het voor het perspectief aardig om te zien hoe het dispositief oost van het Eiland van Dordrecht zich ontwikkelde. Men bedenke dat de Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen de [secundaire] opdracht hadden juist ook de brug tussen Sliedrecht en het Eiland van Dordt te bezetten.

Bovendien viel de Biesbosch onder het ??werkterrein ?? van de Groep Merwede. En dat gebied is boeiend voor het zuidfront omdat de bezetting daarvan in feite door troepen werd uitgevoerd die aan het zuidfront ook een beperkte taak hadden [grondmijnversperring in de Nieuwe Merwede]. Bovendien zou een deel van de torpedisten in Dordrecht terecht komen en aan de gevechten deel gaan nemen.

Kortom, reden genoeg ook naar ??de buren ?? te kijken.

Vak Sleeuwijk

De Groep Merwede [reserve kolonel J. de Jong] was op zich een zwakke legermacht, net als de Groepen Spui en Kil dat waren. Het bestond uit 23.RI en drie afdelingen met oud geschut, 13 RA [36 x 12 lang staal], 24 Afd.A. [12 x 15 lang 24] en 27 Afd.A. [met de enige 10 stukken houwitsers 12 lang 12 die ons leger had (1)].

(1) De houwitser 12 lang 12 was een Krupp vuurmond die stamde uit 1908. Nederland had van dit stuk een aantal gekocht om na bewezen geschiktheid meer stuks te kopen. Dit ging door het uitbreken van WOI niet door. Zodoende bleven deze paar stukken de enige in de bewapening. Later werden stukken Bofors 12 lang 14 gekocht om aan de gestelde behoefte t.a.v. lichte houwitsers te voldoen. De 12 lang 12 was een klein stuk, zonder schild, dat een brisant- of granaatkartets over een afstand van maximaal 6,100 meter kon verschieten. De totale vuurmond woog 1,177 kg, werd door paarden getrokken en had een bediening van zes man en een stukscommandant.

Naast deze bescheiden legervertegenwoordiging waren er enkele technische onderdelen vertegenwoordigd. De 3e Compagnie Torpedisten, die enkele mijnversperringen beheerde en een aantal bewapende vletten had voor patrouille op het water; de 1e Compagnie Pioniers [waarvan een sectie te Nieuwersluis was gedetacheerd], en een detachement van de vrijwillige Landstorm Vaartuigendienst. Daarnaast een detachement dat een kazemat met 6 cm stuk in Gorinchem bemande.

Interessant voor het zuidfront was het Vak Sleeuwijk. Deze bestond uit II-23RI [reserve majoor J. Teixeira de Mattos], 24 Afd.A. [kapitein J.G. Boodt] en de 3e Comp.Torp [reserve kapitein G.R. Kraaijenbrink]. Commandant van dit vak was de regimentscommandant van 23RI, de reserve luitenant-kolonel W.A.C. van Dam.

1-II-23RI [met twee secties zware mitrailleurs] bezette het Fort Uppelsche Dijk en de posten ronden Almkerk en Nieuwe Dijk. Een sectie met twee zware mitrailleurs had positie bij Werkendam en het fort aan het Steurgat [tegenover Hardinxveld Giessendam en de uiterste noordoostpunt van het Eiland van Dordt].

2-II-23RI met een sectie zware mitrailleurs lag bij Loevenstein en Oudendijk, vlak onder Gorinchem.

3-II-23RI bezette de twee voormalige Batterijen bij Brakel en Poederooyen [aan de afgedamde Maas].

De 3e Compagnie Torpedisten ?? die al even werd besproken toen de gebeurtenissen bij Willemsdorp ter sprake kwamen op 10 mei ?? had twee detachementen mijnversperringen [no. 5 in de Nieuwe Merwede bij het Steurgat en no.6 bij het Fort Vuren]. Deze zouden direct na het uitbreken van vijandelijkheden op de voornoemde locaties moeten worden gesteld. Het detachement beschikte voorts over niet minder dan 25 vaartuigen en een logieschip. Om het gros hiervan te kunnen bewapenen had men 18 zware mitrailleurs [Vickers M.18]. Het detachement No.5 had dus een taak in de Biesbosch, maar legerde in een barakkenkamp in Werkendam.

