3e Grensbataljon

Inleiding

Het 3e Grensbataljon [122] ?? gecommandeerd door de majoor A.G.C. Reijers - behoorde tot aan 9 april 1940 tot de reserve van de Lichte Divisie. Het was daarom ?? voor een grensbataljon ?? uitstekend voorzien van ondersteunende wapens en deels gemotoriseerd. Op 9 april werd 3GB echter losgemaakt van het verband met de Lichte Divisie en toegewezen aan het Commando Zuidfront. Het zou eerst in opdracht van het Commando Veldleger ?? namens deze C-III.LK ?? haar grenstaken vervullen en daarna zich in Willemstad moeten melden.

3GB had grenstaken in de sector tussen Breda en Woensdrecht, hoewel haar taken vooral zuid van Bergen op Zoom lagen. Het sloot dus ter rechter- en linkzijde aan op respectievelijk 6GB en 38.Res.GC.

Majoor Reijers

3GB had organiek tot 9 april slechts bestaan uit twee volwaardige tirailleur compagnie n van recente lichtingen, ondersteuningseenheden en een staf [122]. In januari 1940 waren twee nieuwe compagnie n opgericht uit de oudere lichtingen, maar deze traden pas officieel tot 3GB toe op 9 april. Daarmee was op papier de bezetting van het bataljon meer dan volwaardig. Want zij bleef operationeel eveneens beschikken over de 4e Compagnie van V Auto Bataljon [126].

Op papier was het bataljon compleet, in de praktijk verre van. Er waren enkele eenheden duurzaam buiten haar verband gesteld. Aan de tweede compagnie ontbraken twee complete secties die in Geertruidenberg waren gedetacheerd [bewaking elektriciteitscentrale en vijf vernielingsploegen] en aan de derde en vierde compagnie een sectie die gedetacheerd waren bij de Peeldivisie en aan het Wilhelminakanaal waren gepositioneerd. In totaal ontbrak dus een compagniesterkte aan het bataljon.

Daarentegen was zoals gezegd de vierde compagnie van het vijfde auto bataljon ?? min een sectie [bij Peeldivisie] ?? ondanks het verbroken verband met de Lichte Divisie ter beschikking gebleven van C-3GB. In totaal had 3GB daarom 113 auto ??s en vrachtwagens beschikbaar.

Qua ondersteuning [122] beschikte 3GB over zes zware mitrailleurs M.08/15 [twee secties], drie mortieren van 8 [sectie] en vier stukken PAG [twee secties].

Grenstaken en dislocatie op 9 mei

3GB had de grenstaak om bij het bevel ??vernielen ?? 17 bruggen te vernielen, 5 boomverhakkingen te stellen en 2 aspergeversperringen te fixeren [122]. Bij sommige van deze objecten waren evident detachementen geplaatst. Van de te vernielen bruggen bevonden zich er 6 [over de Mark en Dintel] in het vak van het Bruggenhoofd Willemstad en deze zouden evident pas worden vernield nadat 3GB deze was gepasseerd. De overige manschappen waren verspreid over het vak. Een en ander zag er als volgt uit:

De staf met ondersteunende eenheden was gelegerd te Roosendaal. Het stafbureau was gevestigd aan de Markt 17.

De twee secties PAG stonden onder bevel van vaandrig J. Groeneveld en de zware mitrailleurs onder reserve 1e luitenant C.H. Ardon. De beide secties zware mitraiilleurs onder sectiecommandanten vaandrig Witte en SMI Becht. De anderhalve sectie mortieren werd gecommandeerd door sergeant Boeije, met als plaatsvervanger de sergeant J.C. Schuit.

De 1e compagnie [kapitein Th. Van Leuven] lag te Nieuw-Borgvliet [Bergen op Zoom zuid] en had een sectie in de Wouwse Plantage [aan de grens tegenover het Belgische Essen]. Diverse groepen waren aangewezen om in totaal 7 objecten in de grensstreek te doen vernielen.

De 2e compagnie [reserve kapitein A.J. Dorreman] had twee secties [2e en 3e sectie] ?? in totaal 70 man w.o. 7 kaderleden ?? gedetacheerd te Geertruidenberg [detachement Keizersveer]. Het restant van de compagnie was gelegerd in een schoolgebouw aan de Nieuwstraat te Roosendaal.

De 3e compagnie [reserve kapitein J.A.T. Verhulst] was eveneens gelegerd in Roosendaal, en miste een sectie die was gedetacheerd bij de Peeldivisie.

De 4e compagnie [reserve kapitein G.J.A. Manders] had secties te Ossendrecht, te Huybergen en te Putte. Alle drie deze locaties lagen aan de grens onder Bergen op Zoom. Een sectie was bij de Peeldivisie gedetacheerd.

De 4e compagnie van V Auto Bataljon [reserve kapitein van speciale dienst A.C.A. Vorselaars] bestond uit vijf secties en een staf [126]. De 3e sectie werd 9 april 1940 overgeplaatst naar 4.KMD. Zodoende waren er op 9 mei vier secties van de compagnie over. Elke sectie [ieder m.u.v. 1e sie onder een reserve 1e luitenant van de Motordienst (1)] bestond uit 40-60 man, voornamelijk chauffeurs. Ieder sectie beschikte ook over een licht mitrailleur en enkele karabijnschutters voor nabij verdediging. De compagnie was verdeeld gelegerd over de locaties Roosendaal en Bergen op Zoom. Enkele voertuigen waren op 10 mei niet aanwezig omdat zij ingedeeld waren bij de twee secties van 2-3GB te Keizersveer.

(1) De commandanten waren: 1e sie SMI H.J. Wouterse, 2e sie res. 1e lt J.P.A. Wagtman, 4e sie res.1e lt sd. A.H.F. Harmelinck, 5e sie res.1e lt R.E.D. Barmen ??t Loo. Compagnie SMA was D. Repko.

Het betekende dat het bataljon op 10 mei om 0400 uur circa 530 man onder tactisch bevel had van het eigen bataljon alsmede circa 225 man van de compagnie van het autobataljon. Deze laatste eenheid had echter slechts een handvol weerbare manschappen, die beveiligingstaken hadden voor de transporten.

Wegens de overwegingen die ook al voor 6GB golden was 3GB door C-III.LK niet in verhoogde staat van paraatheid geroepen [6].

10 mei ?? de eerste uren

De majoor Reijers werd samen met zijn (reserve 1e luitenant) adjudant D. Roodenburg om 0445 gewekt in zijn kwartier met het bericht dat de oorlog was uitgebroken. Dat bericht kwam van de luchtwachtpost Roosendaal, die in de school was gevestigd waar de 1e compagnie haar kwartieren had. Op het bureau aan de Markt had de reserve 1e luitenant Speek [C.Verb.A.] telefoonwacht. Aangekomen op zijn bureau trof de majoor de al vroeger wakker geworden kapitein Dorreman, die direct door de luchtwachtdienst op de hoogte was gesteld van de luchtlandingen elders. Even na 0500 uur kwam via de staf III.LK het bericht dat het bevel ??vernielen ?? was gegeven. Dit bevel werd direct aan alle compagnie n doorgegeven.

De opdracht tot het opblazen van de objecten werd met weinig begrip ontvangen bij de C-3.GB, daar de aanvaller Duitsland bleek waarbij de Belgen en Fransen dus de bondgenoten zouden worden [122]. Waarom dan toch de vernielingen aan de zuidgrens en op de wegen moesten worden uitgevoerd was een raadsel voor de majoor. Desondanks werd het bevel ter uitvoering doorgegeven aan de betreffende detachementen. Even later werd hij door zowel de burgemeester van Nispen als Roosendaal benaderd met de vraag waarom de vernielingen waren uitgevoerd nu de Fransen bondgenoten waren geworden. De majoor kon slechts antwoorden dat het instructies van hogerhand waren (2).

(2) Bij de bespreking van 6GB ?? waar terzake de intensieve contacten met staf III.LK veel op te merken valt ?? is deze kwestie nader besproken. Voor de ge nteresseerde lezer wordt dan ook naar de bespreking van 6GB op 10 mei verwezen. Hiervoor is gekozen om overdaad en herhaling te voorkomen.

Om 0630 uur werd aan C.3GB door de chef-staf van III.LK [majoor A.G.J.F.M. van der Kroon] opdracht gegeven met het bataljon om 0900 uur naar Willemstad te vertrekken [122, 6]. De motivatie waarom pas om die tijd moest worden vertrokken blijkt niet te traceren. In ieder geval werd kort daarop de boodschap van staf III.LK doorgegeven dat toch ??onverwijld ?? moest worden vertrokken. Interessant is dat ook opdracht werd gegeven een ??bevelsontvanger ?? (3) aan 6GB te sturen per ordonnans. Voor deze missie werd de sergeant-capitulant Den Engelsen van de verbindingsafdeling aangewezen. Het is onbekend of deze ??bevelsontvanger ?? ook daadwerkelijk bij 6GB is afgeleverd. Het is nergens als zodanig vermeld, noch in de verslagen van 3GB noch in die van 6GB.

(3) Er mag vanuit worden gegaan dat dit een (veld) telexmachine was [6].

Ondertussen hadden de diverse grenswachten al het een en ander meegemaakt.

De 1e compagnie had ??s nachts om 0030 uur een mysterieuze instructie ontvangen van de staf III.LK. In het kader van de toegenomen spanning aan de oostgrens werd kapitein van Leuven opgedragen met een sectie infanterie en een sectie zware mitrailleurs de zogenaamde ??Duitsche Club ?? te Bergen op Zoom te bewaken om ??het uitbreken van gewapende Duitsers te verhinderen ??. Na onderzoeking door de kapitein waar deze mysterieuze club dan gehuisvest zou zijn, constateerde hij na enige tijd dat de club niet bestond. Bij 6GB was rond dezelfde tijd in de nacht vanuit staf III.LK de opdracht gekomen extra oplettend te zijn. Ook waren aldaar de instructies aangekomen gebouwen van militairen te verduisteren. Dat laatste ontbrak weer bij 3GB. Het is onduidelijk wie dergelijk berichten vanuit staf III.LK verspreide. Het komt in elk geval weinig consequent en grondig over, te meer daar e.e.a. bij beide grensbataljons niet gepaard ging met een instructie vanuit III.LK tot verhoging van de graad van strijdvaardigheid. Vanaf het bureau van de C-3GB werd de compagnie rond 0530 uur geinstrueerd de vernielingen ten uitvoer te brengen. De vernielingsgroepen brachten de bevolen vernielingen van alle acht objecten tot uitvoer tussen 0800 en 0830 uur.

De 2e compagnie werd door haar commandant ge nstrueerd de door hen te vernielen brug bij Nispen te doen opblazen, hetgeen geschiedde om 0715 uur. Een deel van de ploeg Nispen kwam per auto weer bij de compagnie voordat deze afmarcheerde naar Willemstad. De springploeg van vier man volgde later.

