De ontwikkeling van de Duitse luchtverkenningen

Duitsland had de Nederlandse neutraliteit keer op keer gegarandeerd, hoewel de waarde van die verzekering nauwelijks intrinsieke waarde had. Desondanks was het volkenrechterlijk van belang dat de door Nederland gevorderde neutraliteit door Duitsland officieel werd erkend.

Al ruimschoots voordat Duitsland op 3 september 1939 officieel in oorlog raakte, en Nederland dus officieel een neutrale staat werd, waren er volop Duitse schendingen van het Nederlandse luchtruim door militaire toestellen. Het gros van die schendingen was overigens vrijwel zeker puur te wijten aan vliegerfouten. Volgens het volkenrecht werden de vliegers en toestellen gerepatrieerd, en dus niet geïnterneerd.

Op 3 september 1939 veranderde er veel. Vanaf dat moment was er sprake van een oorlogssituatie, daar Duitsland Polen was binnengevallen, en Frankrijk en Engeland aan Duitsland de oorlog verklaarden. Nederland claimde haar neutraliteit, en daarmee zouden alle illegale penetraties door de belligerenten van ons luchtruim aanleiding vormen voor actief verweer door onze strijdkrachten. Bovendien zouden de schendingen leiden tot officiële schendingen van de Nederlandse neutraliteit, en bij neerkomen van vliegers en/of toestellen, tot internering leiden van materieel en mensen.

Al op 3 september 1939 werd de Luftwaffe geinstrueerd actief te opereren tegen de Engelse luchtmacht en met name de Engelse scheepvaart. Evident ging dit gepaard met diverse schendingen van het Nederlandse luchtruim. Deze schendingen zijn echter niet van belang voor deze studie en blijven hier verder onbesproken.

De Duitse luchtverkenningen van voor 3 september 1939 werden niet door als Luftwaffe herkenbare toestellen verricht. Duitsland was al vroeg in de jaren dertig begonnen met het min of meer systematisch in kaart brengen van de verdedigingspunten en linies van haar toekomstige tegenstanders. Zo was bijvoorbeeld al in 1930 (!) uitgebreid uit de lucht gefotografeerd boven Poolse defensieve objecten en was in 1934 een deel van de Franse Maginotlinie al in kaart gebracht.

Het bekende ‘Kommando Rowehl’ – onder leiding van Major Theodor Rowehl – werd officieel in januari 1935 opgericht [als Aufklärung Gruppe Fernaufklärung zum Oberbefehlshaber der Luftwaffe, ofwel Aufkl.Gr.(F)/Obdl.]. Het was daarvoor in minder officieel verband al actief, en Rowehl zelf had in 1930 de Poolse foto’s geschoten. De organisatie vloog met civiele vliegtuigen, met Hansa Luftbild GmbH registraties. De toestellen waren echter heimelijk volledig met camera’s voor hun eigenlijke doeleinden uitgerust. Hansa Luftbild leek schijnbaar een volmaakt civiele organisatie, maar was in feite een paramilitaire organisatie, waarvan Oberst Gessler de chef was.

Spoedig zou de organisatie van Rowehl uitgroeien tot een aanzienlijke eenheid, die slechts officieus onder de Luftwaffe viel, en ruim van budget werd voorzien. Uitgebreide samenwerkingen werden aangegaan met bedrijven die konden assisteren in het verbeteren van de luchtspionage, zoals Carl Zeiss in Jena. De eenheid van Rowehl experimenteerde uitgebreid met nieuwe apparatuur en had altijd het eerste de nieuwste goedgekeurde apparatuur aan boord. Tot en met 3 september 1939 zou de eenheid vrijwel alle landen rondom Duitsland in kaart brengen, onder dekking van civiele registraties en als Lufthansa uitziende toestellen. Pas nadat de oorlogstoestand was ingetreden werd een militaire registratie ingevoerd en kwam de eenheid in de ‘normale’ Luftwaffe organisatie terecht.

Het Kommando Rowehl zou het gros van de verkenningen boven Nederlands grondgebied voor haar rekening nemen. Hiertoe had men zoals gezegd in eerste instantie als spionagevliegtuig uitgeruste en omgebouwde Lufthansa toestellen in gebruik. Het meest werd de He-111 gebruikt. Later werden eveneens Ju-W34, Ju52, Ju-86, Ju-88en FW-200 toestellen gebruikt, allen met Lufthansa civiele registratie. De Do-17 werd ook spoedig door Rowehl ingelijfd, maar hoewel dit toestel met afstand de snelste verkenner was, had zij als bijkomend probleem dat de Lufthansa het type niet gebruikte. De Do-17, en wrang genoeg de speciaal voor Nederland geproduceerde Do-215 [vanaf februari 1940], zou vooral vanaf 3 september 1940 worden ingezet boven ons land.