De oorlog is een feit

Groep Merwede ?? hoewel in geval van oorlog onder Commandant Veldleger ?? was niet in de hoogste staat van strijdvaardigheid gebracht in de nacht van 9 op 10 mei. De eenheden waren dan ook ?? op enkele piketten en telefoonwachten na ?? gewoon in hun legeringskwartieren aanwezig toen lokale wachtposten de grote massa ??s vliegtuigen bij hun commandanten meldden. Het was aanleiding op diverse locaties eerder reveille te blazen dan het tijdstip van 0500 uur, toen het offici le alarm werd gegeven.

In het Vak Sleeuwijk gebeurde aanvankelijk niet veel meer dan een schot dat hier en daar op een overvliegend Duits toestel werd gelost. Het enige onderdeel dat direct een werkelijke oorlogstaak kreeg was de 3e Comp.Torp. Zij dienden direct de grondmijnversperringen te stellen, en deze werkzaamheden werden in de late middag [1630 uur] afgerond.

Van de compagnie werden voorts met Vickers bewapende detachementen geplaatst bij het werk te Bakkerskil [ten zuidoosten van Werkendam], bij Fort Steurgat en in Sleeuwijk. Voorts werden patrouilles de Biesbosch ingestuurd ?? per auto en per fiets ?? om te controleren of er Duitse parachutisten waren geland. Die werden niet gevonden.

In de middag werd opdracht van Commandant Oostfront Vesting-Holland ontvangen om het grootste deel van de torpedisten compagnie naar Dordrecht te sturen. De vaardetachementen werden ontzien, maar er resteerden 85 man, inclusief twee officieren en een vaandrig, die per auto naar Dordrecht vertrokken. De leeggevallen posities werden door zo ??n 100 man artilleristen van 24 Afd.A. gevuld.

In de loop van de dag werd de oostoever van de Nieuwe Merwede versterkt met diverse detachementen, zodat een eventuele vijandelijke oversteek kon worden gepareerd. Bij Werkendam, Steurgat en tegenover Kop in ??t Land werden detachementen met zware mitrailleurs geplaatst.

In de avond ontving de Vak commandant III-13 RI [5e Divisie] als versterking. Dit uit Brabant ge vacueerde bataljon was door de CV direct doorgestuurd naar vak Sleeuwijk, omdat men op de staf Veldleger inzag dat een Duitse oversteek van de Nieuwe Merwede een re el risico was.

De bruggen over de Maas

Te Keizersveer, aan de zuidzijde van het Groepsvak, was een brugbezetting aanwezig. De verkeersbrug [1931] was voorzien van twee rivierkazematten B-type [op de noord en zuid oever was een kazemat gebouwd], met zware mitrailleur en kanon van 5. Zoals gebruikelijk werden deze beiden bezet door Politietroepen, die ook voor het zware versperringshek en de vernielingswerkzaamheden verantwoordelijk waren.

De zuidelijke kazemat had twee verdiepingen. Deze werd gecommandeerd door de sergeant Wetering en bezet met vijf korporaals. Deze zes man Politietroepen werden door een sergeant en drie soldaten van 6.GB versterkt voor de bediening van de zware mitrailleur. De kazemat bestreek de weg naar het zuiden en bestreek de asperge opstelling. De noordelijke kazemat stond onder bevel van sergeant van 't Hul die tevens commandant van het vernielingsteam was. Hij had acht korporaals ter beschikking alsmede een sergeant en drie soldaten van 6.GB voor de bediening van de Schwarzlose. Het schootsveld van de noordelijke kazemat was het noordelijk landhoofd van de brug. Voor het kanon van 5 waren 200 schoten beschikbaar, waarvan 2/3 deel pantsergranaten. De mitrailleurs beschikten over een onbekende hoeveelheid munitie.

[651] Het dekkingsdetachement bij de brug [6.RI] bestond uit een commandant [reserve kapitein A. Zoutewelle], 6 sergeanten en 49 minderen die bij elkaar drie M.20 mitrailleurs ter beschikking hadden. 2 sergeanten en 6 soldaten behoorden organiek tot 6.GB, de overige manschappen tot 6.RI. Het contingent Politietroepen bestond uit een SMI met 2 sergeanten en 13 korporaals. Er waren twee kisten handgranaten voorhanden voor het gehele detachement.

Het detachement had slechts de beschikking over s.p.o. ??s, ofwel uitgegraven loopgraven en versterkingen. Deze waren aan beide zijden van de brug voorzien voor een compagnie sterkte. Voor deze s.p.o. ??s was een enkelvoudige prikkeldraadversperring gelegd. Groot voordeel was een geheel open schoots- en dus gezichtsveld. Op de weg waren versperringsijzers [asperges] aan te brengen die verankerd konden worden. Zoals gezegd was voor de zuidelijke oprit een pantserstalen versperring aanwezig die voorzien was van schietsleuven en een kleine toegangsdeur. Dit had als voordeel dat eenmaal achter deze versperring weinig schade door vijandelijke kogels kon worden aangericht. Aan de noordzijde was nog een aspergehindernis voorzien.