De 4e compagnie, waarvan de commandant kwartier had te Ossendrecht, werd pas om 0630 uur ge nformeerd dat de oorlog was uitgebroken en dat de versperringen moesten worden gesteld. Dat werd spoedig uitgevoerd, waarna om 1030 uur (!) een ordonnans arriveerde met het bericht dat onmiddellijk naar Willemstad diende te worden verplaatst. De telefoonverbinding met Ossendrecht was al vroeg in de morgen verbroken. Het valt niet uit te sluiten dat juist de vernielingen door de andere compagnie n van 3GB daartoe de aanleiding waren. Dat het bataljon door eigen vernielingen operationeel zelf gehinderd werd zou later wel blijken.

10 mei ?? verplaatsing naar Willemstad

De eerste drie compagnie n werden fysiek [twee compagniescommandanten waren op het bureau] of telefonisch direct verwittigd van het bevel tot vertrek naar Willemstad. Naar de 4e compagnie zond de bataljonscommandant een ordonnans, na deze compagnie niet telefonisch te hebben kunnen informeren. Daar ging geruime tijd overheen, zodat deze compagnie ?? die ook nog eens op de grootste afstand van Willemstad was gelegerd ?? ruimschoots later dan haar zustercompagnie n richting Willemstad vertrok. De 4e compagnie was met rijwielen uitgerust, en ook die wetenschap k n de vraag oproepen waarom juist de op grootste afstand van Willemstad gelegerde compagnie nu juist een van de twee rijwielcompagnie n moest zijn. In ieder geval w s het zo, en dat betekende dat 4-3GB het verband met het bataljon lange tijd kwijt zou zijn.

Voor de goede orde worden de marsroutes van de vier compagnie n gegeven zoals zij vooroorlogs reeds bepaald en besproken waren [122].

1-3GB zou met vrachtwagens worden vervoerd [2e sectie 4-V Aut.Bat] van Bergen op Zoom over Moerstraten ?? Steenbergen ?? Dinteloord ?? Willemstad.

2-3GB was met de bataljonsstaf gepland te vertrekken per auto en vrachtauto vanuit Roosendaal via Oud Gastel-Oudenbosch-Standdaarbuiten-Oude Stoof naar Tonnekreek. De staf zou zich daarna naar de CP 1-I-39RI begeven.

3-3GB zou per fiets van Roosendaal via Oud Gastel-Stampersgat en Fijnaart zich opstellen bij Helwijk. Ze zou daar front zuid aannemen.

4-3GB zou van Ossendrecht over Bergen op Zoom-Halsteren-Steenbergen-Dinteloord naar Willemstad trekken. Zij waren een tactische reserve, en zouden of in Fort de Hel of in Fort Sabina standplaats krijgen.

Voor dat de staf uit Roosendaal vertrok werden diverse kasgelden in ontvangst genomen van douane instanties en de Rijksbelastingdienst.

C-3GB zou met zijn stafarts [Officier van Gezondheid 2e klas W. Bakker] en een stafgroepofficier [onbekend welke dit was, vermoedelijk de verplegingsofficier 2e luitenant W.B.C. van Dinter] vooruit rijden naar Dinteloord. Tevens had hij de sergeant Van den Broek en twee motorordonnansen bij zich. De sergeant werd vooruit gestuurd om te Steenbergen te controleren of onderdelen aldaar reeds gepasseerd waren. Met zijn staf aangekomen te Steenbergen constateerde C-3GB zelf dat er nog geen troepen voorbij waren gekomen, en reed daarop door naar Dinteloord.

In Dinteloord waren ook nog geen eigen troepen aangekomen toen de C-3GB bij de draaibrug een ontmoeting had met de vaandrig Magrij van 1-I-39RI. Deze meldde hem dat de C-1-I-39RI verzegelde instructies voor C-3GB had en dat deze zich te Stampersgat bevond [122]. Bovendien dat 1-I-39RI alle beoogde vernielobjecten ?? de bruggen en sluizen bij de Dintel en Mark ?? bezet hield. Alvorens C-3GB zich naar Stampersgat begaf kwam C-1-3GB te Dinteloord aan. Het was inmiddels 1000 uur geworden. Na deels opruimen van de versperring te Dinteloord reed de compagnie door naar de Noorddijk ?? vlakbij Willemstad ?? waar ze werd opgesteld. Om 1100 uur was de compagnie de eerst gearriveerde 3GB eenheid bij Willemstad.

Voordat C-3GB uit Dinteloord langs de Dintel richting Stampersgat vertrok vernam hij van C-1-3GB dat de eerder uitgezonden sergeant van den Broek met zijn motor uit de bocht was gevlogen bij Steenbergen en aldaar door een arts was opgenomen.

Te Stampersgat moest de met verve opgeworpen versperring voor de brug weer worden afgebroken om de troepen van 3GB door te kunnen laten. Kennelijk was eerder op de vijand gerekend dan op de eigen troepen, hoewel men van de geplande aankomst van de laatste bezoekers allang op de hoogte was. Onderwijl maakten C-3GB en C-1-I-39RI met elkaar contact te Stampersgat, en werden de instructies aan C-3GB overhandigd. Hier diende zich tussendoor een sergeant en enkele manschappen aan uit het Bruggenhoofd Moerdijk die meldden dat zij ??hun voorraad van 5 patronen elk ?? hadden verschoten aldaar (4). Ze werden doorgezonden naar Willemstad [122, 53].

(4)Wederom is niet vast te stellen wie deze evacu s waren. Uit de opmerking van de sergeant zou kunnen worden opgemaakt dat het om manschappen van 19.Bt.LuA zou gaan. Zij hadden immers inderdaad slechts enkele patronen munitie uitgereikt gekregen. Anderzijds is de mogelijkheid van overdrijving ook zeer goed mogelijk. Het is daarom ook mogelijk dat het personeel betrof van 3-III-28RI of 12MC.

De instructies gelezen hebbende deelde C-3GB mede aan C-1-I-39RI dat deze zich vanaf dat moment onder zijn bevelen diende te achten, en hem werd in opdracht gegeven zijn compagnie op de huidige locaties te handhaven en te assisteren bij het opblazen van de bruggen in de sector die op de lijst van te vernielen objecten van 3GB stonden. Dat zou pas geschieden als geheel 3GB binnen de sector zou zijn aangekomen. Wederom was de overweging van belemmering van Franse troepen door dergelijke vernielingen geen wezenlijk onderdeel van de overwegingen. Hierna vertrok C-3GB met zijn gevolg naar Willemstad, alwaar hij te Hotel-Restaurant Bellevue een voorlopige commandopost inrichtte.

Een bataljonsvreemde militair meldde zich bij C-3GB te Stampersgat [122, 261]. Het was de sergeant-majoor vlieger J.J. Buwalda [die met luchtschutter reserve sergeant J. Wagner in de G-1 no 330 van 3e JaVA van Waalhaven was gestart] die in de vroege morgen van 10 mei, na het neerschieten van een Duitse bommenwerper boven de Hoekse Waard, in luchtgevecht raakte met drie Bf-109E's. Daarbij werd de G-1 dusdanig aan haar motoren beschadigd dat een noodlanding werd gemaakt bij Zevenbergen. De handbediende achtermitrailleur werd met munitie door beide vliegers meegenomen. De beide militairen meldden zich bij C-3GB en werden met een auto naar Willemstad gebracht. Aldaar werden ze zonder veel omhaal overgezet, en zouden zich alweer rond 1100 uur bij 4.Bt.LuA hebben gemeld, waar beide vliegers een hoofdrol speelden bij het bekende incident met de vliegbasiscommandant van Waalhaven, de majoor Simon Thomas [261, 301]. De laatste zou door enige parachutisten vergezeld de overgave van de batterij komen vragen. Het daarop uitbrekende vuurgevecht zou tot het sneuvelen van de majoor leiden.

2-3GB had zich ondertussen vastgelopen op een boomverhakking aan de zuidzijde van de Dintel die gesteld was door 1-I-39RI [122, 53]. De auto ??s en vrachtwagens van de compagnie werden in de bermen geparkeerd, terwijl de compagniescommandant de als wachtpiket dienst doende sergeant van 1-I-39RI met alle mogelijke redenaarskunsten moest overtuigen dat zijn compagnie dit obstakel diende te passeren. Het kostte veel moeite de wachtpost te overtuigen. Terwijl de bomen even later naar de zijkant werden gewerkt, passeerde de 3e compagnie op de fiets de auto ??s van 2-3GB. Zij konden hun weg eenvoudig vervolgen. Vlak daarna kon ook de gemotoriseerde 2e compagnie haar weg vervolgen. Gelukkig had de Luftwaffe de geparkeerde colonne ondertussen niet met een bezoek vereerd ?

De 2e compagnie vervolgde haar weg naar Bovensluis en Tonnekreek. Op beide locaties werden posities ingenomen. De auto ??s en vrachtwagens van het autobataljon werden uitgeladen en doorgestuurd naar Willemstad. C-2-3GB was zelf te Tonnekreek toen tegen 1000 uur een sergeant ordonnans vanuit het Bruggenhoofd Moerdijk zich meldde met een verzoek om versterking. Onduidelijk is of deze sergeant-ordonnans van 6.GB of 3-III-28RI kwam [122]. De sergeant werd doorgestuurd naar Willemstad (5).

(5) Merkwaardig is dat de aankomst van deze ordonnans ?? die nog een begeleidend motorordonnans van C-2-3GB meekreeg ?? nergens anders is gemeld. Wel werd de aankomst van een sergeant met manschappen en twee stukken zware mitrailleurs later gemeld in Willemstad, maar dat was vrijwel zeker de inmiddels ge vacueerde sergeant Voskuilen van 12MC. Dat was pas rond of na het middaguur, en dus beduidend later. In ieder geval is de melding van deze sergeant rond 1000 uur in Tonnekreek congruent met de verklaringen van de sergeant Voskuilen en de luitenant Haars op de rechterflank van het Bruggenhoofd Moerdijk. Zij meldden beide in hun verslagen dat een sergeant werd uitgestuurd naar Willemstad, en dat is geweest rond het tijdstip dat de ordonnans door C-2-3GB werd gemeld. De opmerking in het krijgsverslag van C-2-3GB dat het echter een sergeant betrof van ??troepen die onderweg waren naar Moerdijk en daar contact gehad hadden met Duitse parachutisten ?? doet ook de mogelijkheid open laten dat het een sergeant van 6GB was. Dat is echter bezwaarlijk aan te nemen, daar deze dan al tussen 0900-0930 had moeten zijn vertrokken vanuit de gelederen van 6GB, en rond die tijd was 6GB nog beslist niet in contact gekomen met de Duitsers. De voorzichtige conclusie lijkt dan ook gerechtvaardigd dat het hier de ordonnans van de 1e luitenant Haars betrof.

4-3GB was inmiddels om 1030 uur pas in opmars gegaan richting Willemstad. Met de late aankomst van dit onderdeel was in het plan voor het dispositief van 3GB bij Willemstad rekening gehouden. Daardoor had de compagnie de taak van reserve gekregen. Het zou echter laat in de middag pas te Willemstad arriveren.

C-3GB was circa 1030-1100 uur aangekomen te Willemstad en had zich aan de haven in het voornoemde etablissement gevestigd met zijn stafgroep. Hij constateerde met genoegen dat drie van zijn compagnie n zich inmiddels verzamelden binnen het Bruggenhoofd. Tegen het middaguur meldde zich een sergeant met een sectie manschappen en twee zware mitrailleurs te Willemstad. Deze kwam van het Bruggenhoofd Moerdijk [122]. De majoor wees de sectie toe aan C-2-3GB te Tonnekreek (6).

(6) Deze sectie was vrijwel zeker de sectie van 12MC onder de sergeant Voskuilen. De sergeant meldde aan de C-3GB zich te hebben ingespannen bij de verdediging van de Moerdijk, en na alle munitie te hebben verschoten zich westelijk te hebben teruggetrokken. De sectie onder de sergeant had zich separaat van 1e luitenant Haars teruggetrokken. De melding dat ??alle munitie bij Moerdijk was verschoten en men daarom westelijk terugtrok ?? komt uiterst curieus over. Het is bekend dat geen enkele Nederlandse eenheid in de ochtend van 10 mei bij Moerdijk intensief heeft gevuurd, laat staan alle munitie heeft verschoten [m.u.v. wellicht van 19.Bt.LuA]. De overdrijving van de sergeant in kwestie is een mogelijk nadere aanwijzing dat de ??instructie ?? aan sergeant Voskuilen en luitenant Haars bij Moerdijk om terug te trekken op Willemstad door een militaire autoriteit aldaar, verzonnen is en slechts als excuus voor terugtrekking gold [dat blijft echter nadrukkelijk een hypothese van de auteur zelf].

De vroege middag van 10 mei

Het was even na 1200 uur dat C-3GB zijn drie compagniescommandanten ontbood op zijn CP te 'Bellevue'. [122] Uiteraard was C-4-3GB nog onderweg naar het Bruggenhoofd. Ook enkele sectiecommandanten en de compagniescommandanten van 4-V Aut.Bat werden ge nstrueerd te verschijnen. De (drie) compagniescommandanten van 3GB kregen hun definitieve opdrachten voor hun locaties binnen het Bruggenhoofd, terwijl aan C-4-V.Aut.Bat werd medegedeeld dat deze daarbij met zijn wagens zou assisteren en vervolgens over zou gaan terug in eigen verband [126]. Hij zou zich daartoe dienen te melden bij C-V.Aut.Bat, die onder het commando van het Veldleger viel.

Voor de orderuitgifte aan zijn ondercommandanten, had de majoor Reijers zich gemeld bij de kolonel de Brauw, C-Gr.Spui die nog in Oud-Beijerland was. Hij meldde de status van zijn eenheid en kreeg (vermoedelijk) van hem de instructie ?? mogelijk vanuit CV ingegeven ?? dat 4-V.Aut.Bat zich los zou maken van zijn verband.

Stafkaart Willemstad vesting

De vier compagnie n van 3GB werd bevolen zich op vier locaties in de voorbereide stellingen te positioneren. 1-3GB op de dijk bij Helwijk [Stadsche Dijk, richting Oude Molen], 2-3GB bij Fort Bovensluis en Tonnekreek, 3-3GB op de dijk richting Oranjeoord, en ?? na haar aankomst ?? zou 4-3GB tactische reserve worden te Fort Sabina. CP zou in Bellevue blijven tot nader order. Zoals gezegd zouden de auto ??s en vrachtwagens van 4-V.Aut.Bat. de manschappen van de 1e en 2e compagnie afzetten op hun locaties, en daarna zou de compagnie een logistiek plan moeten voorbereiden hoe zich bij het Veldleger te melden [126]. De route was daartoe namelijk niet geadviseerd, hetgeen met de gegeven situatie van een met vijand besmette Vesting Holland, curieus te noemen is.

Vlak na de bevelsuitgifte ?? dit zal tussen 1230-1245 uur zijn geweest - verscheen een ordonnans van C-6GB te Willemstad [122]. Deze meldde majoor Reijers wat de status van het grensbataljon was, welke opdracht het had gekregen en hij bracht het uitdrukkelijke verzoek om steun mee. C-3GB was gevoelig voor de overgebrachte argumentatie van C-6GB, en zegde toe enige steun vanuit Tonnekreek [2-3GB] te zullen sturen nadat de compagnie n in hun posities waren gereed gekomen. Hoewel de verslagen geen melding maken van de kwantitatieve kwaliteit van die toezegging, zal het vrijwel zeker niet meer zijn geweest dan een sectie ?? vermoedelijk ondersteund door de kleine sectie van 12MC die was toegevoegd aan 2-3GB. Meer zou de 2e compagnie immers niet hebben kunnen missen uit haar gelederen, die slechts uit een stafgroep en twee secties bestond.

Het was 1300 uur toen C-3GB opnieuw naar de telefoon werd geroepen, waar hem wederom de C-Gr.Spui wachtte. De kolonel de Brauw deelde de majoor mede dat hij opdracht had gekregen 3GB ter beschikking te stellen van C-Gr.Kil. De majoor diende onverwijld zich in contact te stellen met staf Groep Kil om zich van nieuwe instructies te vergewissen [122, 1].

Even na 1300 uur maakte C-3GB inderdaad telefonisch contact met Groep Kil, en kreeg uiteindelijk de chef-staf [de kapitein Calmeijer] aan de lijn.

3GB onder Groep Kil

Rond 1215 uur had C-VH contact gehad met zowel Groep Kil als Groep Spui [1]. Hierbij werd de mutatie ten aanzien van 3GB besproken. Die mutatie was niet zomaar een verschuiving van vlaggetjes. Er lag meer aan ten grondslag. [Zie hiervoor ook de bespreking over Groep Kil - Hoekse Waard, waar dieper wordt ingegaan op de vraagstukken rond deze besluiten]

Op de extreem drukke staf van C-VH in Den Haag was men druk doende om tegenmaatregelen te bedenken om de als uitzonderlijk bedreigend geachte Duitse verovering van Waalhaven ongedaan te maken. Naast de bedreiging van de Residentie was dit met afstand de grootste zorg op de staven in Den Haag. De eveneens zorgelijke situatie bij Moerdijk was van lagere prioriteit. Daar zouden immers de Fransen eenvoudig kunnen assisteren. Maar het Duitse bezit van Waalhaven bood de vijand kans versterkingen en bevoorrading te blijven aanvliegen binnen het hart van Vesting Holland. Die navelstreng diende te worden doorgeknipt.

In de morgen van 10 mei was de luitenant-generaal Jan van Andel ?? Commandant Vesting-Holland - opeens een prominent bevelhebber geworden. Voor 0400 uur had hij slechts enkele onderdelen onder zijn bevel, omdat I.LK direct onder de chef-staf landmacht viel en het oostfront VH onder CV. Alleen het mager bezette zuidfront [ca. 20,000 man over de volle breedte] was direct onder zijn bevel. Met de Duitse luchtlanding in het hart van VH veranderde dat alles dramatisch. Opeens kreeg C-VH zowel I.LK als alle depoteenheden onder zich. Bij elkaar was dit ineens zo ??n 50,000 man onder zijn bevelen. Toen de Duitse penetratie van de Peel-Raamstelling bij Mill in volle omvang bekend werd en de evacuatie van III.LK en de Lichte Divisie vervroegd werd naar de ochtend van 10 mei, ontstond spoedig een volgende toevoeging aan het commando VH. Strategisch overleg resulteerde namelijk in het toewijzen van de Lichte Divisie ?? min een regiment huzaren motorrijders dat te Mill achterbleef en een regiment wielrijders dat naar Dordrecht zou gaan ?? aan C-VH voor de herovering van Waalhaven. Rond het middaguur had C-VH dus opeens ca 55,000 man onder bevel!

In Den Haag was aan het eind van de ochtend besloten om een prominente tegenaanval in te zetten tegen de Duitse verovering van Waalhaven. Het zou de grootste tegenaanval worden in de meidagen. De Lichte Divisie zou met grote spoed naar de Alblasserwaard worden gedirigeerd en diende op te rukken over de brug bij Alblasserdam [die op nog geen enkele stafkaart stond vermeld ? ] richting het zuiden van Rotterdam [1, 106]. Een regiment wielrijders zou ter beschikking van de Kantonnementscommandant Dordrecht worden gesteld. Het betekende dus dat de Lichte Divisie qua inzet tegen het Eiland Ysselmonde over slechts circa 5,000 man zou beschikken. De manoeuvre van de Lichte Divisie zou worden ondersteund door de inzet van het voltallige 3.GB dat vanuit het zuiden op Ysselmonde zou aanvallen [1, 122]. Het bataljon zou via de hefbrug te Barendrecht optreden op het Eiland van Ysselmonde, en daar worden aangewend voor ondersteuning van de aanval op het zuiden van Rotterdam. Het aanvalsuur zou worden bekend gemaakt als duidelijk was rond welke tijd de beide onderdelen gereed gesteld waren.

Het bevel dat C-VH aan C-Gr.Kil bekend maakte [1215 uur] was [letterlijk geciteerd] [1]:

3GB te Willemstad (7) aangekomen. Dit bataljon gaat over naar Numansdorp en komt ter beschikking van C-Groep Kil ter bescherming van de brug te Barendrecht en om de aanval te doen op de zuidrand van Rotterdam, die door de vijand is bezet. Uur van de aanval wordt nader bekend gemaakt. Lt.Div. rukt na aankomst te Gorinchem over Hardinxveld-Alblasserwaard eveneens op naar zuidrand Rotterdam. Een bataljon wielrijders wordt ter beschikking van Kantonnementscommandant Dordrecht gesteld.

(7) Opvallend in het Stafwerk Zuidfront is de herhaalde slordige fout dat ??Willemsdorp ?? en ??Willemstad ?? door elkaar worden gehaald. Het wordt zelfs in ??citaten ?? consequent foutief vermeld. Het valt eveneens op dat deze fout bij diverse krijgsverslagen evenzo voorkomt. Onwerkelijk dat deze hardnekkige fout zelfs door redactionele correctieslagen is gekomen en zo prominent en storend aanwezig bleef in het overigens uitstekende Stafwerk Zuidfront.