Op 10 mei gebeurde er weinig. De troepen werden gealarmeerd doordat zij de grote luchtvloot bedoeld voor Moerdijk en Dordrecht over zich heen hoorden gaan. Zij kon tegen de aldaar vrij laag vliegende toestellen weinig uitrichten, te meer daar de beide zware mitrailleurs niet voorzien waren van luchtdoelaffuiten. De inventieve kapitein Zoutewelle liet echter direct drie van dergelijke betrekkelijk eenvoudige constructies vervaardigen in de lokale papierfabriek (!). In de middag werden de affuiten afgeleverd en werden de zware mitrailleurs tegen luchtdoelen opgesteld. Begin van de avond werden drie mitrailleurs uit een Ju-52 bij het detachement afgeleverd met bijbehorende munitie en direct in de stellingen gebracht.

Bij Heusden, in het zuidoosten van het Groepsvak, was een detachement van een reserve 2e luitenant, een sergeant en 21 minderen gelegerd bij de lange verkeers- en trambrug over de Bergsche Maas [1904 in gebruik genomen]. De Politietroepen aldaar ?? 2 sergeanten en 9 korporaals ?? bedienden het kanon en de mitrailleur in de B-type rivierkazemat en waren ook daar voor vernieling van de bruggen verantwoordelijk.

Of er bij de jukbrug te Drongelen, behalve het peloton luchtdoelmitrailleurs, nog een detachement troepen van Groep Merwede of Peeldivisie was geplaatst is (auteur) niet bekend. Het is echter aannemelijk dat de brug door genisten werd bezet en dus beveiligd.

De bruggen bij Keizersveer en Heusden vielen in die zin niet onder de strategische punten dat zij bij het bevel ??vernielen ??, dat na een inval zou worden gegeven, niet direct dienden te worden vernield. De bruggen zouden een functie hebben in de evacuatieplannen van het 3e Legerkorps en de Lichte Divisie. Bovendien lagen ze beiden achter de buitenverdediging. Nodeloos te melden dat met het verloren gaan van de Moerdijkbruggen de logistieke druk op de drie overgangen over de Bergsche Maas nog verder toenam.

Op 10 mei trokken aanzienlijke contingenten van met name de Lichte Divisie via de bruggen naar de Vesting Holland. De eerste detachementen van de LD kwamen rond 1000 uur al bij de brug aan, even nadat de kapitein Zoutewelle per telefoon had vernomen dat de Moerdijkbruggen in Duitse handen waren gevallen.

Er was ook enig luchtafweergeschut ingedeeld in de sector [Luchtverdedigingsgroep Gorinchem, reserve kapitein H.T. Nieuwenhuijsen]. Dat was mede met het oog op het belang van de bruggen als terugtrekroute voor de Brabantse eenheden. Bij Keizersveer stond 114 Bt LuA [6.tl geschut, reserve 1e luitenant H.W. Weerts], bij de militaire jukbrug te Drongelen 92 Pel.LuMi. [4 x Spandau M.25] en bij Heusden 115 Bt LuA [6.tl geschut, reserve kapitein P.W. Schoonenbeek] alsmede 98 en 99 Pel.LuMi [beiden 4 x Spandau M.25]. Al in de middag werden al deze eenheden verplaatst naar het noorden van de Waal om bij Gorinchem de luchtverdediging op te voeren.

De verrichtingen van de luchtdoelbestrijdingsmiddelen was overigens teleurstellend. De 6.tl stukken waren in feite ongeschikt voor effectieve bestrijding van vliegtuigen. Ze waren in 1917 ontstaan vanuit een Nederlandse wens om zelf luchtafweergeschut te kunnen (om)bouwen, en de vuurleiding van deze stukken was volkomen ongeschikt. In het gevechtsrapport van 114 Bt LuA wordt desondanks het neerschieten van twee Ju-52 gemeld, hoewel slechts n [stortte neer bij Den Hout en is geregistreerd; zie hieronder] bewezen kon worden. Later schoot de batterij ?? inmiddels in Gorinchem gestationeerd ?? bewezen een He-111 bommenwerper neer, die in de Polder der Zes Molens neerstortte.