Dit bevel aan Groep Kil vertaalde zich in een bevel aan C-3GB [1, 122]: ??Overschrijd Hollandsch Diep, doe 3GB over Numansdorp naar Barendrechtse brug marcheren en begeef U zelf, tot het ontvangen van nadere bevelen, naar mijn commandopost te Puttershoek. ??

Kennelijk was via andere kanalen dit bevel ook bij de Vaartuigendienst Haringvliet Oost terecht gekomen, want de reserve 2e luitenant P.N. Drost (8) meldde zich vlak nadat de bevelen bij C-3GB waren aangekomen [53, 122]. De luitenant had vijf vletten ter beschikking, waarvan er enkele [auteur vermoedt twee stuks] met een M.18 bewapend waren. Deze vletten konden echter slechts manschappen met rijwielen en lichte wapens vervoeren. C-3GB sommeerde ?? volgens zijn zeggen ?? de luitenant de grote en kleine veerpont [dienst Willemstad-Numansdorp] te vorderen. Deze waren ??s morgens al aan de ketting gelegd na het door de Duitsers afgooien van enkele magnetische mijnen in het Volkerak en Hollands Diep, en het varen met de ponten daarom te riskant was geacht door de civiele autoriteiten. Deze veren konden enkele voertuigen tegelijkertijd vervoeren. De kleine pont twee auto ??s per keer, de grote 4-6 auto ??s of 2 vrachtwagens. De trailers van 4-V.Aut.Bat. konden echter met beide veren niet worden vervoerd [126]. Ze zouden daarom via alternatieve wegen naar het noorden moeten zien te komen.

(8) Uit krijgsverslagen blijkt niet met zekerheid dat de luitenant Drost zich meldde op de CP C-3GB, maar de 2e luitenant Drost was commandant van het detachement VED Haringvliet Oost. Het ligt daarom voor de hand dat hij het was die zich meldde. Hij was het ook die een deel van de zogenaamde Philips colonne bij Willemstad overbracht naar Numansdorp en later dat transport bij Ooltgensplaat begeleidde tot aan Middelharnis. De luitenant werd nadien [door Gr Spui] opgedragen de gedetineerden van Ooltgensplaat naar Frankrijk te escorteren, hetgeen hij volbracht. Nadien bereikte hij Engeland, waar hij wegens een ernstige ziekte in 1942 voor de dienst werd afgekeurd.

C-3GB liet hierna direct ordonnansen uitgaan naar de 1e en 2e compagnie alsmede naar C-4-V.Aut.Bat. met de instructie zich onverwijld terug te melden op de CP. Zelf besloot hij naar de 3e compagnie te gaan, die nog vlakbij was. Tijdens die tocht meldde C-4-3GB zich, en deze werd te verstaan gegeven zijn troepen in het plantsoen op te stellen. [122]

Nadat alle officieren wederom verzameld waren op de CP, deelde C-3GB de nieuwe opdracht mede. Hij informeerde de officieren dat 3GB verenigd met 4-V.Aut.Bat zich naar het noorden over het Hollands Diep moest verplaatsen (9).

(9) Opvallend is dat het bevel aan C-3GB geen uitdrukkelijke component bevat die 4-V.Aut.Bat betrekt in de overtocht. Dit is kennelijk mondeling aan C-3GB duidelijk gemaakt, want schriftelijk is hiervan geen spoor te vinden. Het is echter niet onlogisch er vanuit te gaan dat C-3GB dit zelf zo interpreteerde, daar niet alleen de oorspronkelijke bataljonstrein incompleet was, maar tevens twee compagnie n geheel zonder vervoersmiddelen zouden komen als de auto ??s en vrachtwagens van de auto compagnie niet zouden meereizen. Dat zou zich slecht verhouden tot de haast die 3GB diende te maken en haar mobiele taak, herenigd met de Lichte Divisie.

De compagnie n werd aangegeven dat zij zich buiten Willemstad gedekt zouden opstellen in afwachting van de overtocht. De vijf vletten zouden de compagnie n georganiseerd naar de overkant verschepen. Op twee locaties zouden de landingen aan de noordzijde plaatsvinden: ten westen van Numansdorp [Rijkshaven, thans Veerhaven] en de centraal gelegen haven [Gemeentehaven] bij Fort Buitensluis.

De C-4-V.Aut.Bat maakte een marsorde waarin helder de volgorde van over te zetten voertuigen per veerponten werd uiteengezet [126]. Vooreerst zouden de keukenvoertuigen naar Numansdorp gaan, gevolgd door de treinvoertuigen van 3GB: goederen-, munitie- en gereedschapwagens en proviandauto ??s. Hierna zouden de auto ??s van 4-V-Aut.Bat. volgen waarna alle overige eenheden.

De overtocht verliep voorspoedig edoch de capaciteit van de veerponten en vletten was dusdanig beperkt dat het gehele tweede deel van de middag de vaartuigen af en aan voeren. Deze operatie werd wonderwel niet door de Luftwaffe verstoord tot rond 1800 uur een Duits vliegtuig - vermoedelijk vooropgezet - een aantal magnetische mijnen afwierp precies in het vaargebied van de beide veerponten [1, 53, 101, 102,122] . Het betekende het einde van de transporten van de voertuigen van 4-V.Aut.Bat.

Intussen was wel geheel 3GB overgezet, waarbij slechts enkele kleine groepjes manschappen ontbraken die zich nog steeds niet hadden aangesloten na uitvoering van hun grenstaken. Zeker is dat enkele hiervan in Brabant zouden blijven [30, 122]. Wel waren ook de uit Moerdijk aangesloten manschappen en wapens naar Numansdorp overgezet [100, 192].

Onderwijl had C-3GB zich met een ander opvallend dilemma bezig gehouden. Het detachement KMAR Willemstad confronteerde hem met de vraag wat er met elf politieke gevangenen moest gebeuren. Deze waren allen in de ochtend gearresteerd als uitvloeisel van een vooroorlogs voorbereid draaiboek ter internering van politieke gevangenen en Duitse staatsburgers. De elf gedetineerden van Willemstad waren echter allen Joodse burgers van Duitse komaf. C-3GB overwoog dat deze mensen zichzelf mochten zien te redden, overwegende dat daarvoor wegens hun Joodse afkomst reden kon zijn. Hij instrueerde de KMAR dat op zijn gezag deze mensen in vrijheid gesteld konden worden. Een lovenswaardig besluit.

Aan het einde van de middag werd C-3GB door staf Groep Kil opgebeld dat zijn aanwezigheid te Puttershoek [stafkwartier] ernstig gewenst was, en dat hij zich daarom met voorrang diende te laten overzetten. De majoor besloot daarop zijn opvolging te regelen voor verdere begeleiding van de overzettingen ?? en vond dit in aanstelling van de luitenant Speek [Verb.A.] als co rdinator van de verdere transporten ?? en nam zijn adjudant en stafarts mee om zich direct te laten vervoeren naar Numansdorp. Vlak voordat C-3GB de boot in stapte, meldde hij het Bruggenhoofd weer in handen van de kapitein Meijjes [122].

Tussenbalans

De toestand in en om Willemstad op de 10de mei laat zich typeren als een chaos, waarbij de Duitsers slechts indirect een rol speelden. Qua krijgshandelingen was er niets gebeurd, met uitzondering van enkele beschietingen van en door overkomende Duitse vliegtuigen. Er was nog geen gewonde gevallen in het gehele Bruggenhoofd. De chaos werd veroorzaakt door de telkens herziene opdrachten die zowel de oorspronkelijke Bruggenhoofd commandant Meijjes als de opvolgende Bruggenhoofd commandant Reijers ontvingen.

Opvallend is natuurlijk ?? net als bij 6GB ?? de merkwaardige overweging bij staf III.LK om de versperringen aan de zuidgrens te laten stellen terwijl vrijwel zeker was dat de nieuwe bondgenoot Frankrijk hiervan juist de narigheid zou krijgen en niet de Duitsers. Voor bespreking van die merkwaardige overweging wordt verwezen naar een uitgebreide beschouwing onder 6GB elders.

3GB kreeg echter met nog een component van eenzelfde soort dwaling te maken. Toen op 9 mei C-1-I-39RI bevel kreeg de strategisch belangrijke bruggen over Dintel en Mark te bezetten, achtte de C-MC ?? kapitein Isa cs ?? in zijn enthousiasme en toewijding het verstandig de eenheden uitdrukkelijk te instrueren om uitgebreide hindernissen op te werpen. In zijn tactische bevel sprak hij van obstructies die het met hoge vaart rechtstreeks benaderen van de bruggen onmogelijk zouden maken. Kortom, men diende de bruggen w l benaderbaar te houden voor motorvoertuigen, maar de snelheid te beperken door obstructies te plaatsen, wisselend aan weerszijde van de straat. Kennelijk ontbrak het bij de uitvoerende sectiecommandanten aan het besef dat binnen enkele uren n uitbreken van de oorlog de collegae van 3GB met hun voertuigen langs zouden komen om de werkelijke bezetting van het Bruggenhoofd te gaan vormen. De kennis hiervan droegen zij nadrukkelijk w l. Zodoende besloot men hier en daar betonnen constructies te bouwen, gevuld met zand, of complete boomverhakkingen te stellen. Gevolg was dat 3GB op twee locaties aanzienlijke hinder ondervond van eigen versperringen. Gelukkig was de Luftwaffe elders in emplooi en werden de twee opgestelde voertuigencolonnes niet ontdekt. Het was echter wederom een toonbeeld van gebrek aan enig besef van het ??grotere plaatje ?? bij officieren en manschappen. Dat beeld werd nog eens versterkt door de bruggenwacht die de C-2-3GB liet smeken hem door te laten met zijn compagnie alvorens schoorvoetend toe te geven. Welk een na ef beeld hadden dergelijke mannen van de oorlog dat eigen onderdelen toegang geweigerd werd?

De verplaatsing op zichzelf bleek goed voorbereid en werd door het grensbataljon ?? met de door hen ontmoette hindernissen in het achterhoofd ?? voorbeeldig uitgevoerd. C-3GB bleek ook de co rdinatie in Willemstad effici nt en voorspoedig op te pakken. Deze zaken waren dan ook vooroorlogs bekend terrein geweest. Op verplaatsingen was 3GB in samenwerking met 4-V.Aut.Bat goed voorbereid geweest, en had men zelfs in vredestijd samen met de Lichte Divisie eenmalig - met goed gevolg - geoefend. Daarbij waren de manschappen van 4-V.Aut.Bat tot in den treure geoefend in het kaartloos rijden van de routes in zuidwest Brabant. Dat alles in het kader van hun ondersteunende rol als tactische reserve bij de Lichte Divisie. Die oefening betaalde zich dus uit.

De coordinatie van de oversteek en concentratie te Numansdorp was beduidend minder goed geregeld door C-3GB. Dat aspect echter komt nog later in de bespreking van 10 mei aan de orde.

Het bevel van C-VH om 3GB vervolgens aan te wijzen als offensieve eenheid bij de tegenaanval op Ysselmonde is een zaak die vraagtekens oproept. De overweging 3GB in te zetten kan eigenlijk alleen maar zijn ingegeven door de twee aspecten dat het bataljon relatief goed was voorzien van middelen [vervoer] en ondersteunende wapens, alsmede het feit dat het kader lange tijd was voorbereid op samenwerking met de Lichte Divisie. In die zin kan de keuze voor 3GB dan ook rationeel worden verdedigd. Het is echter anderzijds nauwelijks verdedigbaar dat 3GB ten opzichte van andere infanterieonderdelen een voordeel zou hebben gehad nu zij werd ingezet in een sector die haar volkomen vreemd was en nu zij was ontdaan van haar motorisatie en bovendien een groot deel van haar jonge 2e compagnie miste. De samenwerking met de Lichte Divisie was bovendien slechts tweemaal geoefend, in haar eigen sector in Noord Brabant, niet op het voor beide onderdelen volkomen vreemde Ysselmonde. Daarnaast was bekend dat 3GB voor die inzet minimaal 24 uur in beweging zou zijn om berhaupt in de uitgangsstelling te kunnen komen. Een dergelijke vermoeiende mars was onmogelijk een goede voorbereiding op een voorname offensieve actie te noemen. Ze was daarbij een bataljon dat was samengesteld uit slechts twee jonge tirailleurcompagnie n - waarvan de 2e compagnie nauwelijks meer dan een sectie beschikbaar had. De twee hoogste compagnie n bestonden namelijk uit de oudste lichtingen, die nauwelijks in infanteristische taken waren geoefend. Sterker nog, de 3e en 4e compagnie hadden gedurende de mobilisatie geen enkele schietoefening gehouden. Waarom werd door C-VH niet gekozen voor een van de werkelijke infanteriebataljons van de Groep Spui, die uitgerust zouden kunnen optreden en die voorzien van de juiste wapens gelijke kwaliteiten zouden hebben? Overwoog men dat 3.GB als geheel [min de bekende onderdelen] vrijgemaakt kon worden en zodoende direct vrij kon worden gemaakt voor een nieuwe tactische opdracht en dat dit het minst complexe scenario was om uit te voeren?

Numansdorp

De eerste delen van 3GB waren halverwege de middag al in Numansdorp aangekomen, maar het zou tot circa 1900 uur duren voordat 3GB volledig was gehergroepeerd aan de overzijde van het Hollands Diep [122]. Voor 4-V.Aut.Bat. gold dat zij aanzienlijk wat materieel achterliet in Willemstad [126]. Nadat de nieuwe Duitse mijnen waren afgeworpen, was het overvaren van de voertuigen met de beide veren veel te riskant geworden. En veegcapaciteit voor magnetische mijnen hadden de Nederlanders nauwelijks, zeker niet ter plaatse. Voor 3GB betekende het dat de zeer belangrijke verbindingsmiddelen grotendeels in Willemstad achtergebleven waren, naast enkele andere treinvoertuigen die op trailers waren vervoerd. De munitie en ondersteuningswapens waren echter wel volledig overgebracht.

4-V.Aut.Bat liet zoals gezegd noodgedwongen veel materieel achter in Willemstad. Met name de 4e en 5e sectie moest met alle zwaardere vrachtwagens en trailers een alternatieve route vinden om noordwaarts te komen. De grootste vrachtwagencombinaties hadden zelfs niet eens de haven van Willemstad kunnen bereiken vanwege de smalle toegangen tot de haven. Bovendien bleven alle sectiecommandanten en de compagniescommandant achter, met uitzondering van de commandant van de 2e sectie, reserve 1e luitenant Wagtmans [126].

Numansdorp was al voor de onverwachte komst van 3GB een zwaar belegerd plaatsje. Het was het enige werkelijke (authentieke) militaire bolwerk aan de zuidzijde van de Hoekse Waard. Naast de legering van drie afdelingen artillerie direct ten oosten en noorden van het stadje, lagen er twee infanteriecompagnie n in Numansdorp zelf en direct aanleunend [2-I-34RI en 3-I-34RI]. Bovendien enkele ondersteunende onderdelen, de Kustbatterij XI met drie stukken 7 lang 40 bij Fort Buitensluis en de CP van I-34RI. Het Detachement Vaartuigen Dienst Haringvliet Oost met het Detachement Zinkschepenversperring waren in de havens te vinden. Kortom, een militaire bezetting van circa 1,500 man in het stadje zelf en nog eens zo ??n 600 man in de directe omgeving. Voor een stadje met slechts 4,259 inwoners [96] een hele kluif om dergelijke aantallen te herbergen. Het arriveren van de ruim 500 man van 3GB, met de auto ??s van 4-V.Aut.Bat was dus een behoorlijke logistieke uitdaging voor de sector, te meer daar natuurlijke dekking buiten Numansdorp in feite nauwelijks aanwezig was.

De 1e Compagnie van 3GB was als eerste overgezet, en bevond zich voor 1500 uur al geheel aan de overkant [122]. In de centrale haven [Rijkshaven] van Numansdorp kwamen de auto ??s aan, met daarbij een deel van de compagnie. De hoofdmacht kwam echter bij Fort Buitensluis aan wal. C-1-3GB liet de compagnie concentreren bij het Fort, waarbij manschappen en voertuigen onder de bomen zichtdekking zochten.

De 2e Compagnie landde geheel bij het Fort Buitensluis, en verplaatste zich hierna ?? tegen het einde van de middag ?? naar het noorden van het stadje Numansdorp. De compagnie deed dit te voet daar de voertuigen nog niet waren aangekomen.

Ook de 3e en (kleine) 4e Compagnie werden gedurende de middag overgezet met hun rijwielen. Beide compagnie n verplaatsten zich per fiets al aan het eind van de middag zelfstandig noordwaarts indachtig de instructies zich gereed te stellen voor bezetting van de brug bij Barendrecht.

De bataljonscommandant arriveerde rond 1900 uur te Numansdorp en kwam direct in contact met de aldaar vertoefende C-1-3GB die hij instrueerde onverwijld de foerage te regelen voor zijn compagnie en daarna naar Klaaswaal te marcheren. Daarheen zouden de auto ??s ?? na hun aankomst in Numansdorp - later worden gestuurd voor de verdere verplaatsing naar de Oude Maas oever ten zuiden van Barendrecht. Aldaar zouden nadere bevelen worden gegeven die C-3GB zelf te Puttershoek bij Staf Groep Kil zou gaan halen. Even hierna trof C-3GB de commandant van zijn 2e Compagnie, en gaf hem identieke orders.

De gearriveerde voertuigen van 4-V-Aut.Bat. misten in eerste instantie een verantwoordelijke man. C.4-V.Aut.Bat had nadrukkelijk verzuimd een van zijn officieren vooruit te sturen als co rdinator op de noordoever [126]. Uit eigen beweging was in de loop van de middag de commandant van de tweede sectie overgevaren, in de veronderstelling zich bij zijn voertuigen en chauffeurs te moeten vervoegen. Al spoedig bleek C-2e.sie de enige officier in Numansdorp. Een korporaal uit diens eigen sectie had onderwijl zorg gedragen voor een verstandige gedekte opstelling van de reeds aangekomen voertuigen. Een knap stukje eigen initiatief. De 2e sectie kon zich tenslotte samen met 1-3GB aan de maaltijd laven alvorens de infanteristen te voet (!) naar Klaaswaal vertrokken. Waarom hierbij de auto ??s van de 2e sectie ?? tot dat moment de vervoersdienst van 1-3GB ?? niet werden ingeschakeld is onbekend. Er is geen enkele logische verklaring voor, want de 2e sectie bleef werkloos in Numansdorp geparkeerd tot zij later pas bevel ontving apart naar Klaaswaal te rijden.

Rond 2000 uur zagen alle militairen te Numansdorp een (of meer) Duitse vliegtuig(en) overkomen dat parachutes neerliet [101, 122, 144, 147]. Het is goed mogelijk dat het enkele separate sorties betrof omdat uit verslagen de schijn wordt gewekt van meerdere opeenvolgende vliegtuigen. Uit vele verslagen spreekt een aantal van drie tot vijf parachutes, een enkeling telt er meer. Het Stafwerk concludeerde dat het om drie Duitse vliegtuigen ging [1]. De auteur concludeert voorzichtig dat meerdere vliegtuigen voor de hand ligt, omdat de opvolgende paniekreactie aan Nederlandse zijde waarlijk extreme proporties aan zou hebben genomen als slechts op een enkele parachute zo overtrokken zou zijn gereageerd als daadwerkelijk gebeurde. Feit is dat geen eenduidelijk beeld uit de verslagen spreekt.

Van alle kanten werd er vanuit het stadje geschoten op de neerkomende parachutes, hetgeen resulteerde in een chaos bij 3-I-34RI dat menig kogel om de oren hoorde suizen uit de richting Numansdorp [101]. Aan de andere kant van het water leidde dezelfde dropping tot de paniekreactie bij C-1-I-39RI dat parachutisten in de rug van Fort de Hel waren geland [53, 102]. Uiteindelijk draaide alles om een handvol afgeworpen magnetische zeemijnen in het Hollands Diep (10). Ze maakten een einde aan de scheepvaart, en zorgden voor een enorme paniekreactie bij duizenden militairen aan weerszijde van het water. De Duitse vliegers zullen niet geweten hebben welk effect hun lading op de Nederlandse militairen had nu iedere Nederlander uiterst gevoelig was geworden voor iedere parachute die in beeld kwam. Op allerlei staven kwamen meldingen binnen van in de Hoekse Waard [en in bij Willemstad] gelande Duitse parachutisten. Naast de overhaaste evacuatie van Fort de Hel door C-1-I-39RI in Willemstad, werden in de Hoekse Waard talloze patrouilles uitgezonden om parachutisten op te ruimen. Er werd geen Duitser gevonden ...

(10) Deze magnetische mijnen - of die welke al vroeger op de dag waren afgeworpen - zouden de Nederlandse scheepvaart tijdens de meidagen verder niet deren. Tragisch genoeg zouden zij echter w l een groot Belgisch krijgsgevangentransport op 30 mei treffen. Het schip 'Rhenus 127' voer op die dag voorbij Willemstad in de richting van Duitsland, toen ter hoogte van Willemstad het noodlot toesloeg. Van de 1,200 Belgische gevangenen kwamen ter bijna 200 om. De meeste [159 man] van hen liggen begraven op het Belgische militaire erekerkhof aan Park Havenhoofd te Willemstad. Dat is bij de haven, juist buiten de wallen van het stadje.