Geertruidenberg

In Geertruidenberg was een detachement ter sterkte van twee secties van 2-3GB gedetacheerd onder de sectiecommandant reserve 2e luitenant C.P. Schravendeel. De andere sectie werd door SMI C.B.L. van de Kasteel gecommandeerd. Het detachement was pas op 7 mei voor deze taak aangewezen, en kreeg als bewakingsobject de grote elektriciteitscentrale van de PNEM te Geertruidenberg. Het detachement bleef (vreemd genoeg) zelfstandig en onder tactisch bevel van C.3GB, hoewel in onderhoud bij Keizersveer. De instructie was slechts geweest om in geval van verbroken contact met C.3GB [die zoals de lezer weet oorspronkelijk in Willemstad locatiecommandant zou worden] zich te melden bij de commandant van het detachement Keizersveer. Voorts diende men zelfstandig zorg te dragen voor verdediging van de centrale.

De circa 60 manschappen waren grotendeels gelegerd in de oude kazerne [Arsenaal] te Geertruidenberg. Een wachtdetachement van 20 manschappen was bij de centrale zelf gelegerd. Enkele wachtposten stonden op post, waar SMI Van de Kasteel de scepter zwaaide en zijn kwartier had [Centraleweg 20]. Enkele kleine loopgraven waren de dagen ervoor gegraven om het terrein effectiever te kunnen verdedigen.

Aangezien de twee secties van 3.GB de enige militaire vertegenwoordiging waren in Geertruidenberg, werd na intreding van de oorlogstoestand de luitenant Schravendeel als hoogste militaire autoriteit ter plaatse opeens prominent ingeschakeld bij de uitvoering van arrestaties van NSB ??ers en overige ongewenste elementen alsmede de orde handhaving.

Opmerkelijk feit is dat in de morgen een van de Philips colonnes zich meldde bij de luitenant. Deze colonne werd doorgestuurd naar het westen, en zou later te Willemstad opnieuw opduiken [om ook daar bot te vangen voor de overzet]. Een jammerlijke vergissing, want waarom werd de Philipscolonne niet via Keizersveer over gezet? Men zal vermoedelijk alle capaciteit van bruggen en veren hebben willen gebruiken voor het 3e Legerkorps en de Lichte Divisie. Desondanks worden de wenkbrauwen gefronst. De Philips evacuatie was vooroorlogs ?? ook al voor aanstelling van generaal Winkelman als OLZ [die vaak valselijk in verband wordt gebracht met vermeende voorkeuren die Philips zou hebben genoten] ?? als een evacuatie aangemerkt van strategisch belang. Zodoende waren enkele stafofficieren van de GS bij de fabriek gestationeerd. Waarom men dan kennelijk een triage systeem toepaste ten voordele van alle landmacht onderdelen in de morgen van 10 mei waarbij Philips haar colonnes zich uiteindelijk opgesloten vonden in Brabant, is (door auteur) niet verklaarbaar.

Tegen het middaguur ontstond opwinding door een neergeschoten Ju-52 [vermoedelijk van 4/.KGzbV1] dat tussen Geertruidenberg en Den Hout neerkwam. Door enkele militairen van de bewakingsgroep van de bruggen over het Markkanaal werden tenminste elf Duitsers gevangen genomen. Mogelijk waren het overigens veertien man. Een verslag van krijgsgevangenzaken van de Etappen en Verkeersdienst vermeldt dat tien soldaten en een onderofficier door de VLSK Vaartuigendienst te Oosterhout over Den Bosch naar de Vesting kwamen. Het toestel werd echter vrijwel zeker door de Oberstleutnant Ernst Zechlin (en drie andere onderofficieren) bestuurd. Een drietal mannen van 3.GB, die de brug bij Den Hout en de sluis bij Vrachelen bewaakten (en moesten vernielen in geval van vijandelijke nadering), ondersteund door de reserve SM Zwaans van de plaatselijke VLSK Vaartuigendienst, arresteerden de Duitsers en lieten hen afvoeren. Van hun lot is niets bekend. Oberstleutnant Zechlin kwam weliswaar in een krijgsgevangenkamp in Den Haag terecht, maar blijkt de oorlog te hebben kunnen voortzetten en overleefde die bovendien. Alle anderen zijn spoorloos gebleken, tot noch toe. Zie meer over deze sector alhier.

Verder gebeurde er in deze sector deze eerste oorlogsdag niets vermeldenswaardig.

[De bronnen vindt u hier]