Opdracht: herneem Waalhaven!

C-3GB was inmiddels al onderweg naar Puttershoek waar hij rond 1930-1945 uur aankwam. Hij constateerde de afwezigheid van de Chef-staf C.Gr.Kil, en kreeg het advies even wat te gaan eten, want dat was de Chef-staf ook aan het doen! Nadat het eten door de heren was verwerkt kreeg C-3GB van de Chef-Staf Groep Kil de navolgende voorbereide opdracht:

GB overschrijdt Oude Maas, rukt op naar Waalhaven en doet, na einde van een luchtbombardement door ??Royal Airforce ?? [02.20 uur] aanval op dit vliegveld teneinde dit in samenwerking met aldaar strijdende mariniers te hernemen.

Een instructie, welke waarlijk en letterlijk zo aan C-3GB werd gegeven [1, 122]! Waar de mariniers vandaan kwamen in dit bericht is een volslagen raadsel. Althans, de bron van dit alles was de staf Commando Vesting Holland. Die berichtte Groep Kil over zowel de inzet van de RAF alsmede de strijd die de mariniers in Rotterdam Zuid zou voeren [1]. Van mariniers was echter absoluut geen sprake, sterker nog, er was geen enkel georganiseerd Nederlands verzet meer tussen de Oude Maas en het noorden van Rotterdam op dat tijdstip! De toevoeging van deze feitelijke onwaarheid kan louter zijn ontsproten uit de staf C-VH zelf. De militaire autoriteit in Rotterdam ?? Kantonnementscommandant Kolonel Scharroo ?? wist in de middag van 10 mei al uit rapporten en telefooncontact met Rotterdam-zuid dat Waalhaven vast in Duitse handen was [258, 259], en hier geen enkel georganiseerd Nederlands verzet meer was. Hij wist bovendien dat alle ter beschikking zijnde mariniers aan het noordelijke rivierfront bij de Nieuwe Maas waren ingezet. Hij was dus niet de bron van dit verhaal. Aannemelijker is de bekende ??klok en klepel ?? theorie; op de staf C-VH zal men hebben vernomen van de inzet van de mariniers bij tegenmaatregelen rond het Noordereiland, en dat hebben verhaspeld met de strijd rond Charlois en Waalhaven in de vroege morgen. Hoe men het ook wendt of keert, het was een buitengewoon kwalijke onzuivere voorstelling van zaken vanuit de staf van C-VH.

Een andere opvallende kwestie is de herkomst van de informatie omtrent het RAF bombardement. Die informatie was inzake de gebeurtenis zelf accuraat. Inderdaad was er met de Britten contact geweest om Waalhaven te bombarderen. Via de ambassade van Groot Brittani was een morse bericht verstuurd met het verzoek tot ondersteuning op Waalhaven. Dat was overdag al aanleiding geweest om enkele Blenheim aanvallen te organiseren, maar voor de nacht werden enkele Wellington eskaders toegewezen. Hoe de terugmelding richting staf C-VH is verlopen is de auteur nog niet duidelijk. Hoe de gefixeerde tijd van 0220 uur door C-VH is vastgesteld (en later aangepast naar 0300 uur) is eveneens nog onduidelijk. (11)

(11) Onderzoek naar deze kwestie is nog lopende. Duidelijk is dat de contacten via het consulaat in Den Haag verliepen.

C-3GB ontving eveneens informatie dat de hoofdmacht van de Lichte Divisie rond dezelfde tijd vanuit het oosten zich offensief zou ontketenen richting Waalhaven [122]. Zodoende zou 3GB op de linkerflank van de Lichte Divisie opereren. Een belangrijke en onmisbare samenwerking, want op zichzelf aangewezen was 3GB vanzelfsprekend niet bij (voldoende) machte om de gehele gelande Duitse bezetting van Ysselmonde succesvol te kunnen bevechten.

Met die kennis van zaken bij handen, werd samen met de staf van Groep Kil een gereedstellings- en aanvalsplan voorbereid [122]. Daarbij schijnt - aldus C-3GB - kolonel van Andel zelf de suggestie te hebben gedaan de oversteekpunten bij Puttershoek en Goidschalxoord te gebruiken. Twee punten die 8 km uit elkaar lagen en voor een op de benenwagen aangewezen bataljon een hele uitdaging boden. Het resulteerde in het volgende operatieplan:

De 3e en 4e Compagnie forceren, in samenwerking met het aldaar aanwezige detachement van Groep Kil de Barendrechtsche brug. Hiertoe wordt 4-3GB bij Puttershoek overgezet en marcheert over Heerjansdam naar de Noordzijde brug teneinde vijand aldaar in den flank aan te vallen. 3-3GB versterkt met twee sn.zw.mitrs, een s.mr. en twee Sn.pag maakt hiervan gebruik om brug uit Z.richting te forceeren. Daarna rukken de beide compagnie n gezamenlijk over Koedood ?? Smitshoek op naar Halte bij vliegveld en stellen zich aldaar gereed voor den aanval. 1 en 2 Comp. overschrijden Oude Maas bij pontveer te Goidschalxoord, rukken op naar kruispunt kunstwegen bij kp.1 nabij vliegveld en stellen zich daar gereed voor den aanval. Aanval inzetten bij het einde bombardement (omstreeks 0220).

Stafkaartdeel Oude Maas noordzijde

In de uitwisseling die volgde omtrent de inzet werd een nog een aanzienlijke dosis desinformatie gewisseld tussen chef-staf Groep Kil en C-3GB [122]. De laatste verzocht om informatie omtrent de vijand. Hem werd te verstaan gegeven dat slechts weinige licht bewapende troepen de noordzijde van de Oude Maas bezet hielden. Aan de eigen zijde zou een detachement aan de zuidkant van de brug bij Barendrecht worden aangetroffen, dat bij een oversteek met dekkend vuur kon bijdragen. Inderdaad lagen er een sectie van 3-III-34RI en 1-III-28RI ondersteund door 3 zware machinegeweren [1]. Deze dienden echter de overgang te blijven dekken en mochten niet mee optrekken, hetgeen vanuit tactisch oogpunt een wijs besluit was. Andere - veel prominentere - zaken in het plan waren echter alles behalve wijs ?

Zo werden juist de twee oude compagnie n van 3GB aangewezen de heetste kastanjes uit het vuur te halen. Dat was vanuit de chef-staf Gr Kil wel begrijpelijk daar C-3GB hem de informatie verschafte dat zijn beide laagste (en jongste) compagnie n ?? wegens ontbrekend vervoer [sic] ?? verlaat gereed zouden zijn voor de oversteek. Hoe C-3GB bij deze onjuiste informatie kwam, is te verklaren uit het feit dat hij zich eerder op de avond bij aankomst in Numansdorp niet verdiept had in de status van de 2e sectie van 4-V.Aut.Bat. Hij combineerde zijn aanstaande vertrek naar Puttershoek toen met enig gehaast ad hoc management van zijn onderweg aangetroffen compagnie n, en gaf toen al de merkwaardige instructie dat zijn gemotoriseerde compagnie n te voet naar Klaaswaal moesten en de auto ??s wel zouden worden nagezonden. De al vrijwel volledig gearriveerde 2e sectie 4-V.Aut.Bat. ontglipte kennelijk aan zijn aandacht en er was (kennelijk) niemand die hem daarop gewezen had. Zodoende stonden de auto ??s van de 2e sectie urenlang werkeloos in Numansdorp geparkeerd, en behield C-3GB de indruk dat zijn twee jongste tirailleurscompagnie n nog steeds in afwachting van gemotoriseerd transport waren te Klaaswaal. Dat was een kwestie die C-3GB verwijtbaar kon worden gesteld!

veer bij Goidschalxoord

Een ander curieus feit was de instructie vanuit Groep Kil om de veerpont te gebruiken bij Goidschalxoord [1, 122]. Die was nu juist eerder die dag ?? op bevel van Commandant Groep Spui ?? tot zinken gebracht door eigen troepen. Het betreffende veer lag ook binnen het territoir van de Groep Spui. Het was dus rationeel geweest als staf Groep Kil eerst met de aanleunende Groep contact zou hebben opgenomen omtrent de operatie binnen haar territoir, waarbij dan vermoedelijk de vernieling van het veer te berde zou zijn gebracht door staf Groep Spui. Dat was niet gebeurd, en daarmee werd een component in het bevel opgenomen dat uiterst bezwaarlijk zou (kunnen) blijken te zijn. Maar voornamer was dat het toch al niet homogene en op volledige sterkte verkerende bataljon door gebruik te maken van het veer bij Goidschalxoord 8 km verwijderd van het meest rechtse overgangspunt bij Puttershoek verwijderd zou zijn. Dat was een ongewenste grote afstand, te meer daar de eenheden aan de overzijde van de Maas geheel op de eigen benen waren aangewezen als verplaatsingsmiddel.

De voorgenomen operatie leek op papier wellicht tactisch best aanvaardbaar opgezet, hoewel een vraagteken gesteld kan worden bij het ontnemen aan de beide laagste compagnie n van alle ondersteuningswapens en de open rechterflank van de twee westelijk landende compagnie n. De vijand zou echter in front - op diens sterkste punt (bij Barendrecht) - worden gebonden en vervolgens in de flank worden aangevallen. Tactiek volgens de Nederlandse theorieboekjes. Tegelijkertijd waren er drie sterk bezwarende factoren. Allereerst ontbrak iedere vorm van verbindingen, zodat afstemming tussen de diverse offensieve componenten puur op de voorafgesproken kloktijden diende te geschieden. Aanpassing door omstandigheden t jdens de manoeuvres was evident niet aan de orde, wat mede met het oog op de grote afstanden een groot risico betekende. Ten tweede zou de operatie ??s nachts ?? dus bij duister ?? plaatsvinden. Dat zou niet zo bezwaarlijk zijn als het gebied bekend terrein was, maar ook dat was niet het geval. 3GB opereerde in volslagen onbekend terrein en de compagniescommandanten beschikten niet over stafkaarten. Het enige kaartenmateriaal voor handen was bij C-3GB in handen. Ten derde was natuurlijk 3GB ?? zeker met de inzet van haar hoogste compagnie n ?? alles behalve voorbereid voor deze zware infanterietaak.

Het werd allemaal nog kwalijker. Nog v l kwalijker zelfs. Om 2235 uur ?? C-3GB was al op weg om zijn commandopost te Blaak [vlak ten zuiden van de Barendrechtse Brug] in te richten en zijn compagniescommandanten in te lichten ?? belde de chef-staf C-VH op met de mededeling dat de Lichte Divisie dusdanige vertraging had opgelopen dat pas bij het aanbreken van de dag zou kunnen worden aangevallen [122]. Groep Kil achtte het echter niet nodig om C-3GB hiervan te verwittigen en de aanval van zijn bataljons simultaan aan de vertraging bij Alblasserdam aan te passen. Men dacht kennelijk dat 3GB zelfstandig Waalhaven wel kon hernemen! Immers het bevel bleef staan om direct na afronding van het bombardement - dat om 0220 uur gepland stond - de aanval in te zetten.

Onwetend van dit alles was C-3GB naar Blaak vertrokken alwaar hij bij de viersprong van wegen zijn provisorische CP opzette. Hij had 2e luitenant H. Bootsma ?? stafofficier Vaartuigendienst van Groep Kil ?? meegenomen om de wateroversteken te inspecteren. Bij Puttershoek constateerde hij dat een klein veer voorhanden was, en dat daarmee 4-3GB in enkele fasen kon worden overgezet [122]. Daarop vertrok hij naar Goidschalxoord, terwijl de luitenant Bootsma weer naar de staf terugkeerde. Aldaar trof C-3GB slechts een kleine groep infanteristen van 34RI, en een gezonken veerpont aan. Ter plaatse co rdineerde de majoor met een aantal civilisten de overzetting van zijn beide compagnie n. Daartoe waren een motorboot en enige sloepen beschikbaar. In een cafe (in de haven) schreef de majoor een instructie aan zijn beide compagniescommandanten. Die luidde [volgens reproductie C-3GB naoorlogs] als volgt:

De compagnie marcheert naar Goidschalxoord (driesprong bij de haven) en blijft daar voor het ontvangen van een opdracht voor den overtocht. Zw.mitr, mortieren en pag doorzenden naar viersprong Blaak alwaar cp.C-3GB. C.cn melden zich aldaar voor ontvangen van bevelen.

Een ordonnans werd uitgestuurd richting Numansdorp om beide compagnie n onderweg ?? mits hij hen kon vinden uiteraard ?? in te lichten.

Onderwijl bestudeerde de majoor de even daarvoor ontvangen stafkaart, en werd toen opgeschrikt door een zware detonatie. Spoedig bleek zelfs in het duister de Luftwaffe actief in het leggen van mijnen in de Oude Maas, en een ervan was op de wal tot detonatie gekomen. Hierop besloot C-3GB naar Blaak terug te keren en aldaar de komst van zijn compagniescommandanten af te wachten. Het tijd om volgens schema de voorbereidingen voor de aanval te treffen begon te dringen ...

De plannen weer gewijzigd

Terwijl de C-3GB naar Blaak trok, was 4-3GB reeds bij de Barendrechtse brug aangekomen [122]. C-4-3GB werd ge nstrueerd door zijn commandant wat de opmars en aanvalsroute zou zijn. 3-3GB stond eveneens gereed bij de brug en ook diens commandant werd ingelicht. 4-3GB ?? die evident nog steeds haar sectie en een groep miste ?? zou bij Puttershoek worden overgezet door het kleine pontje, en via de sector Kleine Lindt over Heerjansdam optreden in de linker flank van de vijand bij Barendrecht. 3-3GB zou ?? ondersteund door mortieren en PAG ?? de Barendrechtse brug oversteken als de flankaanval tot ontwikkeling was gekomen. De zware wapens waren echter nog niet gearriveerd. Het was de bedoeling de vijand als zodanig vanuit Barendrecht te verdrijven. Heel concreet werden de plannen nu tactische doorgesproken.

Stafkaart Waalhaven

Tegelijkertijd zouden dus de twee andere compagnie n ?? 1-3GB en 2-3GB ?? bij Goidschalxoord de Oude Maas oversteken en optrekken naar Waalhaven. Vanzelfsprekend miste ook 2-3GB nog steeds twee secties, en misten beide compagnie n enkele individuen van niet teruggekeerde piketten in Brabant. 2-3GB zou als dekking op de linkerflank optreden. Opvallend is de dekking van de linkerflank voor de manoeuvre vanuit Goidschalxoord. Hoewel de vijand inderdaad bij Hoogvliet zat ?? en dus op de linkerflank ?? zou een geslaagd optreden van 3-3GB en 4-3GB bij Barendrecht de aldaar (dan) verdreven tegenstander juist tegen de rechterflank van de twee westelijk gelande compagnie n aandrijven. Dat zou zelfs een nog eminenter gevaar worden indien de Lichte Divisie volgens schema vanuit oostelijke richting zou opdringen, en een verdreven vijand uit Barendrecht zou dwingen om zuidwestelijk naar Waalhaven terug te trekken. De verdreven vijand zou dan tussen de Lichte Divisie en beide 3GB verbanden worden ingesloten. Alles overwegend zou dus met name een rechterflankbeveiliging voor de westelijke compagnie n van belang zijn geweest. De tactische uitwerking was dus niet waterdicht.

De opmars routes na een succesvolle actie bij Barendrecht waren als volgt [122]:

1-3GB: vanaf Goidschalxoord aan noordzijde Oude Maas naar de viersprong ten zuidwesten van Waalhaven.

2-3GB: pptrekkend aan de linkerzijde van 1-3GB, langs de Portlandsche Zeedijk ?? via de Oude Weg en de Achterdijk naar de driesprong bij Veerbrug, eveneens aan de zuidwestelijke zijde van het vliegveld.

3-3GB: trekt met de zware wapens via Nieuw Koedood, Koedood, Smitshoek, Charloise Lage Dijk tot driesprong van tramrails naar de zuidoost hoek van het vliegveld.

4-3GB: vanaf Barendrecht westwaarts tot viersprong met Karmiseweg, noordwaarts tot pal noord van havenspoor, westwaarts tot de Kapel, noordwaarts via Koperweg tot viersprong in de Charloisen Hoogen Dijk nabij de noordoosthoek van vliegveld.

C-3GB zou zelf met de 3e Compagnie mee optrekken en vanuit de positie bij Waalhaven uiteindelijk het aanvalsmoment co rdineren met alle vier de compagnie n.

In zijn persoonlijke verslag maakt C-3GB allerlei voorbehouden en kanttekeningen bij zijn eigen plan. Hij stelt dat inderdaad duisternis, onbekendheid met terrein en vijand alsmede de zwakte van zijn beide hoogste compagnie n zwakke punten waren. Ook dat vertraging door gevechtsaanraking een wezenlijk gevaar voor de gehele planning was. Deels zal C-3GB deze overwegingen oprecht op het moment zelve hebben gehad, maar de schijn van ??wijsheid achteraf ?? wordt nadrukkelijk gewekt. Hij had tegen de opdracht namelijk een groot bezwaar moeten maken. En dat liet hij na. Tactisch was het een ??mission impossible ?? van het zuiverste water. Logistiek een dramatisch voorspel, zijn eenheden waren op de twee rijwiel compagnie n na nog niet eens aangekomen. Zijn bataljon was zwaar incompleet, en met het tijdschema in gedachten [aanval om 0230 uur aanvangen] was een tijdige aanvang van de actie bij Waalhaven [het was reeds 2300 uur bij bevelsuitgifte aan 3-3 en 4-3GB; de 1e en 2e compagnie waren nog onderweg] bij voorbaat onhaalbaar. Men zou dus bij vol daglicht in volkomen vlak en open terrein optreden bij het vliegveld. Dat m et C-3GB zich hebben gerealiseerd.

Barendrechtse hefbrug anno 1940

In zijn verslag verexcuseert hij zich nog voor de selectie van 3-4 en 4-4 voor de offensieve actie bij Barendrecht, hoewel zij daartoe ongeschikt waren. Hij stelt dat deze compagnie n op rijwielen waren en de andere twee niet. Daarom moesten 1-3 en 2-3GB dus op de kortste afstand van Waalhaven landen, want zij zouden te voet gaan. Kennelijk was men er dan niet vanuit gegaan de Barendrechtse brug als overgang voor auto ??s te kunnen gebruiken, wat merkwaardig is. Want de zware wapens moesten w l worden meegevoerd over de brug. Voor PAG zou dat echter zonder trekker onbegonnen werk zijn. De overwegingen van de majoor [naoorlogs] zijn dan ook niet consistent.

Onderwijl was slechts de 1e Compagnie gelokaliseerd door de ordonnans [122]. Deze meldde om 2300 uur het opmarsbevel aan C-1-3GB te hebben overhandigd. Tegelijkertijd kreeg C-4-3GB de opdracht met de operatie pas aan te vangen als de andere compagnie n waren aangekomen en hem dit was medegedeeld. C-1-3GB en C-3GB konden de bevelen met elkaar afstemmen rond middernacht. Een van de secties bleek abusievelijk naar Blaak te zijn gereden in plaats van naar Goidschalxoord. Deze werd snel naar het juiste adres gestuurd. Onderwijl kregen de zware wapens het bevel zich te melden bij C-3-3GB die zijn CP in een garagebedrijf had ingericht langs de hoofdweg richting Barendrechtse brug. De actie zou zonder 2-3GB ook worden uitgevoerd. Hierbij zou een sectie van 1-3GB zelf als flankdekking fungeren.

Om middernacht was 3GB dus verre van gereed voor de overzet, en volgens plan moest de aanval op Waalhaven beginnen om 0230 uur. Een inmiddels ontvangen bericht dat dit 0310 uur zou worden kon nauwelijks bijdragen tot een verhoogde haalbaarheid van de ambitie. Men zou eenvoudigweg nooit het tijdschema meer kunnen aanhouden.

Waar was 2-3GB nu eigenlijk gebleven? Bij Klaaswaal was men te voet marcherend aangekomen. Daarbij was de 4e sectie ingeschakeld de flanken met patrouilles te beveiligen tegen mogelijk gelande parachutisten, waarvoor men steeds gewaarschuwd werd. Om 2200 uur kwam men te Klaaswaal aan, maar had nog geen glimp van C-3GB opgevangen. Sergeant Vrancken werd met soldaat Testers [motorordonnans] terug naar Numansdorp gestuurd om de majoor te zoeken. Enkele honderden meters zuidelijk van Klaaswaal werden deze door eigen troepen van 34RI [er lag een sectie van 2-II-34RI en 1-I-34RI] beschoten, waarbij beiden de twijfelachtige eer hadden de eerste slachtoffers (gewonden) te zijn binnen de gelederen van 3GB [122]. Na deze mislukte poging, en een vernielde motor, werd geopteerd voor telefonisch contact met Puttershoek vanuit Klaaswaal. Dat was kennelijk niet de eerste inval van C-2-3GB geweest. Het contact kwam spoedig tot stand. Het was inmiddels bijna 2300 uur. Des te verwonderlijker was het dat de staf Groep Kil aan de kapitein Dorreman de opdracht gaf zich naar Goidschalxoord te begeven alwaar hij zich gereed zou moeten stellen voor inzet tegen Waalhaven om 0300 uur. Ook staf Groep Kil zal zich toch wel hebben gerealiseerd dat e.e.a. volkomen onmogelijk gehaald zou kunnen worden. Te meer daar de vrachtauto ??s waarmee 2-3GB zou worden vervoerd nooit te Numansdorp waren aangekomen. Het zou dus een mars te voet worden naar Klaaswaal. Die werd dan ook tegen middernacht ingezet, en de compagnie zou rond 0300 uur te Goidschalkoord arriveren. Dodelijk vermoeid van 24 uur verplaatsing ?

Slotbalans

Op de gehele zuidwest sector van het zuidfront was 3GB de tactische speelbal geworden van de heren officieren op de diverse staven. Geen enkel vlaggetje op de stafkaart verschoof zo dramatisch op het gehele zuidfront als die van 3GB. Van Ossendrecht naar Heinenoord en de Barendrechtse Brug, binnen 24 uur. Het bataljon had naast de uitgevoerde grenstaken zich vooral verplaatst, waarbij de verplaatsing van Willemstad naar de Oude Maas vanzelfsprekend nog de meeste energie had gevergd.

Bij uitstek dit enorm belaste onderdeel kreeg een voorname offensieve ?? zwaarwegende ?? taak in de vroege avond van 10 mei. Het zou de flankaanval op Waalhaven vorm moeten geven in samenwerking met de mobiele troepen van de Lichte Divisie die over Alblasserdam de oostelijke hoofdaanval zouden ontwikkelen.

Dat de Nederlandse staven in vredestijd nooit werkelijk geoefend hadden in planning en organisatie van grote manoeuvres toonde de gehele gang van zaken - die boven de hoofden van 3GB zich afspeelde ?? onomstotelijk aan. Vanaf de hoogste staf [C-VH] kwam het bevel tot inzet bij Waalhaven gelardeerd met desinformatie van formaat. Op de staf van Groep Kil werd het bevel tactisch uitgewerkt, maar ook daar bleek men verre van realistisch tegen de zaak aan te kijken. Het had een ieder duidelijk moeten zijn dat de operatie nooit volgens het initi le tijdschema kon worden vormgegeven en dat de inzet van 3GB als voorname offensieve factor onwerkelijk was. Het was typerend - ook voor de rest van de operaties in Nederland - dat Nederlandse bevelhebbers en staven geen enkel werkelijk benul bleken te hebben van de tijd die verbanden nodig hadden voor verplaatsing en gereedstelling. Een resultaat van een gebrekkige opleiding en de omissie van ervaring in het leiden van grotere verbanden, zelfs bij beroepsofficieren.

Daarnaast is het een saillant feit dat staf Groep Kil het kennelijk niet van belang achtte de aanval uit te stellen ?? althans op papier te verzetten ?? wegens het sterk vertraagd zijn van de Lichte Divisie. Wellicht achtte men de gereedstelling van 3GB meer gebaat bij het oude schema, en dacht men het daarna alsnog te kunnen uitstellen.

C-3GB bleek buiten de al vooroorlogs geplande verplaatsing ?? waarop hij tot Willemstad nog had kunnen terugvallen ?? de zaken beduidend minder goed te kunnen behappen. Zijn logistieke co rdinatie bij de oversteek van het Hollands Diep was niet sterk ?? overigens gold hetzelfde voor die van C-4-V.Aut.Bat. Majoor Reijers vergat op de noordoever een co rdinerend officier aan te stellen, en overzag de situatie eenmaal in Numansdorp aangekomen daardoor totaal niet. C-4-V.Aut.Bat. speelde hierin een bijrol, door ook te verzuimen een co rdinator aan de noordzijde in te schakelen, waardoor de op eigen initiatief overgestoken sectiecommandant [2e sie] zich opeens als enige officier van het autobataljon in Numansdorp bevond. Afstemming vanuit het autobataljon richting C-3GB werd hiermee niet geholpen. De bij zijn aankomst in Numansdorp allang gereedstaande auto ??s veronderstelde C-3GB nog in Willemstad, waardoor hij zijn beide gemotoriseerde compagnie n nodeloos te voet liet afmarcheren naar Klaaswaal. De auto ??s van de 2e sectie 4-V.Aut.Bat hadden echter beide infanteriecompagnie n volgtijdig kunnen vervoeren. Het gebeurde niet, en zodoende zou 1-3GB de helft van de reis naar Goidschalxoord te voet afleggen en 2-3GB zelfs de gehele afstand, terwijl de auto ??s urenlang werkloos in Numansdorp gereed stonden. Daarmee liep de gereedstelling voor de aanval over de Oude Maas flinke averij op. C-3GB zou de gehele avond zijn 2e Compagnie kwijt blijven, wat geen compliment was voor zijn beleid.

De door chef-staf Groep Kil aan C-3GB verstrekt opdracht om Waalhaven aan te vallen ?? en wel om 0230 uur ?? had een sterk protest aan de majoor Reijers moeten ontlokken. Geen enkele aanwijzing dat hij dit deed. Zijn bataljon wist hij ongeschikt voor een dergelijke actie, maar belangrijker nog, een kundig commandant had - kennende de status van zijn compagnie n - moeten weten dat het tijdschema a priori onhaalbaar was. De majoor gaf geen kik, anders dan de melding dat zijn beide laagste compagnie n nog in opmars waren. Hij nam bovendien genoegen met slechts vage informatie over terrein en tegenstander, en aanvaarde dat hem geen enkele instructie werd gegeven hoe af te stemmen met de Lichte Divisie of ? de vermeend aanwezige mariniers die volgens C-VH in volle strijd waren met de Duitsers in Charlois en omgeving. Een lankmoedigheid die een goede bataljonscommandant onwaardig was.

Chef-staf Groep Kil ?? uit de aard der zaak als hoofdauteur van het stafwerk Zuidfront Vesting Holland volkomen gespaard in naoorlogse analyse van de strijd ?? excelleerde ook niet in zijn beleid. Hij was de voornaamste executeur van de bevelen van C-VH en verzuimde zijn (functioneel) ondergeschikte C-3GB kundig en verstandig te informeren. Er werd zelfs welbewust informatie (uitstel gereedstelling Lichte Divisie) achter gehouden. Bovendien werd niet met de aanleunende Groep Spui afgestemd, terwijl deels in hun territoir zou worden geopereerd. Dat was niet alleen van belang geweest wegens overzetmogelijkheden bij Goidschalxoord, maar eveneens om de Groep Spui berhaupt te informeren dat een offensieve operatie zou worden ontwikkeld ten noorden van de Oude Maas. Zodoende zou men zich dan van beschieting (van mogelijk eigen troepen) kunnen onthouden en zou men de herkomst van oorlogsgeluiden ten noorden van de Oude Maas kunnen plaatsen. Spoedig bleek dat Groep Spui van niets wist, want in Goidschalxoord ervoer C-3GB dat de pont was gezonken en de vertegenwoordiging van Groep Spui aldaar van niets wist.

Kwalijk was ook dat de staf van Groep Kil zich totaal niet bewust bleek te zijn van de vijandelijke staat en status ten noorden van de Oude Maas. Nota bene op enkele kilometers van haar stafkwartier te Puttershoek. Men was zich dus totaal niet bewust ?? na bijna een etmaal midden in de strijd te hebben gezeten ?? van de sterkte van de vijand op haar noordflank! Een faux-pas van formaat voor een Groepsstaf met een te verdedigen sector welke aanleunde tegen een bruggenhoofd van de vijand. Het toont eens te meer aan welk een niveau de Nederlandse staven op die eerste oorlogsdag hadden. De onderlinge communicatie en bewustzijn van de situatie was ronduit bedroevend. Men communiceerde met elkaar op strikte 'need to know basis'. En aan informatievergaring ?? voorwaar een primaire behoefte van iedere staf ?? deed men beduidend onvoldoende. De Berg moest kennelijk maar naar Mohammed komen.

De planning van de aan 3GB bevolen aanval werd door C-3GB met toewijding opgepakt. Hij verkende de overzetpunten en spande zich in heldere tactische bevelen aan zijn ondercommandanten mee te geven. Binnen zijn mogelijkheden ontwikkelde hij een redelijk tactisch plan voor de uitvoering van zijn opdracht. Met de informatie van de Staf Kil in het achterhoofd [uiterst zwakke vijand] was de planning om met twee verbanden op te treden niet irrationeel. De flankverdediging aan de linkerzijde van de westelijke groep toonde het inzicht bij C-3GB dat de vijand vrijwel zeker verbanden bij de brug te Hoogvliet zou hebben. Het niet uitdrukkelijk beveiligen van de rechterflank, waar verdreven vijand uit Barendrecht immers te verwachten zou zijn, doet daarentegen curieus aan. Het zou logischer zijn geweest om de twee secties van 2-3GB over beide flanken van 1-3GB te verdelen en zo met een sectie aan weerszijde de opmars naar Waalhaven in te zetten. De offensieve actie tegen de Barendrechtse brug ?? wederom met in het achterhoofd de vermeend zwakke vijandelijke bezetting ?? leek tactisch juist bekeken. Een bindende frontaal vuurfront met een op de linkerflank aanvallende nevencompagnie.

Aan het einde van de avond van 10 mei moet het elke hoofdrolspeler duidelijk zijn geweest dat de operatie bij voorbaat tot mislukken was gedoemd ?? zeker qua tijdspad. C-3GB was zijn 2e Compagnie nog steeds kwijt en wist zijn 1e Compagnie nog lang niet gereedgesteld. De ondersteunende wapens voor de aanval op de Barendrechtse brug moesten tegen middernacht nog naar die locatie worden verplaatst. De rechterflank zou na aankomst en opstelling van die wapens gereed zijn. De linkerflank echter ?? zo redeneerde de majoor ?? zou het maar met n compagnie moeten doen indien 2-3GB niet tijdig zou arriveren. 1-3GB was echter een compagnie met een handvol lichte mitrailleurs en een paar handgranaten als zwaarste middelen. Een risicovol besluit dus. Het plichtsgevoel de gekregen opdracht koste-wat-kost uit te voeren prevaleerde duidelijk boven de realiteitszin.

Een paar uur later zou blijken wat er van de planning terecht kwam en hoe de operatie zich uiteindelijk zou ontwikkelen.

3GB had de eerste oorlogsdag in het zuiden geen enkele fysieke schade opgelopen. Niemand was gewond geraakt, niemand gedood. In de Hoekse Waard waren twee man gewond geraakt door eigen vuur. Ze zouden beiden van die verwondingen herstellen. Met uitzondering van de vier gedetacheerde secties, enkele kleine groepen wachtpiketten die nog in Brabant waren alsmede de ontbrekende verbindingsmiddelen, was 3GB ongeschonden en compleet.

[De bronnen vindt u hier]